Nieuws Actueel
'Als ik te lang over uitvaarten praat, begin ik al te huilen'
Het nieuwste project van Harry Mens opent in september de deuren. Een crematorium de luxe, middenin de bollenvelden van Lisse. Mens leidde het AD rond.

Bam! Makelaar Harry Mens (Lisse, 1947) loopt in volle vaart tegen een glazen wand van zijn nieuwste project op. Even ziet hij er kwetsbaar uit, schudt met zijn hoofd, staat te trillen op zijn benen. Hij ziet er kleiner uit dan zojuist.
Bezorgd: ,,Zie je bloed?''
Hij moet nog op de foto, in het crematorium dat hij heeft ontwikkeld, en dat half september de deuren opent tussen de bollenvelden van Lisse. Het heeft van alles net even meer. Twee ovens. Extra zitplekken. Perfecte geluidsinstallatie.
Allemaal deel van het opmerkelijke nieuwste project van de makelaar, die ook op tv was te zien als presentator en in de roddelrubrieken opdook vanwege de meerdere vrouwen die hij er tegelijk op nahoudt. Opmerkelijk: Mens heeft een hekel aan uitvaarten. Hij huilt steevast tranen met tuiten. ,,Ik kan er helemaal niet tegen. Als ik erover blijf praten, begin ik al.''
Tegelijkertijd: afscheid nemen kan louterend zijn. Alsof je naar de sauna gaat, alles uitzweet, om als herboren naar buiten te stappen. ,,Een kick krijg je daarvan.'' Relativerend is het ook. ,,Als iemand het niet meer ziet zitten, moet-ie niet voor een trein stappen, maar naar een begraafplaats gaan.'' Deed hij zelf vroeger ook wel eens, als zijn carrière in een dip zat.
In de aula met chique grijze stenen vertelt hij over de geluidsinstallatie. Perfect in orde, uitgedokterd door de mensen die ook het geluid in het Concertgebouw regelen. Alleen het beste van het beste.
Broodje kaasDe begrafenis van zijn eigen vader, toen Harry nog maar zeventien was, zag er anders uit dan de uitvaarten die hij nu wil bieden. ,,Het was verschrikkelijk. Ik zie de burgemeester nog staan − mijn vader zat in de gemeenteraad − met een voet op de hoop zand, pratend over zichzelf, in plaats van over mijn vader.''
Vlak daarna vertelde zijn moeder hoe al die mensen die haar vroeger zagen als de vrouw van een notabele, waren gestopt met zwaaien. ,,In de kern zijn mensen niet aardig.'' Dat was de les die hij toen leerde.
Als hij zelf gaat, wil Mens misschien wel daardoor alleen zijn directe familie erbij - zijn (ex-) vrouwen, zijn kinderen. Onlangs werd bekend hoe hij er een derde gezin op nahoudt. Vijf dochters kreeg hij in totaal. ,,Na de dood van mijn vader, ben ik van 17 jaar 27 geworden. Ik heb een heel deel overgeslagen, ging niet mee naar de disco. Later ben ik dat in gaan halen.''
Hij is trots op dit gebouw, had een vriendje dat in de crematoria zat, die tijdens vakanties vertelde hoe het er in de business aan toe ging. Die vriend was vooral bezig met 'verbranden', Mens wil van een crematie een belevenis maken. Hier geen lopendebandwerk, met tien tot twaalf uitvaarten op een dag. Vier, dat is een mooi aantal. Heeft iedereen alle tijd om afscheid te nemen. Met lekker eten, een goede wijnkaart, alles erop en eraan. Maar geen poeha. ,,Als ze alleen een broodje kaas willen, dan kan dat ook.''
Nu hij ouder is, merkt hij dat hij zelf ook steeds minder behoefte heeft aan de franje waar hij vroeger aan hechtte. Soms heeft hij er spijt van, dat hij de moeders van zijn kinderen als jonge vent liet zitten met de luiers en de fles. ,,Jonge mannen zijn eigenlijk geen vaderschap waard. Die hebben te veel last van hun hormonen, gaan vreemd. Dat ik met al mijn vrouwen een goed contact heb, ligt vooral aan hen. Ik kan me daar schuldig over voelen, maar ik heb geen spijt van het resultaat.''
GiftigZijn dochters. Ze houden hem jong. De kleinste is nu twaalf. ,,Zonen, dat zou niets voor mij zijn. Dat zou alleen maar botsen.'' Als hij erover nadenkt hoe het zou zijn geweest, als zijn vader langer had geleefd, komt hij tot de conclusie dat ook zij de degens hadden gekruist. ,,Hij had me afgeremd.''
Het crematorium heeft twee ingangen, een grote en een kleine aula, die samengevoegd plek bieden aan 500 man. Nergens anders passen zo veel mensen, zegt hij. En er is al animo uit de wijde omgeving. Potentiële klanten zijn al komen kijken.
98 jaar oud, dat is zijn eigen streefgetal. Tot die tijd wil hij blijven werken. Hij is er goed in, al zegt hij het zelf. ,,Tien en een half miljoen heb ik hier uitgegeven, geen cent meer.''
Hem naaien ze geen oor meer aan, zegt hij ontspannen. Alleen als ze hem willen belazeren, dan wordt die andere kant van hem weer wakker geschud. Dan wordt hij giftig. ,,Dat overkomt me eigenlijk nooit. Als ik zou willen, zou ik anderen kunnen belazeren. Maar waarom zou ik? Geld, je koopt er geen minuut extra leven mee.''
Die glazen wand, daar moet hij nog wat aan doen. Als het hem overkomt, zo'n botsing, dan kan het iedereen gebeuren. Hij weet het al. Een sticker met het logo, een tulp, op de ruit. Daar praat hij liever over dan zijn verleden, zijn vader, de dood. ,,Nu heb je wel genoeg?'' Hij staat op, zijn hand gaat in de zak van zijn zwarte pak. Hij loopt weg, zijn tred veert alweer.