Nieuws Actueel
Amersfoortse bierwacht draagt stokje over
Bierwacht en 'dorpspomp' Rinus Hardeman houdt het na ruim 40 jaar voor gezien. Dat schrijft het AD. Voor zijn jonge opvolger Tom Westerling heeft hij een paar wijze lessen in petto. ,,Draag geen broek met scheuren er in.''

Rinus Hardeman is een oud wijf. Zegt hijzelf. Beppen is voor hem als zuurstof. Zonder dat element had hij zijn vak nooit 43 jaar volgehouden. 'Hoe moeten we nu aan onze roddels komen?', vraagt de Amersfoortse horeca zich bezorgd af. Opvolger Tom Westerling is, in de terminologie van Rinus, (nog) niet zo'n lulijzer. Eén voordeel heeft hij wel: de oud-barkeeper (Boothill Saloon, Marktzicht, Van Zanten) kent veel van zijn klanten.
UniekTom staat hoe dan ook aan het begin van een unieke loopbaan. Hij is de enige zelfstandige bierwacht in Amersfoort en omgeving. En, what's in a name, het beroep bestaat inderdaad vooral uit wachten. Nadat de slangen zijn aangesloten op de tap en zijn gereedschap - een pomp, aangedreven door een elektromotor - desinfecterend loog door de leidingen jaagt, kan de bierwacht achterover leunen. Zo gaat het, als in die smartlap, van kroegje naar kroegje.
De afgelopen maanden liep Tom (27) mee met de ouwe rot. Eigenlijk zou Rinus (67), bijgenaamd 'de spoelworm', zijn slang drie jaar geleden al aan de pomp hebben gehangen. Tom wilde het overnemen, maar die werkte toen net als barkeeper bij Van Zanten. En Rinus wilde zijn goeie vriend Huub Smink, (oud-)eigenaar van het café aan de Bloemendalsestraat, niet dwarszitten. ,,Eerlijk gezegd, was ik er ook nog niet aan toe. Het is zó leuk om de hele dag tussen dat horecavolk te zitten.''
VakantieDe oud-loodgieter werkte eerst negen jaar in loondienst als bierwacht in Amsterdam. Van een cao was geen sprake. Via langzaamaanacties en een kantoorbezetting probeerden Rinus en zijn collega's betere arbeidsvoorwaarden af te dwingen. Ze kregen tariefloon en hadden nauwelijks vakantiedagen.
Hun verzet bleek tevergeefs; de centrale bierwacht werd opgeheven en rond 1980 begonnen 70 van de 120 werknemers, onder wie Rinus, voor zichzelf. Ironisch genoeg had hij in het begin van zijn carrière als zelfstandige nóg amper vakantie. Een weekje in het voorjaar en in het najaar, dat was het wel. Met vijf 'koters' kon hij zich ook niet meer permitteren.
Het was best spannend om een vaste baan op te geven, erkent Tom, terwijl hij in café Lobbes slangen aansluit op de tap. ,,Ik stap in een paar grote schoenen. Maar het kwam op mijn pad. Bierwacht is een heel sociaal beroep. Voortaan werk ik van maandag tot vrijdag en minder in de late uurtjes.''
LessenVanachter een van de stamtafels hoort Rinus, wiens karakteristieke voorkomen met glinsterende kraaloogjes en wijd uitstaande oren doet denken aan een koalabeertje, het goedkeurend aan. De nog enigszins timide Tom stak in korte tijd al veel op. Toch wil Rinus hem nog vijf wijze lessen meegeven, waarvan Tom zich er al één ter harte heeft genomen. ,,Hij droeg een broek met van die scheuren er in. Dat kan niet in het horecabedrijf.''
Les twee: arriveer elke dag om 08.00 uur 's morgens bij de eerste klant. ,,Als je het laat sloffen, ga je naar de kloten.''
Les drie: géén drank overdag. ,,Begin daar pas mee na de laatste klant. Ik lust graag een biertje, maar ik heb genoeg collega's zien verzuipen die zich niet wisten in te houden.''
Les vier: wees discreet. ,,Je hoort en ziet in al die cafés veel dingen, die je niet allemaal kunt doorvertellen. Doe je dat wel, dan graaf je je eigen graf.''
Les vijf: houd je rust in ere. ,,Alleen een baas werkt zich te klere. Grijnzend: ,,Tom rijdt als een idioot door de stad.''
VissenKan Tom ook zo lang mee in het vak? Rinus haalt de schouders op. ,,Ik heb zelfreinigende tanks voorbij zien komen, biologisch doorspoelspul en weet ik wat. Het punt is: kasteleins willen er niet aan denken. De bierwacht hoeven ze nooit te bellen, hij ís er gewoon. Zijn aanwezigheid is zelfs zó vanzelfsprekend dat ze 'm vergeten uit te nodigen bij openingen. Ik heb een mooie tijd gehad in de horeca. De zomer kom ik wel door met vissen en in m'n tuintje werken. De volgende winter wordt een probleem. Ik moet wat verzinnen. Gelukkig kunnen ze bij sportclubs altijd vrijwilligers gebruiken.''
Eén ding weet hij zeker: hij gaat daar níet achter de tap staan.