Eerst de bloemkolen. Die komen uit het Engelse bankwezen. Daar kreeg je als medewerker een bloemkool op je bureau. Om door te geven, maar pas nadat je een klant had gescoord. Een ander bankkantoor had wekelijks een gezamenlijk competitiemomentje. Medewerkers die boven hun target zaten, kregen contant geld. Onderpresteerders kregen een kool op deze 'cash- of kooldag'.
Klantgericht
Angst beheerste zo de werkvloer, concludeerden onderzoekers over de cultuur van Britse retailbanken. Het gevolg voor deze bedrijven was tijdens de bankencrisis 'een bijna-doodervaring', inclusief miljoenenboetes en 20,8 miljoen klachten. De cultuur veranderen naar klantgericht en servicegericht gaat een generatie duren, vreesden ze.
Lees ook: Werknemer kan slecht tegen kritiek: zo ga je daarmee om
Kritiek
Nu de dartspijltjes. Andere Engelse onderzoekers lieten deelnemers geblinddoekt darten. De darters kregen feedback van hun eigen universiteit, of van een wetenschapper van een rivaliserende universiteit. Eigen kritiek werd blind aangenomen. Was die ontmoedigend, dan mislukte de volgende poging. Was die bemoedigend, dan was het volgende pijltje meteen meer raak. Bemoedigende kritiek van de rivaal had dat mooie effect niet. Ontmoedigende kritiek van de buitenstaanders deed iets opvallends: de darters wilden het meteen beter doen. Ze wilden bewijzen dat de eigen groep goed zat, en niet die rivaliserende groep buitenstaanders.
Wij-zij-mentaliteit
De wetenschappers zien twee lessen. Eén: de wij-zij-mentaliteit is een werkende vorm van competitie (zoals ook Pepsi-Cola weet). Twee: alleen maar de slechte prestaties benoemen, leidt niet tot gezonde competitie, maar tot meer slechte prestaties.
Samenwerking en vertrouwen
Samenwerking en vertrouwen doen het dus beter dan onderlinge strijd met winnaars en verliezers. Wat heeft goede competitie nog meer nodig? Transparante spelregels, teamgeest en fair play, zou ik zeggen. Meer vergelijkingen met sport durf ik niet aan. Te vaak ben ik in bedrijven rondgeleid waar de manager zei: 'We spelen hier toevallig wél eredivisie'. Te vaak wisten ze wel wie moest winnen, maar hadden ze geen antwoord op twee simpele vragen: hoe speel je het spel en wie zijn de verliezers?