Nieuws Vitaliteit

Griepgolf als schadepost: zieke werknemer kost je gemiddeld 241 euro per dag

De griepgolf waar ons land sinds half december mee kampt, is een flinke schadepost voor de economie. Medewerkers die met griep of een verkoudheid thuiszitten, kosten hun werkgever gemiddeld 241 euro per dag, berekende onderzoeksbureau TNO in 2016. Dat schrijft de Volkskrant.

Rens Blom | Foto: ANP 19 februari 2018

ANP griepepidemie

Jaarlijks zijn Nederlandse bedrijven gemiddeld 1,3 miljard euro kwijt aan de winterse griep- en snotterepidemie, zo valt te berekenen op basis van die TNO-gegevens.

Volgens TNO waren griep en verkoudheid in 2015 de oorzaak van 44 procent van alle ziekteverzuimgevallen. Elk jaar valt 13,2 procent van de werkenden uit door griep of verkoudheid. Dat zijn ruim 1,1 miljoen zieken per jaar. Een door griep of verkoudheid gevelde medewerker blijft bijna een hele werkweek (gemiddeld 4,7 werkdagen) ziek thuis, aldus TNO.

Lees ook: Zo voorkom je een burn-out bij je werknemers

Griepkosten

Bij de geschatte 241 euro aan griepkosten per dag gaat het onder meer om directe kosten als het doorbetalen van het loon en de begeleiding door de bedrijfsarts. Daar komen nog indirecte kosten bovenop, zoals het verlies aan arbeidsproductiviteit en de kosten van vervanging, bijvoorbeeld door uitzendkrachten. Overigens is griep niet eens de grootste kostenpost wat betreft ziekteverzuim: dat zijn psychische klachten. Jaarlijks komt 12 procent van de werknemers een keer thuis te zitten met psychische problemen, zoals een burn-out. Dat zijn er minder dan het aantal grieppatiënten, maar bij psychische klachten blijven mensen veel langer thuis: zij gaan gemiddeld pas na 55 dagen weer aan het werk.

Griepepidemie

Er woedt officieel een griepepidemie als meer dan 51 op de 100.000 mensen bij de huisarts aankloppen met griepverschijnselen. De afgelopen weken werd die grens ruim overschreden: begin februari noteerden huisartsen bijvoorbeeld 160 griepgevallen per 100.000 Nederlanders.

Besmettingshaard

Volgens epidemioloog Mariëtte Hooiveld van onderzoeksbureau NIVEL ligt het daadwerkelijke aantal grieplijders nog veel hoger. 'Vooral kinderen en ouderen gaan met griepklachten naar hun huisarts, maar de meeste werkenden gaan daarvoor niet naar de dokter. Zij duiken gewoon hun bed in om uit te zieken.' Dat uitzieken doen ze vaak niet lang genoeg, waardoor ze niet volledig hersteld naar kantoor terugkeren. Volgens de gegevens van TNO is angst voor baanverlies de belangrijkste reden om te snel weer aan het werk te gaan. Maar halfzieke collega's steken de rest van het kantoor vaak aan, waardoor de werkgever slechter af is dan wanneer de besmettingshaard zich eerder ziek had gemeld, of langer thuis was gebleven.

Omzettoename

Er zijn natuurlijk ook bedrijven die verdienen aan een griepepidemie. Drogisterijen verkopen deze weken fors meer griepgerelateerde producten als thermometers, aspirines en hoestdrank, blijkt uit een rondgang van de Volkskrant.

Kruidvat en Trekpleister zien volgens een woordvoerder 'een grote omzettoename, ook in vergelijking met de vorige griepgolf.' Bij drogist.nl krijgt de klantenservice veel vragen over thermometers en welke griepproducten het beste voor kinderen gebruikt kunnen worden. Uitzendbureau Randstad zegt bij elke griepgolf meer opdrachten te krijgen dan in snotter- en koortsvrije tijden, ook nu.

Record-epidemie

NIVEL meldde woensdag dat de huidige griepgolf over zijn hoogtepunt heen lijkt te zijn. Vorige week gingen 151 op de 100.000 Nederlanders naar de huisarts met griepverschijnselen, dat is dus iets minder dan begin deze maand. Het onderzoeksinstituut krijgt wekelijks cijfers van zo'n veertig huisartsen aangeleverd, en doet op basis daarvan uitspraken over het verloop. Gemiddeld duurt een griepepidemie in Nederland negen weken. Vorige winter telde de griepgolf vijftien weken, de huidige zit nu in de tiende week. Nog steeds niet zoveel als de record-epidemie uit 2014-2015: die duurde maar liefst 21 weken.

Meeste werkenden gaan niet naar de dokter, maar duiken gewoon hun bed in om uit te zieken

Mariëtte Hooiveld, onderzoeksbureau NIVEL