Blog Familiebedrijf
Mr. Simon van den Boomen over opvolging familiebedrijven: 'Always change a winning team'
Mr. Simon van den Boomen reageert op de uitslag van het recente onderzoek onder familiebedrijven, uitgevoerd door de Erasmus Centre for Family Business uit Rotterdam.

Erasmus Centre for Family Business uit Rotterdam bracht deze week in haar onderzoek onder familiebedrijven naar buiten dat met elke opvolgende generatie de concurrentiekracht afneemt. Op lange termijn neemt bij familiebedrijven de vitaliteit af. Oudere familiebedrijven zijn kwetsbaarder dan even oude niet-familiebedrijven.
Die conclusie uit het rapport is niet opzienbarend, eigenlijk best logisch. Het is bij familiebedrijven namelijk een terugkomend fenomeen om geschikte opvolgers te vinden, op tijd te vernieuwen en familieruzie buiten de deur zien te houden. Naar mate de familie langer hun bedrijf blijft aansturen dreigen de prestaties af te vlakken.
De kracht om telkens te vernieuwen en in te spelen op veranderingen (zoals bijvoorbeeld corona) is voor alle bedrijven lastig, ook voor familiebedrijven. Je kunt op je vingers natellen dat maar heel weinig families tot in lengte van generaties over voldoende kwaliteiten beschikken om de uitdagingen aan te kunnen. Het begint in de eerste generaties vaak stormachtig maar zie dat maar eens tientallen jaren achter elkaar vol te houden. Het is nu eenmaal beperkt kiezen als de algemeen directeur (bij familiebedrijven noemt niemand zich CEO) familie moet zijn.
Verder zijn familiebedrijven in 'the war for talent' ook niet de meest sexy partij om voor te werken. Het is nu eenmaal voor de jeugd met Instagram interesse cool om aan je vrienden te vertellen dat je bij een groot en bekend bedrijf werkt dan bij een familiebedrijf om de hoek. Op de arbeidsmarkt hebben veel familiebedrijven dan ook een imago uitdaging.
Heeft de familie genoeg van Darwin in zich waardoor ze op eigen kracht de uitdagingen aan kunnen? Geen schande als dat niet zo is. Het is eerder uitzonderlijk als dat wel op eigen kracht lukt.
Nederlandse bedrijven bestaan gemiddeld ongeveer veertig jaar. Daarna houden ze op te bestaan, worden ze overgenomen, gaan ze failliet, worden ze opgesplitst en verdwijnen ze van het toneel. Ieder bedrijf heeft zijn levenscyclus, net als bij ons mensen. Tegen het einde van zo’n cyclus bij een familiebedrijf wordt het spannend.
Heeft de familie genoeg van Darwin in zich waardoor ze op eigen kracht de uitdagingen aan kunnen? Geen schande als dat niet zo is. Het is eerder uitzonderlijk als dat wel op eigen kracht lukt. De echte wijsheid komt naar voren als men binnen de familie onder ogen ziet wat men nodig heeft. Welke expertise, karakters of ervaring moet er aan het team worden toegevoegd om te kunnen blijven bestaan? Dat laatste, continuïteit op lange termijn, staat bij ieder familiebedrijf hoog in het vaandel. Het bedrijf is het extra familielid aan tafel. En dat extra kind vraagt om veel aandacht, het doet niet aan kwartaal denken, kent geen shareholders value en is maar op een ding uit: doorgroeien om te blijven bestaan.
Waarom familiebedrijven moeite hebben met het laten instromen van toppers van buiten laat zich raden. Eigenaren van familiebedrijven zijn ook maar mensen en het vraagt om een goed inzicht en moed om je eigen beperkingen in te zien en open te staan voor hetgeen de familie mist. Eigenlijk is het uitzonderlijk als bij de verdere generaties alle primaire processen nog in handen van 'de familie' zijn. Het zouden welhaast tovenaars moeten zijn om uit zo’n kleine familiaire kring top talent te blijven voortbrengen. Maar juist omdat het bedrijf hun kindje is staan veel ondernemers open voor aanbevelingen tot externe versterkingen. Dat gaat lang niet altijd van zelf en behoeft regelmatig een duwtje.
Eigenlijk is het uitzonderlijk als bij de verdere generaties alle primaire processen nog in handen van 'de familie' zijn. Het zouden welhaast tovenaars moeten zijn om uit zo’n kleine familiaire kring top talent te blijven voortbrengen.
Hoe gaat dat in z’n werk? Als eerste is de juiste analyse nodig waar de behoefte ligt. Die vraag wordt altijd door klanten (de markt) bepaald en niet vanuit de familie zelf. Als dit niet uit de ondernemer of familie zelf komt moet er betrokken adviseurs zijn die niet schromen daarop te wijzen. Dat zie ik als een plicht van iedere 'trusted advisor'. Niet meepraten maar benoemen wat benoemd moet worden want alleen dan komt de ondernemer in beweging voor iets waar hij van nature minder toe geneigd is: versterkingen van buitenaf binnenhalen.
Het is lastig voor adviseurs om die rol op te pakken omdat het verder gaat dan hun beroep. Het vraagt een zekere moed om zoiets lastigs te benoemen. Dit proces van benoemen is erg de moeite waard want familiebedrijven zijn vaak grote werkgevers die velen van werk voorzien. Als we die familiebedrijven ook nog op tijd een wissel of versterking zien doorvoeren dan hebben we daar met z’n allen nog heel lang profijt van. Dus familiebedrijven acteer op tijd. Always change a winning team.
Simon van den Boomen
Mr. Simon van den Boomen schreef dit gastblog op persoonlijke titel. In het dagelijks leven is hij als partner verbonden aan WVDB Accountants Adviseurs.