Nieuws Familiebedrijf
Twentse melkveehouders gaan voor rechtstreeks klantcontact
Melkveehouders Rogier en Heleen Lansink maakten een inspiratiereis naar Frankrijk en Italië. “Franse ondernemers vertellen het verhaal van hun product, dus de klant weet precies wat hij koopt en van wie.”

Negentig koeien hebben ze, en vijftig stuks jongvee. Op vijftig hectare boeren ze. Moderne, hardwerkende ondernemers in St. Isidorushoeve, een dorpje bij Haaksbergen in Twente. Heleen is eigenlijk docent van beroep, maar ze stapte in volle overtuiging in het boerenbedrijf van haar man.
Indrukwekkende reis
Terwijl haar man nog even in de stal bezig is, vertelt Heleen honderduit. “Die Franse ondernemers hadden allemaal rechtstreeks contact met hun klant. Ze staan op de markt, zoals de olijfolieproducenten, ze verkopen vlees vanaf de boerderij, zoals de varkenshouders. En de boeren staan gewoon bij toerbeurt een dag in de winkel van hun coöperatie. Ze vertellen het verhaal van hun product, dus de klant weet precies wat hij koopt en van wie. Bij de Italiaanse coöperatie die we gezien hebben, hadden ze honderd hectare, maar niet zo veel rendement. Ze leefden er met dertig gezinnen van. Ze verkochten waardevolle producten zoals wijn en worst in hun boerderijwinkel. Het grootste deel van de oogst was voor eigen consumptie. Wat ze daar doen en wat ik echt mooi vind: alleen produceren wat je zelf lokaal gebruikt. Dat kunnen we ons echt niet voorstellen hier in Nederland met onze efficiëntie. Ook het tegengaan van de leegloop op het platteland was een van de effecten van de coöperatie. Dat vind ik interessant. Ik wil graag de ambassadeur zijn: vertellen wat we doen, samen met de burger zoeken naar oplossingen.”
Uitdagingen
“We hebben het de laatste twee jaar best moeilijk gehad. Ons inkomen staat de laatste twee jaar fors onder druk zoals bij veel andere collega”s in de sector. De melkprijs is zo”n 10 cent per liter gezakt. In 2015 en 2016 hebben we met onze omvang ongeveer €85.000 minder melkgeld gekregen. Zo wordt je motivatie en overtuiging wel zwaar op de proef gesteld. Grote schommelingen in melkprijzen, regelgeving die voortdurend verandert. Maar ja, wij zijn boer uit overtuiging. Zeven dagen in de week aan het werk, één week vakantie per jaar. Toch vinden wij het prachtig!”
Klantcontact
Heleen doet de administratie. Rogier is met stalwerk 50-55 uur per week bezig. Kalvende koeien helpen, gras oogsten in de zomer, de melkproductie in de gaten houden. In 2006 zijn ze samen begonnen op deze boerderij, het bedrijf van Rogiers vader. Ze produceren 850.000 liter melk per jaar. Als de prijs 10 cent per liter zakt, kost hen dat een hoop geld. Daarom zoeken ze naar nieuwe wegen, in samenwerking met de provincie. Ze zijn enthousiaste deelnemers aan het Agro&Food-programma. Kenmerkend is hun grote openheid. “Wij hebben de burger nodig om te kunnen produceren. We willen meer uitleggen, liefst door direct contact met de consument. Die wil zien wie zijn voedsel maakt. Ik vertel altijd graag ons verhaal. Daarom komen hier vaak mensen langs om te kijken hoe wij produceren.”
Melkautomaat
Friesland Campina neemt al hun melk af. Dat geeft een stabiele basis. Toch wilden ze hun focus uitbreiden door rechtstreeks contact met de klant. Zo kwamen ze op het idee van een melktap: voorbijgangers gooien hun geld in een automaat en kunnen zoveel verse melk tappen als ze willen. Het is zogenaamde “rauwe melk”, ongepasteuriseerd. De regels schrijven voor dat hun melk niet anders dan vanaf het eigen erf verkocht mag worden. “Over vier weken komt de melktap. We zetten er een klein huisje bij waar de tap in komt te staan. Eén bekertje melk drinken kan ook. Misschien kunnen we de buren er ook bij betrekken en wat meer producten aanbieden. Een heel klein coöperatietje. We hebben in Frankrijk gezien hoe belangrijk het is dat je het verhaal vertelt, hoe je je melk produceert. Wat voor keuzes je maakt. Dat willen de mensen weten. Maar ze horen het tot nu toe niet voldoende, laten zich leiden door de media die vaak een verkeerd beeld schetsen. Ik wil dat graag vertellen aan iedereen die het maar horen wil.”
Duurzaam
“Wij proberen zoveel mogelijk kringlopen sluitend te maken op ons bedrijf. Bijvoorbeeld door het gebruik van bio-bedding. We scheiden onze eigen mest en de vezels die achterblijven, kunnen we gebruiken voor de bedden van de koeien waardoor ze lekker kunnen liggen. Ook zijn we grondgebonden: onze mest kunnen we plaatsen op onze eigen grond. De maatschappij betrekken bij onze bedrijfsvoering zien we als zeer relevant en ook als een duurzame keuze. Alleen op die manier houden wij het vol.”
Provincie
De provincie Overijssel verstrekte kennisvouchers aan de ondernemers voor het oplossen van een vraag gericht op versterking en verduurzaming van de Overijsselse Agro&Food sector. “Tja, die kennisvouchers, daar denken we wel over na. Via de provincie kunnen we wel wat ondersteuning gebruiken. Er moest uitgezocht worden welke doelgroepen we willen bedienen. Wie komt er naar de tap en waarom? En de vraag of dat past bij onze motivatie en ideeën. Daar krijgen we hulp bij van de provincie. Met een kennisvoucher zouden we ook willen laten onderzoeken wat er precies in onze melk zit, wat voor gezonde bacteriën erin zitten. Waarom mogen we onze rauwe melk niet in de stad verkopen, welke regels zijn daarvoor, zou er een uitzondering mogelijk zijn? Dat uitzoeken zou ook kunnen met een kennisvoucher misschien. Hoe dan ook: de zichtbaarheid van de boer en zijn product moet groter worden. Dat is goed voor de boer en de burger.”
Toekomst
“We hopen in de toekomst een melkveebedrijf te runnen met zo veel mogelijk sluitende kringlopen. En dat het behapbaar blijft als familiebedrijf. We willen een goede balans tussen arbeid en privé waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de informatievoorziening richting de burger. Het zijn roerige tijden. We hopen dat er verschillende ondernemers blijven bestaan binnen de melkveehouderij die op hun eigen manier kunnen blijven ondernemen, waarbij er een evenwichtige samenwerking ontstaat tussen burger, boer, natuur, fabriek, adviseurs en supermarkt. Waarbij een eerlijke boterham te verdienen valt voor de boer.”
We willen een goede balans tussen arbeid en privé waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de informatievoorziening richting de burger