Sinds het interview van belastingambtenaar John Piepers met De Ondernemer is er grote onrust ontstaan bij zelfstandigen en hun opdrachtgevers. Piepers meldde dat hij en zeker tachtig belastingambtenaren vanaf 1 januari 2025 gaan controleren op schijnzelfstandigheid, omdat dan het handhavingsmoratorium verloopt. Maathuis signaleert dat dit grote gevolgen heeft voor haar achterban, omdat het onduidelijk is op welke uitgangspunten de Belastingdienst gaat handhaven: ,,Dat is voor zelfstandigen die hun eigen arbeid aanbieden aan organisaties en voor hun opdrachtgevers, op dit moment niet helder.”
Lees ook: Ruim derde van zzp’ers bezorgd over handhaving schijnzelfstandigheid
Tijdens het rondetafelgesprek donderdag in het gebouw van de Tweede Kamer, dat gaat over het opheffen van het handhavingsmoratorium, roept Maathuis de Tweede Kamer en de betrokken bewindslieden op snel duidelijkheid te verschaffen. De kans is groot dat zij op haar wenken wordt bediend. Morgen na afloop van de ministerraad gaat er naar alle waarschijnlijkheid een brief van staatssecretaris van Financiën, Folkert Idsinga (NSC), naar de Tweede Kamer die meer duidelijk moet verschaffen. De brief vormt overigens de aftrap van een commissiedebat over de zzp-problematiek een week later met niet alleen Idsinga, maar ook Eddy van Hijum, de NSC-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
‘Zelfstandigen hebben minder bestaanszekerheid’
Ook geeft Maathuis aan dat in deze krappe arbeidsmarkt iedereen, dus ook de zzp’er, nodig is. ,,Zelfstandigen worden geconfronteerd met opdrachtgevers die geen nieuwe overeenkomsten van opdracht meer met hen willen afsluiten. En dat terwijl het werk dat moet worden gedaan, blijft liggen”, aldus de directeur van Vereniging Zelfstandigen Nederland (VZN).
Wij adviseren de politiek wet VBAR op te knippen en het deel met betrekking tot het ‘rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst’ per wet te verankeren
Vereniging Zelfstandigen Nederland
,,Zelfstandigen ervaren hierdoor minder bestaanszekerheid, bedrijven worden hierdoor belemmerd in het realiseren van hun doelstellingen en publieke organisaties kunnen hierdoor hun maatschappelijke taken onvoldoende uitvoeren. Dit is wat ons betreft een zorgwekkende ontwikkeling.”
VZN pleit voor eerst nieuwe wet
De boodschap richting de politiek is voor Maathuis duidelijk: ,,Als VZN zijn we tegen opheffing van het moratorium zolang er geen nieuwe regelgeving is.”
Maathuis snapt dat er ‘gejaagd’ moet worden op misstanden. Maar door het opheffen van het moratorium en het feit dat het onzeker is wat er precies van de nieuwe wet terecht gaat komen (VBAR treedt op zijn vroegst in werking op 1 januari 2026, red.), worden de goed werkende zelfstandigen in hun voortbestaan gedupeerd.
Maar hoe dan toch gericht handhaven?
,,De conceptwetgeving VBAR, die nu bij de Raad van State ligt, biedt daarvoor een goed aanknopingspunt. Deze stelt dat, bij een tarief onder de 33 euro per uur, zelfstandigen die dat wensen de mogelijkheid krijgen een arbeidsovereenkomst te claimen. Daarmee worden de schrijnende gevallen van schijnzelfstandigheid eruit gehaald. Wij adviseren de politiek daarom de wet VBAR op te knippen en het deel met betrekking tot het ‘rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst’ per wet te verankeren. Zodra die wet er is, dat hoeft wat ons betreft niet lang te duren, kan de Belastingdienst de handhaving starten bij opdrachtgevers die tarieven betalen aan zzp’ers onder dit niveau. Dit schept duidelijkheid en voorkomt verdere onrust.”
Overigens heeft de VZN-directeur nog een boodschap richting Van Hijum: ,,Stop met verduidelijking van de beoordeling van de arbeidsrelatie, het eerste deel van de wet VBAR. De plannen hiervoor bieden namelijk geen verduidelijking.”
Lees ook: Marion van Happen: ‘Controle arbeidsrelatie zzp’ers mag niet leiden tot stilvallen economie’
