Nieuws Actueel

5 vragen over de melkminderbonus van Friesland Campina

Een bedrijf dat zijn leveranciers betaalt om níet te leveren: wat zit er achter de bonus die FrieslandCampina uitkeert aan boeren die minder melken? Het AD zet 5 vragen op een rijtje.

Annemieke van Dongen 20 september 2016

Melkminderbonus

1. Betaalt de zuivelfabrikant voor niet geleverde melk? Ja, FrieslandCampina betaalt melkveehouders vanaf 1 oktober een halfjaar lang 10 cent voor elke liter die ze niet produceren. Melkveehouders die lid zijn van de zuivelcoöoperatie kunnen zich tot morgen aanmelden voor die regeling. Het zuivelconcern heeft daar 15 miljoen euro voor uitgetrokken.

2. Waarom doet FrieslandCampina dat? De zuivelfabrikant wil bijdragen aan vermindering van de melkproductie en daarmee aan de productie van fosfaat, verklaart woordvoerder Jan-Willem ter Avest. Fosfaat zit in de mest van de koeien. Sinds het Europese melkquotum op 1 april vorig jaar is afgeschaft, hebben melkveehouders hun veestapel massaal uitgebreid. In de eerste helft van dit jaar produceerden ze 12 procent meer melk dan het jaar ervoor. Vanwege alle mest die de extra koeien produceren, overschrijdt Nederland de Europese milieunormen nu fors.

Zowel in Den Haag als in Brussel wordt gebroed op maatregelen, waaronder de invoering van fosfaatrechten. Met de mindermelkbonus neemt FrieslandCampina zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid, zegt Ter Avest. ,,Op fosfaat kunnen we niet sturen, maar wel op de hoeveelheid melk die wordt geproduceerd.''

3. En, schiet het milieu daar iets mee op? Dat valt te bezien. De bonus moet leiden tot een productieverlaging van 150 miljoen liter melk. Op een productie van 12 miljard liter per jaar in Nederland is dat een druppel op een gloeiende plaat, stelt Natuur & Milieu. ,,Het aantal koeien moet van de overheid toch al omlaag. Dat gebeurt hoogstens wat eerder door deze maatregel'', aldus een woordvoerster. ,,Wij vermoeden dat er een bedrijfseconomische reden aan ten grondslag ligt. ,,Boeren zijn zoveel meer melk gaan produceren, dat FrieslandCampina die niet allemaal kan of wil verwerken.''

4. Hebben de zuivelfabrieken nu te weinig capaciteit? Dat ontkent FrieslandCampina. Begin dit jaar was dat wel het geval. Toen werd het zuivelconcern overvallen door zo veel melkaanvoer, dat het zich zes weken lang genoodzaakt zag boeren 2 cent te betalen per niet geleverde liter. Inmiddels is de verwerkingscapaciteit uitgebreid, stelt Ter Avest. De mindermelkbonus is echter wel degelijk ook in het belang van FrieslandCampina zelf, erkent hij. ,,Als we minder melk aangeleverd krijgen, kunnen we die beter verwaarden.''

De eerste helft van dit jaar was de melktoevoer zo groot, dat het bedrijf zijn producten alleen met verlies kon afzetten. Dat is niet in het belang van de boeren, die eigenaar zijn van de coöperatie. Zij hebben dus uiteindelijk ook zelf baat bij minder melk. Net zoals FrieslandCampina er baat bij heeft om de melkveesector gezond te houden.

Melkveehouders hebben het al zwaar door de lage melkprijs. Als zij veel geld moeten gaan betalen om van hun mest (fosfaat) af te komen, zouden er weleens veel kunnen stoppen. En dan zit FrieslandCampina straks met overcapaciteit in zijn fabrieken.

5. Zullen boeren toehappen? Dat is wel de verwachting. Veel boeren zullen een paar koeien vervroegd naar het slachthuis sturen, of afgeschreven exemplaren niet vervangen, voorspelt Kees Romijn van brancheorganisatie LTO. Hij is blij met de maatregel, die bovenop de premie van 14 cent komt, die de EU aan melkveehouders gaat betalen per liter niet-geproduceerde melk. Die 24 cent in totaal is iets minder dan de prijs die boeren voor een liter wél geproduceerde melk krijgen. Maar ze besparen dan wel op voer en arbeid.