Nieuws Familiebedrijf
Geen gedoe in het familiebedrijf door pre-exit: familie kan eerder genieten van kapitaal
Veel eigenaren van familiebedrijven zeggen dat hun kinderen vrij zijn om te gaan en te staan waar ze maar willen: 'Ze hoeven de onderneming niet over te nemen'. Een overname door een volgende generatie wordt daardoor steeds minder vanzelfsprekend. Met de pre-exit kan de familie al gaan genieten van het kapitaal. Het voordeel is dat de onderneming op een goede manier wordt voorgezet door bijvoorbeeld een investeringsfonds.

Drie generatie glastuinders. Gaat de kleinzoon het complex van opa ooit voortzetten? Foto: Shutterstock
Familiebedrijven vormen een belangrijke hoeksteen van de Nederlandse economie. Toch is er een ontwikkeling gaande: er verdwijnen veel familiebedrijven. Overnamespecialist Marktlink liet het onderzoeken en stuitte op het feit dat kinderen steeds vaker kiezen voor een eigen leven, vertelt Vincent Pastoor, partner bij Marktlink. ,,Zij gaan studeren en hebben daardoor andere ambities ontwikkeld. Omdat zij kiezen voor dat andere carrièrepad is dat een reden om het familiebedrijf te verkopen aan derden.”
Uit de jaarlijkse Marktlink Monitor blijkt dat er een toename (van 37 naar 49 procent) is van een management buy out door een van de medewerkers. Overname door de familie is minder waarschijnlijk. Het daalt van 54 procent in 2020 naar 43 procent vorig jaar.
Lees ook: Familiebedrijf Koppert begon met één komkommer, nu is het een multinational in gewasbescherming
Derde generatie ziet keihard werken en weinig vrije tijd niet zitten
Wat de 'dealmakers' van Marktlink vaak als argument horen, is dat de ouders hun kind of kinderen tegenwoordig meer ruimte geven om hun eigen pad te bewandelen. Pastoor vertelt dat een cliënt zijn zoon van 29 jaar wel ergens ‘in de onderneming ziet werken’, maar dat hij niet het beste tot z’n recht kwam als hij het hele bedrijf zou leiden.
Er speelt nog een andere ontwikkeling en die is in één woord te vangen: demografie. De Ondernemer bracht onlangs een verhaal over een familiebedrijf waarvan de kinderen nog te jong zijn om in het bedrijf te komen werken, en de huidige eigenaar had geen zin om tot zijn tachtigste te buffelen. ,,Vroeger kregen we op veel jongere leeftijd kinderen en die kwamen dus jong in het bedrijf”, aldus Pastoor. ,,De DGA (directeur-grootaandeelhouder) van nu hecht óók waarde aan een privéleven naast het werkend bestaan. Traditioneel is het zo dat vaak de derde generatie het keiharde werken en weinig vrije tijd niet ziet zitten.”
Lees ook: Zo veroverde Go-Tan Nederland met woksauzen, kroepoek én borrelnootjes
Neem als familiebedrijf een directie in loondienst
De drie ontwikkelingen die Pastoor schetst, zorgen ervoor dat het familiebedrijf steeds vaker in handen komt van een ander bedrijf. Het kan worden voorkomen als er een directie in loondienst komt. ,,De aandelen blijven dan in bezit van de familie en een nieuwe directie voert de dagelijkse leiding”, geeft Pastoor als optie aan, om er meteen achteraan te zeggen dat dit niet makkelijk is. ,,Een DGA vindt het best lastig om zijn of haar bedrijf uit handen te geven. Het is per slot van rekening een manager en geen ondernemer. De ons bekende doorsnee DGA is jong begonnen en kan daardoor lastig op zijn handen zitten. Bij sommige DGA’s is het alles of niets. Enige eigenwijsheid is hen niet vreemd.”
"Een directeur-grootaandeelhouder vindt het lastig om het bedrijf uit handen te geven aan een directeur in loondienst. Dat is per slot van rekening een manager en geen ondernemer"
Hoe kan de DGA dit dilemma tot een goed eind brengen, zonder dat de familie met kerst niet meer bij elkaar komt? De vader van Henk en Eric Wolters had over die vraag beter na moeten denken toen hij hen elk een belang gaf van 50 procent in Wolters Kunststoffen. De twee broers bevechten elkaar nu via rechtbanken, geven veel geld uit aan dure advocaten en dat levert in de media smeuïge verhalen op.
Zo'n familieruzie wil je natuurlijk niet, weet Pastoor. ,,Ik stel soms een pre-exit voor. Uit de Marktlink Monitor blijkt dat 50 procent van de ondervraagde ondernemers dit een aansprekende optie vindt. Je verkoopt als familie dan een belang van 60 tot 70 procent aan een investeringsmaatschappij. Het managementteam komt in andere handen, maar de DGA kan zich bijvoorbeeld richten op alleen acquisitie. Hij of zij leert zo om minder te gaan werken en de zaak uit handen te gaan geven. Het voordeel van zo’n deal is dat de ondernemingswaarde al grotendeels verzilverd kan worden en je zo toch het familiekapitaal veiligstelt.”
Veel praten is onderdeel van het verkoopproces
De frictie die kan ontstaan bij opvolging of verkoop legt Pastoor gelijk op tafel. Een overname goed begeleiden en daarna horen dat de familie met elkaar overhoop ligt, wil hij beslist niet. ,,Soms is een familiebedrijf beter af in de handen van een ander persoon of bedrijf. Deze kan de onderneming naar de volgende fase brengen, iets wat de huidige familie niet lukt. Praat daar goed over als familie. Bij interne overdracht van DGA naar kind kan frictie ontstaan met en tussen de andere kinderen. Regel dat goed, daarom is een pre-exit een goed traject. Je krijgt meteen een marktconforme meting van de waarde van het familiebedrijf.”
Meer over bedrijfsoverdracht lees je hier.