Nieuws Actueel
Ondernemers na verwoestende brand Ter Aar: 'Móéten open anders lopen klanten en personeel weg'
Ondernemers in Ter Aar kijken een maand na de verwoestende brand die hun bedrijven in de as legde uit naar de nieuwbouw: ,,Ik moet binnen een jaar weer open, anders verliezen we iedereen." Terwijl sloopmachines de verwoeste panden afbreken, pakken de getroffen ondernemers aan de andere van de weg de draad weer op.

Edwin van Egmond van Voortman Autoschade bekijkt de sloopwerkzaamheden. Foto: Merel Klijzing
Verwrongen staal, verbrandde houten balken en een zwartgeblakerde gevel. Het zijn de resten van het pand van Autoschadebedrijf Jan Voortman in Ter Aar. Een sloopmachine breekt het pand, dat op 9 juni verwoest werd, verder af. Die vrijdagavond brak brand uit bij plasticproducent TN Plastics, zo’n tachtig zaken op bedrijventerrein Bovenland liepen schade op.
En die is nog goed zichtbaar, maar ondernemers lijken er doorheen te kunnen kijken. Zo heeft het autoschadebedrijf bijvoorbeeld al nieuwbouwtekeningen. ,,We willen binnen een jaar weer open zijn”, zegt eigenaar Edwin van Egmond strijdvaardig in het AD. ,,Dus ik heb nog elf maanden.” Vanuit zijn nieuwe, tijdelijke onderkomen, kijkt hij uit op de ravage. Dat vindt hij fijn, zo houdt hij de vorderingen goed in de gaten. ,,Af en toe denk je nog wel eens, wat is ons nou overkomen. Je doet je er alles aan om dingen te voorkomen. Ons pand had compartimenten om bij brand te voorkomen dat alles zou afbranden. Maar dan gebeurt je dit. Alles is weg, dat is duidelijk."
Lees ook: Tientallen creatieve bedrijven in as gelegd bij grote brand in Rotterdam: ‘Alles is weg...’
Nazorg en beveiliging bedrijventerrein
Zijn werknemers proberen het werk weer op te pakken en doen dat op verschillende locaties waar het bedrijf onderdak heeft gevonden. Zo zijn medewerkers aan de slag in Alphen, Roelofarendsveen en Aalsmeer. Er worden zelfs al weer flauwe grappen gemaakt over de ‘brandschone’ materialen. ,,We kunnen de schade nog niet helemaal overzien, ik ben omzet kwijt. Klanten gaan op zoek naar een ander, ik móét over een jaar open, anders is iedereen weg. Klanten en personeel”, zegt de eigenaar die ook nog eens geconfronteerd wordt met diefstal. In de resten wordt door criminelen gezocht naar bruikbare machines en apparaten.
Er is tevredenheid bij Van Egmond over de gemeente Nieuwkoop. Een sloopvergunning was niet nodig, een eerste melding is geaccepteerd. ,,We behandelen ze per omgaande, zodat geen vertraging ontstaat”, meldt een woordvoerder van de gemeente. Het ‘team nazorg’ is nog actief en bemoeit zich onder meer met het beveiligen van het terrein en het beantwoorden van vragen van ondernemers en inwoners. Ook is het betrokken bij de heropbouw.
"Bedrijven zijn al aan het opruimen, van de aanblik van het terrein word je niet altijd even vrolijk. Maar de nieuwbouwplannen geven weer moed"
Niet alles gaat van een leien dakje, voor Van Egmond. Het bedrijf bleek na de brand te zijn afgesloten van elektriciteit. ,,Toen ik belde, werd gezegd dat we hadden opgezegd.” Een brief van de Omgevingsdienst zorgde dat Van Egmond bijna van zijn stoel viel.
In de brief, ingezien door deze krant, staat dat het bedrijf ‘heeft verzuimd’. De ondernemer had de brand moeten melden. Ook moet Van Egmond onderzoek doen, of geen vervuild bluswater in de bodem terecht is gekomen. Van Egmond reageert laconiek. ,,Mijn vader zei altijd ‘een gek moet je nooit tegenspreken, je moet gewoon ja zeggen en het niet doen'.”
Lees ook: Race tegen de klok voor Brainport na val kabinet: 'Arbeidsmarkt en energieschaarste wachten niet'
Bemiddelen bij afhandeling schade ondernemers
Een aantal getroffen zaken vond, net als het autoschadebedrijf, onderdak bij collega-ondernemers. Jan Hardenberg van Verenigde Ondernemers Nieuwkoop (VON) speelde daarbij een bemiddelende rol. ,,Ik probeer zoveel mogelijk vraag en antwoord bij elkaar te brengen. De afhandeling van de schade is een zaak van de bedrijven zelf, daar kan ik niet bij helpen. Bedrijven zijn al aan het opruimen, van de aanblik van het terrein word je niet altijd even vrolijk. Maar de nieuwbouwplannen geven weer moed.”
Het beeld, door sommigen omschreven als oorlogsgebied, begint te wennen, zegt de voorbijfietsende Wim Vuijk. Zijn huis én bedrijf ontkwamen aan de vlammen. ,,Oppakken en weer doorgaan”, omschrijft hij de teneur onder collega’s. ,,We proberen een hand toe te steken, maar ik kan ook niet veel.”