Nijmegen gaat deze week voor de derde maal op voor de titel European Green Capital, de onderscheiding voor groenste en duurzaamste stad van Europa. Den Bosch en de Zweedse stad Umea zijn de andere finalisten. Ze treffen elkaar in de Sloveense hoofdstad Ljubljana waar een Europese jury zal uitmaken wie de award verdient.
Wethouder Harriët Tiemens van Milieu weet dat vraagtekens worden gezet bij het nut van deelname aan deze Europese competitie. Ze was twee jaar geleden zelf ook kritisch. Maar ze is intussen allang overtuigd van het nut. Ze ziet dat ondernemers enthousiast zijn. Twee jaar geleden waren het zelfs vooral bedrijven als NXP, HasKoningDHV en ondernemersorganisaties als TPN West en het Economisch Collectief en de Radboud Universiteit die zeiden: doorgaan, niet opgeven.
ZonneparkVolgens Tiemens komen in Nijmegen veel 'groene' initiatieven van onderop. Zo streeft TPN West naar een energieneutraal industrieterrein, zorgt een burgerinitiatief voor de plaatsing van windmolens en maken talloze organisaties, scholen, woningcorporaties en bedrijven zich sterk voor zonnepanelen.
Er ligt nu zelfs een plan voor een enorm zonnepark bij de Grift, en in de Waalsprong is een actie gaande om verwaarloosde oude boomgaarden nieuw leven in te blazen. Ook zoeken zo'n 80 lokale bedrijven samen onder de noemer Power2Nijmegen naar innovatieve duurzame energiebesparende oplossingen.
VooruitstrevendTiemens: "Als je aan zo'n wedstrijd begint, valt bij de inventarisatie van ons groene, duurzame beleid op dat we soms nog toch te bescheiden zijn. We vinden veel zaken snel normaal, maar Nijmegen is op milieugebied echt vooruitstrevend."
"Meedoen aan deze green-competitie zorgt ervoor dat we in Europa gezien worden. Dat is misschien niet voor elke individuele Nijmegenaar interessant, maar wel voor bedrijven en bijvoorbeeld ook de universiteit. Steeds vaker stappen innovatieve bedrijven op ons af die hier een proef willen beginnen op milieugebied. Dat is goed voor de stad."