Dit zijn de 7 hardnekkigste vooroordelen over foodtruckfestivals

1. Je betaalt er de hoofdprijs voor een kop koffie of een broodje worst

Daarover verschillen de meningen op sociale media. Wat dat kopje koffie betreft: Marco Evenhuis, mede-organisator van onder meer Cuisine Machine, stelt dat een 'normaal, goed gezet bakje koffie, niveau koffiebar' niet meer dan een muntje kost. ,,En een muntje kost bij ons een knaak. Maar wat zo'n barista voor zijn specials vraagt, mag hij natuurlijk zelf weten."

Bezoekers wijzen erop dat het 'bekerbeleid' nogal uitmaakt. Glazen waarop statiegeld zit met daarin een wijntje kunnen zomaar 7,50 per glas kosten, twee jusjes een tientje. 'Reken maar op minimaal 20 euro per persoon als je iets wil eten en twee drankjes'. Qua aanbod is er voor elke beurs wel iets te snacken, maar 'de prijzen schieten omhoog' als het broodje hamburger 'een speciaal gefokte biefburger uit Scandinavië is met rucola uit de mangrovebossen in Brazilië en met mayonaise van Zeeuwse truffels', schetst een ander. Ook de duur van het bezoek speelt mee: reken 'zeker een tientje per persoon per uur', adviseert een bezoekster.

Lees ook: Ondernemer Rutger Vlaming loopt binnen met maatpakken aan huis

2. Een foodtruckfestival is een braderie voor hipsters

Dat zouden we wel willen! Op foodfestivals komen heel gewone gezinnetjes die er een dagje uit van maken. Vandaar ook de combinatie met springkastelen, zweefmolen, schmink en optredens.

3. Als je diarree wil, ga je naar een foodfestival

De kans dat je een dag later met een kater in bed ligt, is groter. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit houdt toezicht op de hygiënische bereiding. Bovendien kijken de foodtruckers zelf ook wel uit: één keer miskleunen en niemand boekt ze meer.

Lees ook: Hoe de taartenwinkel Honeypie furore maakt in Zeeland

4. Lang wachten voor je eten klaar is, nergens plek om te zitten

Met 1200 zitplaatsen zal het bijvoorbeeld bij Cuisine Machine in Vlissingen dit jaar wel meevallen. Die lange rijen, inderdaad: daar kun je op wachten. Voor organisatoren is het de kunst om de balans te vinden tussen aantal trucks en het te verwachten publiek. Weinig trucks = lange wachttijden, publiek ontevreden maar verkopers blij. Veel trucks = publiek blij want geen wachttijden, verkopers ontevreden vanwege geringe inkomsten.

5. Elk foodtruckfestival is hetzelfde

Organisator Marco Evenhuis kan dat tot zijn spijt niet helemaal ontkennen. ,,Het concept is wegens succes te makkelijk en te vaak gekopieerd. Wij leggen zelf de lat hoog en hebben een behoorlijk budget voor bands, circusacts en dat soort toestanden. In de ideale situatie is het bijna een compleet festival met podiumkunsten en lekker eten. In het algemeen kun je zeggen dat er te weinig nagedacht wordt over de vraag: wat is ons bestaansrecht en wat maakt onze truck, ons festival, anders dan anderen.'' En dat brengt ons op de volgende:

Lees ook: Utrechtse Haphut rijdt met broodje Vocking rond

6. Het is een trend, die snel voorbij zal zijn

Als de foodtruckfestivals (en de truckers) zichzelf niet vernieuwen, zal dat inderdaad het geval zijn. Evenhuis: ,,Ik zie om me heen weinig gebeuren. Een formule die in Amsterdam uitgemolken is, wordt eenvoudigweg verplaatst naar Coevorden 'want daar kennen ze het nog niet'.

7. Gezond, innovatief en verantwoord eten vind je er niet of nauwelijks

Dat hoeft niet zo te zijn. Zo is er de man die vorig jaar nog hotdogs met vette sauzen verkocht en dit jaar zeewierburgers. Zo is er een vistruck met duurzaam gevangen vis. En waar vind je meer fruitsapjes en smoothies dan op een foodtruckfestival?

8. Ze zijn er wel, maar ja, zo dúúr!

Daarover blijven de meningen verschillen. 'Elders betaal je ook al snel 4,50 euro voor een glas verse jus d'orange. En waar kan je uit eten voor 20 euro inclusief twee drankjes?'