Nieuws Energie
Waarom Zeeland 's werelds grootste groene waterstoffabriek wil laten bouwen
Ørsted wil in Zeeland een gigantische fabriek voor groene waterstof bouwen, de grootste ter wereld. De Deense energiereus steekt zijn nek ver uit om de industrie in de havens van North Sea Port klimaatbestendig te maken. Waarom heeft Zeeland zo’n gedurfd plan nodig? En levert het ook banen op? Tien vragen over waterstof.

Dit is de Ureum 7-fabriek van Yara Sluiskil. Yara gebruikt waterstof voor de productie van kunstmest. Foto:Yara Sluiskil
Zeeland kent Ørsted van windpark Borssele dat 23 kilometer uit de Zeeuwse kust ligt. Het ontwikkelde de helft daarvan. Vorig jaar kwam het gereed. Het levert voldoende elektriciteit om jaarlijks 1 miljoen huishoudens van groene stroom te voorzien. Nu stort zich Ørsted zich in een nieuw avontuur: de bouw van een electrolysefabriek van 1 Gigawatt waar met groene stroom duurzame waterstof kan worden gemaakt. De grootste ter wereld, schrijft PZC.
Wat is waterstof precies?
Waterstof is het meest voorkomende element in het universum. Een groot deel van de waterstofatomen die op aarde voorkomen, is gebonden in water. Een watermolecuul (H2O) bestaat uit twee waterstofatomen en een zuurstofatoom. Verder komen waterstofatomen veel voor in organische verbindingen en fossiele brandstoffen. Onder normale omstandigheden is het gasvormig en wordt gesproken van waterstofgas (H2).
Tekst gaat verder onder de impressie van een waterstofketen. Beeld: Ørsted
Lees ook: Ingrid Thijssen (VNO-NCW) maant politiek tempo te maken met verduurzaming industrie
Wie gebruiken het en waarvoor?
Waterstof is met name belangrijk voor de procesindustrie. Zeeland is grootverbruiker van waterstof. Kunstmestproducent Yara en chemieconcern Dow benutten/produceren grote hoeveelheden waterstof. Zeeland Refinery gebruikt waterstof in de hydrocracker om brandstoffen schoner te maken en meer benzine uit ruwe aardolie te halen. Samen zijn ze goed voor 450.000 van de 800.000 ton waterstof die jaarlijks in Nederland wordt gemaakt. Daarnaast gaat waterstof een rol spelen in vervoer waar elektrisch rijden geen oplossing is, bijvoorbeeld voor streekbussen die langere afstanden moeten overbruggen.
Is waterstof duurzaam?
Niet alle waterstof is milieuvriendelijk. De bulk is nu grijze waterstof die wordt geproduceerd door hoge druk stoom (H2O) met aardgas (CH4) te laten reageren. Dat levert waterstof en CO2 op. Het kost dus gas en broeikasgas, waar we juist vanaf willen. Een voor het milieu minder schadelijke variant is blauwe waterstof, waarbij de vrijkomende CO2 wordt afgevangen en opgeslagen. Groene waterstof is de toekomst. Die wordt gemaakt in elektrolysefabrieken met groene stroom van windparken op zee. Zulke elektrolysefabrieken zijn er nauwelijks, zeker niet op de schaal waarover Ørsted het nu heeft.
Lees ook: Hoe ondernemers omgaan met duurzaamheid en zichzelf scherp houden
Waarom is groene waterstof zo belangrijk om klimaatdoelen te halen?
De uitstoot van het broeikasgas CO2 moet drastisch omlaag om de opwarming van de aarde te beteugelen. Energiecentrales en de industrie stoten veruit de meeste CO2 uit. Samen zijn ze goed voor 100.000 miljoen kilo CO2 per jaar. Het is dus zaak niet alleen over te stappen op CO2-neutrale stroom van bijvoorbeeld windparken, zonneweides of kerncentrales, maar ook de industrie te voorzien van groene grondstoffen en duurzame energie. Industriële processen zullen vergaand geëlektrificeerd moeten worden en dat vergt gigantisch veel stroom. Nederland moet ook een tandje bij zetten omdat we met de huidige inspanningen de klimaatdoelen niet halen: in 2030 bijna de helft (49 procent) minder broeikasgassen dan we in 1990 uitstootten. Daarom wil het Rijk de bouw van windparken op zee versnellen.
Ørsted wil de mega electrolysefabriek ergens in het havengebied van North Sea Port bouwen. Waarom per se in Zeeland?
De vraag naar waterstof is hier enorm. Je moet zo’n fabriek neerzetten op een plek waar de grootste milieuwinst in de industrie te behalen valt. Er is ook draagvlak. De industrie, havenbedrijf NSP en de overheden, waaronder de provincies Zeeland en Oost-Vlaanderen, scharen zich vierkant achter het plan. Al langer willen ze het waterstofbolwerk van Nederland worden.
Tekst gaat verder onder de impressie van een waterstofketen in het havengebied van North Sea Port. Foto: Ørsted
Zo’n fabriek met een vermogen van 1 Gigawatt. Is dat nou veel?
Ja, de schaal is baanbrekend. Tot nu toe werd gesproken over een Zeeuwse proeffabriek van maximaal 100 Megawatt. Dit is tien keer zoveel. Daarmee zou Ørsted een vijfde van de waterstofvraag in de havens van North Sea Port dekken. Dan praat je over 116.000 van in totaal 580.000 ton waterstof (bedrijven in de haven van Gent meegerekend). Ørsted wil dat trouwens in twee stappen van 500 Megawatt doen. Het energiebedrijf denkt overigens dat tot 2050 zo'n 10 Gigawatt aan electrolysevermogen nodig is om de waterstofhonger van de industrie te stillen.
Een electrolysefabriek draait op groene stroom. Waar moet die vandaan komen?
Ørsted wil de fabriek rechtstreeks koppelen aan een nog te bouwen windpark op de Noordzee. Dat moet zeker 2 Gigawatt aan vermogen bezitten. Omgerekend kun je er jaarlijks 3 miljoen huishoudens van duurzame stroom voorzien. Dat is ongeveer een derde meer dan het totale windpark Borssele levert.
Zo’n fabriek en het bijbehorende leidingennetwerk kost honderden miljoenen euro’s. Hoe gaat Ørsted dat betalen? Moet er overheidssubsidie bij?
Er ligt nu een eerste plan onder de vlag van SeaH2Land, de waterstofvisie van Ørsted. Een rekensom moet nog worden gemaakt. Ørsted zegt met dit plan: kabinet, als je je klimaatdoelen wilt halen, dan ligt er in Zeeland een gouden kans om een reuzenstap te zetten. Het moment om het plan te lanceren is strategisch gekozen. In zijn reageerakkoord zal het nieuwe kabinet moeten aangeven hoe we de komende negen jaar sneller de C02-uitstoot kunnen verminderen. De toekomstige coalitie krijgt nu een concreet plan van een energiereus op een presenteerblaadje aangeboden.
Grijp het met beide handen aan, zou je zeggen. Maar duidelijk is ook dat er geld uit Den Haag nodig is om echt van de wal te komen. Niet alleen voor de fabriek, ook het 45 kilometer lange netwerk van waterstofleidingen vergt een investering van vele miljoenen. Dow exporteert sinds 2018 waterstof naar Yara via een gaspijpleiding die is omgebouwd voor waterstof. Het netwerk moet worden uitgebreid naar het zuiden richting ArcelorMittal en naar het noorden, onder de Westerschelde door, naar Zeeland Refinery.
Tekst gaat verder onder de foto van de extra reactor die vorig jaar bij de hydrocracker van Zeeland Refinery is geplaatst. De raffinaderij gebruikt waterstof onder meer om producten te ontzwavelen. Foto: Zeeland Refinery
Lees ook: Maurits Groen (Kipster): 'Ondernemers die niet duurzaam zakendoen zijn uitvreters'
Wat levert de bouw van een electrolysefabriek Zeeland op?
De bouw zelf kan werk opleveren voor onderaannemers en toeleveranciers, net zoals destijds bij windpark Borssele (op onderstaande foto in aanbouw)kl. Het grotere plaatje is dat bedrijven toekomstbestendiger worden en daarbij meer afhankelijk zijn van elkaar. Wie in een waterstofnetwerk zit, vertrekt niet zomaar. Dat borgt banen in de Zeeuwse industrie. De nieuwe fabriek zelf vraagt uiteraard ook personeel. Hoeveel is nog te vroeg om te voorspellen. Voor woningen speelt waterstof nauwelijks een rol. Een collectief warmtenet of een elektrische warmtepomp is meestal een betere oplossing.
Is waterstof gevaarlijk of anders gezegd: wordt dit geen slapende bom?
Waterstof is niet bijzonder explosief, zeker niet in de buitenlucht. Het is wel een erg licht gas en snel ontvlambaar. Makkelijker dan aardgas kan het ontsnappen bij kleppen en afsluiters. Je moet er net zoals met aardgas veilig mee omgaan. Tegelijkertijd heeft de chemische industrie er veel ervaring mee. Met het plan van Ørsted wordt Zeeland er niet onveiliger op, wel schoner en groener.