Duurzaamheid leeft bij familiebedrijven. Bijna iedereen vindt het belangrijk, maar in de praktijk komt het er vaak niet van. Uit het onderzoek onder 165 Nederlandse familiebedrijven blijkt dat slechts 30 procent de zogenoemde ESG-doelstellingen – milieu, maatschappij en goed bestuur – echt onderdeel maakt van de strategie.
Lees ook: Boodschappen én maatschappelijke functie: dit familiebedrijf is veel meer dan supermarkt alleen
Nog geen 12 procent brengt regelmatig verslag uit over duurzaamheid. Meer dan de helft doet dat zelfs nooit, en dat is een gemiste kans, zegt prof. dr. Anita van Gils van Maastricht University, gespecialiseerd in familiebedrijven en innovatie.
„Juist familiebedrijven hebben sterke troeven in handen. Ze denken in generaties, niet in kwartalen”, zegt van Gils. „Ze zijn lokaal geworteld en voelen zich verantwoordelijk voor hun omgeving, maar zolang die langetermijnvisie niet gedeeld wordt binnen de familie én met het personeel, blijft duurzaamheid vrijblijvend.”
Klanten en leveranciers betrekken bij groene ambities
De voorlopers onder de familiebedrijven laten zien dat het anders kan. Ze hebben duurzaamheid een vaste plek gegeven in hun bedrijfsstrategie en gaan daarin vaak een stap verder dan wat wettelijk verplicht is. Ze betrekken leveranciers en klanten actief bij hun groene ambities en stimuleren duurzaamheid door de hele keten heen.
Wat opvalt: bij deze bedrijven komt duurzaamheid niet van bovenaf. In plaats van een eenmalig project is het een gedeelde overtuiging, gedragen door familie, management en medewerkers. Vaak is het ook een morele keuze. Niet omdat het moet, maar omdat het hoort.
Juist familiebedrijven hebben sterke troeven in handen. Ze denken in generaties, niet in kwartalen
Prof. dr. Anita van Gils Maastricht University
Volgens Joost Vat, partner bij BDO, maken veel van deze koplopers gebruik van hun ‘stewardship mindset’. „Ze kijken niet alleen naar de winst van vandaag, maar naar de impact op de lange termijn. Niet alleen binnen het bedrijf, maar ook daarbuiten. Daarmee kunnen ze echt het verschil maken.”
Groene generatiekloof
Duurzaam ondernemen wordt vaak gezien als kostbaar, maar dat beeld is achterhaald, zegt Arnold Mars, cfo van AFAS. „Bedrijven die duurzaamheid serieus nemen, trekken makkelijker jong talent aan. Die generatie zoekt werkgevers met een missie. Daarnaast versterken duurzame keuzes het imago van een bedrijf én de klantrelatie. Uiteindelijk leidt dat tot betere resultaten.”
In veel familiebedrijven tekent zich intussen een ‘groene generatiekloof’ af. Jonge opvolgers vinden duurzaamheid vanzelfsprekend, maar zien dat de oudere generatie daar niet altijd prioriteit aan geeft. Tegelijkertijd zien zij wél de potentie van hun familiebedrijf om echt iets bij te dragen aan de duurzaamheidstransitie.
Lees ook: Modern ondernemerschap in historische drogisterij: zo pakken broer en zus het aan
Voor familiebedrijven die worstelen met de vraag wie het stokje overneemt ligt hier een kans, zegt Vat. „We zien mooie voorbeelden van jongeren die hun plek opeisen in het familiebedrijf, juist door duurzaamheid op de agenda te zetten. Dat geeft nieuw perspectief, zeker in bedrijven waar opvolging niet meer vanzelfsprekend is.”
Kennis en middelen delen
Voor kleinere familiebedrijven is de drempel vaak hoger. Ze missen de tijd, kennis of mensen om duurzaamheid goed op te pakken. Toch zijn er kansen, zegt Van Gils.
„Veel familiebedrijven zijn aangesloten bij brancheorganisaties. Via die weg kunnen ze relatief eenvoudig kennis en middelen delen. Dat zou een logische eerste stap zijn om duurzaamheid structureel in te bedden.”