Verkiezingsprogramma NSC: dit heeft Pieter Omtzigt in petto voor bedrijven en ondernemers

Het verkiezingsprogramma van Pieter Omtzigt richt zich op herstel en vernieuwing, met speciale aandacht voor een eerlijke en inclusieve arbeidsmarkt. We zetten de belangrijkste punten uit het programma voor ondernemers, bedrijven en het midden- en kleinbedrijf (mkb) op een rij.

Een sterke economie voor werkzekerheid

NSC benadrukt dat werk de eenvoudigste route naar bestaanszekerheid is. De partij streeft naar een arbeidsmarkt waarop iedereen naar vermogen kan bijdragen. Hierbij hoort geen tweedeling tussen goed verzekerde werknemers en onderverzekerde flexibele arbeidskrachten. Werkzekerheid vereist een sterke economie, met bijzondere aandacht voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) en duurzame industrie.

• Normale dienstverbanden als de norm: De partij baseert haar beleid op de aanbevelingen van de commissie Regulering van Werk (2020). Het streven is om normale dienstverbanden de standaard te maken, terwijl uitzendarbeid wordt beperkt tot ‘piek en ziek’ situaties. Zelfstandigen krijgen duidelijke richtlijnen voor hun ondernemerschap, en de fiscale en sociale behandeling van verschillende arbeidsverbanden wordt gelijkgetrokken om oneerlijke concurrentie te voorkomen.

• Toekomstbestendig ontslagrecht: Het ontslagrecht moet toekomstbestendig worden om rechtszekerheid te bieden aan zowel werknemers als werkgevers.

• Afschaffing Wet DBA: De bestaande Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) moet worden afgeschaft en vervangen door heldere en meetbare criteria voor de relatie tussen zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en hun opdrachtgevers.

• Transitievergoeding en persoonlijk ontwikkelbudget: De transitievergoeding wordt gericht op het faciliteren van een overstap naar nieuw werk en gestort in het persoonlijk ontwikkelbudget van werkenden.

• Leerpaden voor top 10-functies: De partij wil ‘leerpaden’ ontwikkelen voor de top 10-functies met een groot personeelstekort, vergelijkbaar met het Deense model. Het UWV en gemeentelijke diensten zullen middelen verstrekken voor de financiering van deze leerpaden.

Verwachtingen van overheid en samenleving

NSC benadrukt enkele verwachtingen van zowel de overheid als de samenleving:

• Tweedeling op de arbeidsmarkt terugdringen: Het programma streeft naar het verminderen van de tweedeling tussen ‘vaste banen’ en ‘flexibele arbeid’.

• Aantrekkelijker maken van werkgeverschap: Er wordt ingezet op het aantrekkelijker maken van werkgeverschap voor ondernemers in het mkb.

• Vestigingsklimaat en industriebeleid: Er wordt aandacht besteed aan het creëren van een gunstig vestigingsklimaat en strategisch industriebeleid.

• Inclusie: Het programma wil kwetsbare groepen betrekken in bedrijven en organisaties om inclusiviteit te bevorderen.

Ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf (mkb)

NSC ziet het mkb en familiebedrijven als de hoeksteen van de economie en stelt verschillende maatregelen voor:

• Administratieve lasten verlichten: NSC wil administratieve lasten verminderen voor mkb’ers om hen te stimuleren mensen in vaste dienst te nemen.

• Loondoorbetaling bij ziekte: De verplichte loondoorbetaling bij ziekte voor werkgevers wordt beperkt tot één jaar.

• Hulp aan getroffen ondernemers: Er wordt coulance getoond jegens ondernemers die tijdens de coronalockdowns in financiële problemen zijn geraakt.

• Onderzoek naar private equity: Er wordt onderzoek gedaan naar de rol van private equity in de economie en er worden maatregelen genomen om een gelijk speelveld te creëren tussen private equity en traditioneel gefinancierde familiebedrijven.

• Toegang tot financiering: Om de toegang tot financiering te verbeteren, wordt non-bancaire financiering zoals crowdfunding, kredietunies en microfinanciering gestimuleerd.

Vestigingsklimaat en Innovatie

NCS richt haar beleid op het creëren van een gezond vestigingsklimaat en innovatie.

• Regionale samenwerking: Er wordt ingezet op regionale samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden om innovatie en groei te bevorderen.

• Nationaal innovatiebeleid: Er komt een hervorming van het nationale innovatiebeleid om meer regie te voeren en investeringen op het gebied van verduurzaming, digitalisering en strategische infrastructuur te stimuleren.

• Fiscale faciliteiten voor innovatie: De bestaande fiscale faciliteiten voor innovatie blijven gehandhaafd om grotere bedrijven te stimuleren hun innovaties en R&D in Nederland te concentreren.

• Minimale winstbelasting: Er wordt gestreefd naar een internationale minimale winstbelasting van 15 procent voor bedrijven om oneerlijke concurrentie tussen landen tegen te gaan.

Industriebeleid voor strategische autonomie

NSC pleit voor een strategisch industriebeleid om Nederlandse bedrijven minder kwetsbaar en meer zelfvoorzienend te maken. Een aantal punten hieruit:

• Bevordering van een circulaire economie door hergebruik en recycling te stimuleren en zo grondstoffen te sparen.

• Producentenverantwoordelijkheid wordt verplicht gesteld om materialen en componenten te recyclen en hergebruiken.

• Aanmoediging van bedrijven om tweedehands en gereviseerde producten aan te bieden en duurzaamheid te bevorderen.

• Verbetering van het statiegeldsysteem en optimalisatie van afvalverwerking voor een schonere omgeving.

• Onderzoek naar de impact van private equity en buitenlandse ketens in cruciale dienstverlening en bijstelling van regels op basis van bevindingen.

• Vergemakkelijken van toegang tot financiering buiten traditionele banken, zoals crowdfunding, om ondernemerschap te stimuleren.

• Introductie van nationale duurzaamheidsleningen ter ondersteuning van duurzaamheid binnen het mkb en de groene economie.

’Samenvoeging geldpotten noodzakelijk voor goed mkb-financieringsklimaat’

NSC is bovendien voornemens het Nationaal Groeifonds op te laten gaan in onderdelen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en InvestNL. Dat kan op warme belangstelling rekenen van Ronald Kleverlaan, voorzitter Stichting MKB Financiering. De partij van Omtzigt vindt dat er meer ‘regie moet komen’ en bundelt daarom de drie geldpotten tot een Nationale Ontwikkelingsmaatschappij. Deze organisatie kan risicovolle private investeringen uitlokken op het gebied van onder meer verduurzaming, digitalisering en strategische infrastructuur.

,,Helemaal voor”, zegt Kleverlaan. ,,In verschillende landen om ons heen bestaat als zo’n instituut, National Promotional Institute. In Duitsland is dit KfW, in Frankrijk Banque publique d’investissement en in het VK is de British Business Bank actief. Het samenvoegen van alle organisaties en activiteiten die ondersteuning bieden aan ondernemers die financiering zoeken en eventueel eigen fondsen kunnen opzetten, is noodzakelijk als we werkelijk ‘het beste mkb-financieringsklimaat in Europa’ willen krijgen.”