Nieuws Personeel
Waarom Efteling-directeur Fons Jurgens niet langer dan anderhalf jaar vooruit kijkt
Wie beter dan de baas weet hoe het werkt op de werkvloer. Hoe je opvalt, wanneer je om meer loon vraagt en wat helpt om verder te komen. Fons Jurgens, directeur van de Efteling, geef zijn beste tips in het AD.

,,Sinds 1995 werk ik bij de Efteling en toch heb ik nooit langer dan drie jaar vooruit gekeken. Tegenwoordig kijk ik zelfs niet langer dan anderhalf jaar vooruit. Heb ik nog een toegevoegde waarde, heeft mijn manier van werken nog effect? Dat moet iedereen zichzelf afvragen. Je bent zelf verantwoordelijk voor je toekomst. Wacht niet tot een ander je iets aanbiedt. Ik heb zelf altijd gezocht naar nieuwe uitdagingen binnen de Efteling.
Lees ook: Hoe attractiepark de Efteling aan de Europese top blijft
Ruimte voor verantwoordelijkheid
Wat wij alle medewerkers vragen, of ze nu friet bakken of mensen een attractie in helpen, is hoe ze hun werk leuker kunnen maken. Zo bedenken medewerkers zelf hoe ze een jarige bezoeker in het zonnetje kunnen zetten. Dat kan variëren van een liedje, tot gratis koffie of voorrang bij een attractie. Zolang het maar persoonlijk is en past bij die jarige persoon. Daar moet je als medewerker achter zien te komen en voor die eigen verantwoordelijkheid krijg je de ruimte.
Vastlopen
Dat korte vooruitkijken is ook van belang voor je besluit om ergens mee te stoppen. Je moet niet ergens blijven tot het moment dat je vastloopt. Dan krijg je vervelende situaties. Mijn doel is het om mensen via de voordeur te laten vertrekken, dan blijven ze een ambassadeur van je bedrijf. Op momenten dat het erg druk is, werk ik nog steeds mee in het park als ik de mogelijkheid heb. Dat is echt hard werken voor onze medewerkers. Wat ik probeer mee te geven is om gezichten te blijven zien. Je bent geneigd alleen maar naar de stroom mensen te kijken die op je af komt. Maar juist door naar de gezichten te kijken, mensen persoonlijk aandacht te geven en ze een fijne dag te wensen en te bezorgen, maak je de dag van de bezoeker goed en je eigen werk ook beter.”