Nieuws Actueel
Dopmeijer al meer dan honderd jaar een begrip in Den Haag
Vele tienduizenden Hagenaars en Hagenezen hebben sinds 1909 de beroemde belegde broodjes van Dopmeijer gegeten. Verslaggever Leo van der Velde, van het AD, is een van hen. Hij komt er al sinds de jaren zestig.

Toen ik net verkering kreeg bracht ik mijn meisje, met wie ik later zou trouwen, altijd naar huis. Op haar Mobylette, want ik had zelfs geen fiets. Eind jaren zestig was het.
Nierbroodje
Zondagavond stopten we steevast bij oom Gerard Dopmeijer aan het Slijkeinde voor een nierbroodje. Een keer mocht ik ze allebei opeten. Omdat zij een druppel uit zijn neus op de toonbank had zien vallen. De talloze keren dat we jaren later bij John en Alie Dopmeijer (beiden 67) een broodje bal of rosbief haalden, heeft mijn vrouw dat nooit durven vertellen.
Lees ook: Bij F&S, Firat, Tanger, Basis E Markt en Pasikonik Den Haag voelt de klant zich geen nummertje
Legendarisch
Ook de legendarische vestiging aan de Rijswijkseweg trekt een divers publiek: impresario's, makelaars, notarissen, taxichauffeurs, stratenmakers. In de loop der jaren hebben vele tienduizenden Hagenaars en Hagenezen er wat te bikken gehaald. Daarom steekt het de familie Dopmeijer nog steeds dat ze bij het 100-jarige bestaan in 2009 niet het predicaat Hofleverancier hebben gekregen. Terwijl de firmanaam al generaties lang (anno 1909) in Den Haag bestaat.
Majesteit
John heeft de majesteit zelf uitgenodigd. Zelfs een exemplaar van de jubileumkalender bij de poorten van Paleis Huis ten Bosch afgegeven. Ook de benodigde papieren ingevuld en naar het stadhuis gebracht. ,,De burgemeester kwam niet eens langs. Al had hij het maar uitgelegd, waarom wij niet, en vele anderen wel, na 100 jaar het bord met dat koninklijke wapen boven de voordeur mochten hangen."
Bijzonder
John stapt altijd om zeven uur in de ochtend 'de meest bijzondere broodjeszaak van Den Haag', die zijn naam draagt, aan de Rijswijkseweg binnen. Hij moet zorgen dat alles klaar is als om half tien de eerste klanten komen. Ook de goulash en saté, net als het warm vlees en het gekookte spek dat dadelijk suddert in de twee grote pannen waarin hij roert. ,,Dat been ik zelf uit."
Ouderwets
De bekende rode neonletters achter de winkelruit, die nog uit 1952 dateren, gaan straks pas aan. Veel klanten komen vooral voor de broodjes met 'ouderwets' beleg. Een broodje uierbord (2,05 euro), in de volksmond koeientiet genoemd; jongeren hebben er nog nooit vangehoord. De Dopmeijers haalden de uiers vroeger op het slachthuis. ,,Toen waren ze nog warm. Nu komen ze vers en gekoeld uit Groningen en moet de uier eerst nog acht tot tien uur koken.''
Delicatesse
Met wat peper en zout is het een delicatesse waar de smaak van fricandeau nog het meest bij in de buurt komt. Net zo bekend is het broodje gebakken bloedworst (2,05 euro), met appel of ui. Broodje bal van Dop is meer bal dan broodje, al komt dat doordat de broodjes klein zijn, maar het instituut Dopmeijer staat vooral bekend om het verse beleg. Dat kun je ook per ons kopen. Voor thuis. Net als de zelfgemaakte bruine bonen-, tomaten- en groentesoep, die je voor 2,35 euro uit de diepvries kunt meenemen. Erwtensoep kost een eurootje meer.
Toetje
Jongeren halen er vers ingevroren maaltijden als andijvie met karbonade, spinazie met een varkenslapje, zuurkool met spek, peen en uien met klapstuk, boerenkool met worst of rode kool met hachee. John schiet in de lach. ,,Ze komen ook voor het nierbroodje. Vroeger kon je die in alle automatieken trekken, maar dat is niet meer van deze tijd. We hebben klanten die een broodje hagelslag willen. Niet omdat het maar zeventig cent kost, ze nemen zo'n broodje als toetje."
Inkopen
Echtgenote Alie komt altijd om half negen. Samen werken ze dan tot vijf uur. Daarna wordt de zaak spiegelfris geboend. Zaterdags zijn ze dicht, want er moeten ook inkopen worden gedaan. En de boekhouding. ,,We stoppen heus nog wel eens een keer", zegt John. Alie: ,,Je kunt niet eeuwig blijven werken." Ze hadden de zaak graag willen overdoen aan dochter Linda, maar die werkt liever in de kinderopvang. Zij heeft gezien hoe hard haar ouders altijd moeten buffelen. Op de drukste uren krijgen de Dopmeijers hulp van verkoopster Loes.
Generaties
Generaties Dopmeijer werkten keihard en de familienaam raakte vooral na de Tweede Wereldoorlog in Den Haag en tot ver daar buiten bekend. Johns overgrootvader begon de eerste broodjeszaak in 1909. In de Van Ostadestraat/hoek Paulus Potterstraat. Daarna kwam er een winkel in de Van der Vennestraat, in het Slijkeinde en een vestiging op de Stationsweg. Op een gegeven moment waren er vijf broodjeswinkels. Ook eentje op de Rijswijkseweg nummer 232, maar die moest wijken voor de stadsvernieuwing. De vader van John begon in 1991 in het huidige (laatste) pand op nummer 151. De prijzen van de belegde puntjes zijn bijna allemaal uit de vorige eeuw. Alleen is het guldenteken veranderd in dat van de euro. Ook de spreuk op de wit betegelde wand achter de koelvitrine met allerhande vleeswaren, is nog net als vroeger: U mag hier alles vragen, maar ga niet staan jagen. Want wilt u lekker eten, dan moet u van geduld afweten.
Vaste klanten
Vaste klanten vragen altijd naar de seizoenskroketten die John is gaan maken toen zijn vader in 2004 overleed. ,,De kroket voor elk van de vier jaargetijden en daarbij de sinterklaas- en kerstkroket. We hadden natuurlijk al de garnalen-, rundvlees- en kaaskroketten", mijmert Dopmeijer terwijl hij in de keuken weer nieuwe kroketten staat te rollen. Qua maat kan daar geen machine tegenop. ,,Ik voel in mijn hand het gewicht want ze moeten allemaal even groot zijn." Straks begint hij aan de gehaktballen. Negen kilo gehakt gaat er doorheen. Daarna de frikadellen. Steevast neemt John om elf uur 's ochtends zelf een broodje. ,,Warm vlees of goulash. Ik lust alles."
Laatste broodje
Dik 40 jaar na de 'druppel' vroeg mijn vrouw in mei of ik wat bij Dop wilde halen. Het ziekenhuiseten vond ze te flauw en ze mocht de volgende dag toch naar huis. John pakte vrolijk een broodje halfom, rosbief en bal in. ,,Doe ik het voor haar in een mooi tasje." Ze straalde en at de broodjes smakelijk op. De andere avond het besef dat het de zwartste dag in mijn leven was geworden. Het waren haar laatste broodjes geweest.
We stoppen heus nog wel eens een keer