Toen DeSantis de wet aannam, die de bijnaam "Don't say gay"- wet kreeg, deed Disney in eerste instantie niets. Dat leverde het bedrijf kritiek op waarna toenmalig topman Bob Chapek stelde dat Disney achter de lhbti-gemeenschap stond. DeSantis besloot daarop dat het Reedy Creek Improvement District moest worden aangepakt. Die speciale gemeente, die door Disney werd bestuurd, gaf het entertainmentconcern de mogelijkheid om zaken als politie, brandweer, onderhoud van wegen en ontwikkelingsplannen zelf te regelen voor het terrein waar pretpark Disney World staat.
Die speciale status verdween, maar kort voordat dat gebeurde beperkten de door Disney aangestelde bestuurders de mogelijkheden van het DeSantis-getrouwe bestuur om zaken aan te passen. Zo werd het ontwikkelings- en bouwbeleid vrijwel tot in de eeuwigheid bij Disney neergelegd. Het nieuwe bestuur draaide die beslissingen terug, maar onduidelijk is nog of dat zomaar kan. DeSantis dreigde ook een gevangenis te bouwen bij Disney World en de controle van achtbanen van het Disney-pretpark bij de staat Florida onder te brengen. Andere pretparken zouden dat nog wel zelf mogen doen.
DeSantis wordt gezien als een belangrijke kandidaat om namens de Republikeinen een gooi naar het presidentschap van de Verenigde Staten te doen. Officieel heeft hij nog niet aangekondigd op te willen gaan voor die baan.