Citroënpanden spil op levendig plein

Met horeca, winkels en kantoren krijgen de Citroëngebouwen op het Stadionplein een moderne invulling. Maar de voormalige garages blijven een eerbetoon aan hun schepper, architect Jan Wils.

Het ruikt er nu nog naar garage, maar tijdens de komende renovatie zal die typische geur van beton, staal en smeerolie snel verdwijnen. Verder moet het gebouw vooral blijven herinneren aan zijn voormalige functie, vindt architect Frederik Vermeesch, die namens het bureau van Kees Rijnboutt zijn handtekening zette onder het plan voor een opknapbeurt van het noordelijke Citroëngebouw op het Stadionplein.

“Zowel aan de buiten- als de binnenkant gaan we uit van het gebouw in zijn oorspronkelijke staat,” zegt Vermeesch tijdens een bezichtiging van het rijksmonument. “Van de lift waarmee vroeger de auto’s van de eerste naar de tweede verdieping werden gebracht, maken we een kantoor.” Lachend: “We denken nog na over een nieuwe toepassing voor de hellingbaan.”

Twee droomklussen voor architecten had vastgoedbelegger Bouwinvest te vergeven na de aankoop vorig jaar van de Citroëngebouwen. De herinrichting van het oudste van de twee, opgeleverd in 1931 naar een ontwerp van architect Jan Wils, ging naar bureau Bierman Henket in Esch. Rijnboutt kreeg opdracht het tweede gebouw aan te pakken, ook van Wils, maar wel ruim dertig jaar jonger.

Werken op wat zo’n beetje heilige grond is: vlak voor de deur van het Olympisch Stadion, ook al afkomstig uit het oeuvre van Wils, wiens werk indertijd het sluitstuk vormde van het Plan Zuid van Hendrik Berlage. Het tweede Citroëngebouw uit de jaren zestig, vertelt Vermeesch, wordt wel beschouwd als de modernistische finale van zijn schepper, die in 1972 op 80-jarige leeftijd overleed.

Daarmee wordt natuurlijk met gepast respect omgegaan. Vermeesch kreeg als leidraad voor zijn werk een dik cultuurhistorisch rapport met informatie over ontwerp en gebouw. “In de loop van de tijd zijn allerlei onderdelen verdwenen. Die gaan we terugbrengen. Het gebouw krijgt ook weer zijn oorspronkelijke kleur: verschillende tinten wit en grijs. We willen terug naar het pure beeld.” Dat beeld moet eind volgend jaar weerte zien zijn. Eigenaar Bouwinvest verwacht dat de oplevering van de vernieuwde Citroëngebouwen ook de levendigheid terugkeert in het Olympisch Kwartier.

“Nu is het twintig dagen per jaar levendig rondom het stadion,” zegt Bas Jochims. “Dat moet het hele jaar door worden. De horeca wordt het kloppend hart van het plein, maar we denken ook aan evenementen.”

Zo wordt er volgens Jochims ook gekeken naartoekomstige gebruikers van de Citroëngebouwen. “Of het nu gaat om de horeca of de kantoren: de huurders moeten samen een bijdrage leveren aan de uitstraling en levendigheid. Het zijn bijzondere gebouwen die dus ook om bijzondere gebruikers vragen.” Hoewel de renovatie nog moet beginnen, hebben de eerste belangstellenden zich al gemeld, zegt de manager van het Bouwinvest Office Fund. “Daar maken we ons geen zorgen over.”