Nieuws Actueel
Binnenkijken bij Prince: zo wordt Paisley Park geëxploiteerd
Amper een half jaar na de onverwachte dood van Prince is zijn landgoed Paisley Park open voor publiek. Verslag van een morbide tour langs zijn boekenplank, de gymschoenen en de veganistische keuken.

Prince hield witte duiven. Twee stuks. Divinity en Majesty blijken ze te heten en ze hippen enigszins mistroostig door hun kale kooi. ,,Als we stil zijn, maybe we can hear them cry'', zegt suppoost Karen. Er wordt niet gelachen. Of de twintig bezoekers in het atrium van Paisley Park snappen de verwijzing naar Prince' klassieke hit niet, óf ze zijn te druk met hun eigen ontdekkingstocht door het purperen heiligdom van het overleden popidool.
Dat ze de opmerking ongepast vinden, lijkt uitgesloten. Want al hebben de Prince-fans veel emoties bij hun bezoek aan het huis waarin hij stierf, gêne hoort daar niet bij. Ze vergapen zich zonder terughoudendheid aan het interieur ('Deze bank wil ik thuis ook'), de kleding ('Wat was hij klein dat hij dit paste!') en zelfs de boekenplanken van Prince.
Paisley Park, het landgoed dat Prince liet ontwerpen en waar hij bijna 30 jaar woonde en werkte, is open voor publiek. Voor 46 dollar ben je binnen voor een rondleiding van maximaal 70 minuten. Voorlopig was dat zondag voor het laatst. Vanochtend beslist de gemeenteraad van het gehucht Chanhassen, nabij Minneapolis, of Paisley Park opnieuw open mag.
HaastWordt er in Thailand één jaar onafgebroken gerouwd om koning Bhumibol, de familie van Prince heeft andere prioriteiten. De erfgenamen willen van Paisley Park een bedevaartsoord voor fans maken, in de stijl van Elvis' Graceland. Over het hoe en waarom willen ze niet praten, maar ze hebben er bepaald haast mee. Hun geliefde broer, neef of oom (Prince had geen kinderen of echtgenote) stierf op 21 april. Hij werd dood in een lift van Paisley Park gevonden. Overleden aan een overdosis pijnstillers, zo werd later vastgesteld.
Een eenzame dood in een desolate omgeving. Paisley Park mag dan een landgoed heten, van buiten heeft het complex de allure van een kantoorkubus op een industrieterrein. Prince had vanuit zijn werkkamer uitzicht op een streep asfalt.
Een half jaar na zijn heengaan treedt de bezoeker binnen in zijn privédomein. Mobiele telefoons moeten worden ingeleverd, over een notitieblokje en een pen wordt koortsachtig overlegd door in het paars gehulde personeel. Uiteindelijk mogen de schrijfartikelen mee naar binnen. Gelukkig. Want binnen volgen de relikwieën elkaar zo snel op, dat aantekeningen maken nodig is om te bevatten hoeveel van het leven van Prince er in de etalage ligt. Zijn woonvertrekken zijn weliswaar afgesloten, maar Prince leefde vooral waar hij kon werken. Het complex bevat vier opnamestudio's, een kleine nachtclub en een concertzaal voor zo'n 1.000 bezoekers.
VergadertafelHet openbare gedeelte bevat ook een keuken annex tv-kamer ('Hier keek Prince graag basketbal') en zijn kantoor. Die ruimte beslaat amper vijftien vierkante meter en herbergt een vergadertafel, een bureau en een uiteraard paarse chaise longue. In het boekenkabinet veel Jehovaliteratuur, naast pillen over de antieke Egyptische beschaving. Eronder staan twee paar witte gympen. Ze zijn gedragen. ,,We hebben het precies gelaten zoals het was'', had gids Karen eerder trots gezegd.
Een slungelige jongen houdt de wacht bij een koord dat langs de meubels is gespannen. Hij is niet te beroerd om tot in detail te vertellen wat de bezoeker net niet kan zien. De inhoud van het cd-wandrek bijvoorbeeld. Prince luisterde bij het signeren van contracten en het lezen van zijn mails naar de Beatles, The Cars, Herbie Hancock of zijn eigen cd-single The Greatest Romance Ever Sold.
Op het bureau valt naast een bovenmaats paars telefoontoestel een pennenbakje op. De jongen, die bezig is aan zijn derde dag als suppoost, kijkt er in. ,,Een nagelschaartje. Er zitten nog haartjes aan. Zou hij hier zijn neus getrimd hebben?'' Iets anders weet hij wel zeker: ,,Dit is de tas die Prince bij zich had op zijn laatste vlucht.'' Hij wijst op een groen rolkoffertje. Prince maakte een week eerder een noodstop tijdens een vlucht vanuit Atlanta, nadat hij onwel was geworden. Het incident werd wereldnieuws. De suppoost duwt met zijn voet tegen het koffertje. ,,Volgens mij zit het nog vol.''
KluisIn de grote studio A wacht een verrassing. Een medewerkster mag twee fragmenten onbekende Prince-muziek laten horen. Ze staan, legt ze uit, op een jazzalbum dat Prince voor het Blue Note-label maakte. Het verscheen ooit een uurtje online, maar verdween daarna in het niets. Is dit de eerste schat uit de beruchte kluis waarin Prince nog duizenden onuitgebrachte songs zou verbergen? Het meisje weet van niets, zegt ze. De twee flarden serveren Prince in excentrieke stemming: zang met vervormde stem en bliepende synthesizers.
Dwalend door de met gouden platen behangen gangen valt nog iets op: overal trappenhuizen, maar nergens die beruchte lift. ,,Die is er wel ergens'', lispelt een suppoost met gevoel voor mysterie. ,,Maar het gekke is: Prince nam nooit de lift. Die was er alleen om zware spullen te vervoeren.''
SouvenirshopAan het einde van de rondleiding wacht de voorspelbare apotheose: de souvenirshop (een bedrukte tamboerijn kost 80 dollar) én een cafetaria, het menu samengesteld door Prince' privékok Roy Roberts. Geheel vegetarisch, naar Prince' wens. ,,Prince was een echte zoetekauw'', lezen we. ,,Hij bewaarde vaak stukjes chocoladecake voor 's avonds laat.'' We nemen de veganistische pannenkoeken, die zo melig smaken dat je hoopt dat Prince ze niet bestelde op zijn laatste avond.
Ook aan de plastic tuintafel: de vriendinnen Tara, Shaun en Florence. Ze hebben tweeënhalf uur in de auto gezeten vanuit Duluth. Voelden ze zich niet opgelaten om door de persoonlijke ruimte van hun held te lopen? ,,Welnee. Prince wilde zijn muziek verspreiden onder zoveel mogelijk mensen. Zeker weten dat hij de plek waar hij die songs creëerde ook met zijn fans wilde dele