Nieuws Actueel

Actieplan voor aantrekkingskracht kleinere steden en dorpen

Terwijl de vier grote steden steeds meer consumenten en bedrijven aantrekken, kampen veel kleinere gemeenten met wegkwijnende centra. Een actieplan van onder andere VNO-NCW en MKB-Nederland moet zorgen dat ook kleinere steden profiteren van de aantrekkingskracht van de grote steden, schrijft het AD.

Natasja de Groot | Illustratie: Ruben L. Oppenheimer 5 april 2017

Actieplan

Gezellig een dagje winkelen in Zeist? Denk er maar twee keer over na voordat je in de auto of de trein stapt. Met een winkelleegstand van bijna 20 procent is het akelig stil op straat.

Wegkwijnende centra

Zeist is illustratief voor veel gemeenten die kampen met wegkwijnende centra. En dat terwijl de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (samen met Eindhoven de 'Grote Vijf') juist als magneten werken op consumenten, burgers, bedrijven én toeristen. Zo groeit het aantal bedrijven er harder en neemt het aantal banen in vooral de toeristische sector explosief toe ten opzichte van de kleinere gemeenten. Daardoor stijgt ook de WOZ-waarde veel sneller.

Actieplan

VNO-NCW, MKB-Nederland, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), G32 (de 32 grote steden) en IPO (interprovinciaal overleg) ontvouwen vandaag een actieplan om de kleinere steden en dorpen mee te laten profiteren van de aantrekkingskracht van de Grote Vijf.

Kapot concurreren

Kleinere gemeenten moeten volgens VNO-NCW ophouden hun eigen belangen voorop te stellen en hun buurgemeenten 'kapot' te concurreren: ,,Nu vechten ze elkaar soms de tent uit met outletcentra, terwijl er in die regio al een overcapaciteit is van kantoorruimte en winkelruimte'', reageert Hans de Boer, voorzitter van ondernemersorganisatie VNO-NCW. ,,Op zichzelf is concurrentie niet slecht, maar nu verzwakken gemeenten elkaar. Dat is onwenselijk."

Afstemmen

Als regio's hun strategie en beleid beter op elkaar afstemmen, vullen ze elkaar aan en werken ze vanuit hun eigen kracht. Om te weten waar die eigen kracht ligt, maakt de Kamer van Koophandel zogeheten dna-profielen van steden. Sommige zullen hun binnenstad anders moeten 'opvullen' dan louter met detailhandel.

Profilering

De Boer: ,,Niet elke gemeente kan een aantrekkelijk winkelaanbod bieden met een regionale aantrekkingskracht óf toeristisch óf groen zijn. Steden en dorpen moeten beter kijken naar hun eigen rol in de regio én in het land. De ene kan zich profileren als wellness hotspot, terwijl de andere zich als bruisende binnenstad richt op de beleving voor de consument, of juist een cluster wordt van kennisinstellingen en innovatieve ondernemers."

Scherpere keuzes

Als voorbeeld haalt De Boer de regio Drechtsteden aan. Daar richt de ene gemeente zich op horeca en toeristen, terwijl de andere zorgt voor goede woonfaciliteiten. ,,Zo moeten we in heel Nederland aan de slag. We zullen scherpere keuzes moeten maken om steden en dorpen in heel Nederland bruisend en vitaal te houden."

Lees ook: Voor de horeca naar de stad

Rol voor kabinet

Om dat te realiseren, is bemoeienis nodig van de regering, vinden de ondernemers en lokale overheden. Zij willen dat het nieuwe kabinet de regio's uitdaagt om de komende 18 maanden een strategie en een actieagenda in te leveren, waarmee zij zich willen onderscheiden. Een onafhankelijke commissie moet die plannen beoordelen, waarna het kabinet kan beslissen welke 'regiodeals' uitgevoerd kunnen worden.

Kwart miljard

De samenwerkende partijen willen dat de rijksoverheid jaarlijks een kwart miljard euro in de regionale plannen en projecten investeert. Dat is nodig omdat gemeenten in zo'n regiodeal soms investeringen achterwege moeten laten, die geld hadden opgeleverd. Denk aan nieuwbouw of een outletcentrum. Of het nieuwe kabinet straks bereid is bij te springen, zal moeten blijken.

Gezamenlijk belang

Ferd Crone, burgemeester van Leeuwarden en voorzitter van de G32, voorziet weinig problemen. Volgens hem zijn veel gemeenten ervan doordrongen dat er iets moet veranderen. ,,Daarnaast hebben we positieve ervaringen opgedaan met regionale samenwerking op het gebied van veiligheid en sociale thema's. Dus ik verwacht dat het op dit vlak ook lukt. En stel dat een of twee gemeenten blijven dwarsliggen terwijl de meerderheid instemt met een ontwikkelplan, dan moeten we toe naar een meerderheidsbesluit. Uiteindelijk moeten we kiezen voor het gezamenlijk belang."

De ene stad kan zich profileren als wellness hotspot, terwijl de andere zich als bruisende binnenstad richt op de beleving voor de consument, of juist een cluster wordt van kennisinstellingen en innovatieve ondernemers.

Hans de Boer, voorzitter VNO-NCW