Nieuws Familiebedrijf
Een van de oudste familiebedrijven en wijnhandels bestaat 175 jaar
Wijnhandel B.J. de Logie bestaat 175 jaar. Het is een van de oudste familiebedrijven van Amsterdam. Suzanne van Broekhuizen, zesde generatie, is tegenwoordig mede-eigenaar. Dat lag niet in de lijn der verwachting: ‘Mijn vader was bang dat ik me zou gaan vervelen in de winkel.’

Wijnhandel B.J. de Logie aan de Beethovenstraat in Amsterdam. Foto: Nina Schollaardt/Het Parool.
Regelmatig daalt Suzanne van Broekhuizen (42) af naar de kelder van wijnhandel B.J. de Logie aan de Beethovenstraat in Amsterdam. Voor een klant die een fles zoekt uit de oude voorraad, van een bepaald jaartal – 1981, 1985. Voor die heerlijke beaujolais die wacht op een slokje. Voor die vaste bezoeker die weet dat de spelonken van B.J. de Logie nog wat gedistilleerd – gin, cognac, vieux, whisky – herbergen. Een tl-buis werpt bleek licht op de koude, stenen vloer en de houten kasten, gevuld met flessen wijn. ,
,Die kasten zijn honderd jaar oud,” vertelt Van Broekhuizen, mede-eigenaar van B.J. de Logie, dat dit jaar het 175-jarig jubileum viert.
Aan het plafond kleven vergeelde, nog door haar vader geschreven geheugensteuntjes met ‘rosé d’anjou’ en ‘tavel rosé’. “Het is een bijzonder idee dat mijn voorgangers hier ook hebben gelopen. Vroeger had ik nooit zo veel met geschiedenis, maar hier is het steeds vaker iets om stil van te worden. Ze is op deze plek zo voelbaar,” vertelt ze aan Het Parool.
Suzanne van Broekhuizen is de zesde 'wijngeneratie' van de familie
Ze zwaait haar elfjarige zoon Daan uit, die even daarvoor nog in zijn nieuwe, groene Ajax-keepersshirt in de winkel stond. Hij is vernoemd naar die verre voorvader met wie het allemaal begon: Daniel de Logie. Die werkte in 1848 in een wijn- en biertapperij op het Muntplein, toen nog het Schapenplein.
,,Dat was de eerste aanzet. In 1928 kreeg het echt vorm en begon nazaat Barend Jan de Logie een wijnhandel op deze plek in de Beethovenstraat, hier in Amsterdam,” vertelt Van Broekhuizen. Ze is de zesde generatie van de familie. Begin 2015 nam zij samen met haar compagnons Frank Houtenbos en Jasper Ferwerda de wijnhandel en -import over van haar vader Theo, die in 2020 overleed.
Dat lag aanvankelijk helemaal niet in de lijn der verwachting. Van Broekhuizen werkte bij de Amsterdamse politie, waar ze als strategisch analist haar tanden in de georganiseerde misdaad zette. Eén ding stond voor haar altijd vast: ze zou de zaak nóóit overnemen. Niet omdat ze het niet wilde, maar omdat haar vader haar dat van kleins af aan had meegegeven. ,,Hij was zelf zeventien toen zijn vader Ger in een auto-ongeluk overleed. Ger, stiefzoon van Barend Jan de Logie, had de winkel in 1964 geërfd. Mijn vader voelde zich als oudste zoon verplicht de zaak met zijn moeder over te nemen. Hij had destijds geen keuze en wilde dat ik die wél zou hebben.”
Van politie naar de wereld van wijn
Van Broekhuizen nam zijn advies ter harte en ging sociale psychologie en criminologie studeren. ,,Helemaal weg was de winkel niet, want ik hielp mijn vader vaak met kerst of in de vakanties. Ruim tien jaar geleden vroeg ik hem of hij er geen spijt van had dat hij mij ervan had weerhouden. ‘Ik heb nooit spijt,’ zei hij daarop. En schertsend: ‘Wat kun je dan? Je weet toch niks van wijn?’ Hij was bang dat ik me misschien zou gaan vervelen in de winkel.”
Hoewel Van Broekhuizen dol was op haar werk bij de politie, nam ze in 2010 toch ontslag om bij haar vader te gaan werken. ,,Misschien deed ik het wel omdat het ‘niet mocht’. Dat maakte het interessant. Maar ik deed het toch vooral omdat de winkel altijd een speciaal plekje in mijn hart behield. Al geldt dat ook voor de politie. Liefst was ik het allebei blijven doen, maar dat kon nu eenmaal niet. Ik hield een dierbare collega, Charlotte, over aan mijn tijd bij de politie. Ze neemt elk jaar vrij om ons met kerst te helpen om tienduizend flessen wijn in te pakken. Geweldig vind ik dat!”
Lees ook: Deze drie mannen stoppen met hun banen en starten wijnacademie
Anders dan haar vader vermoedde, verveelt Van Broekhuizen zich geen moment in de winkel. Ze houdt van het contact met klanten en restaurants en het zoeken naar nieuwe wijnen. En ze koestert de familiegeschiedenis die in elke vezel van het pand aan de Beethovenstraat zit. Zoals in de keuken met op de gevierendeelde kastjes gedenkwaardige wijnen uit jaartallen ver voordat zij geboren werd, en in de etage boven de winkel, waar haar vader en oom opgroeiden en haar oma Mia bleef wonen. Als die ’s morgens de trap af ging om naar de wc te gaan, bonsde ze eerst hard op de deurpost om haar vader, die achter de toonbank in de winkel stond, te waarschuwen.
,,Die deed snel de tussendeur dicht zodat klanten haar niet in haar negligeetje voorbij zagen glippen."
Lees ook: De overdracht van het familiebedrijf: start bij de kinderen, niet bij de financiën
Bruno Paillardchampagne voor bordeel Yab Yum
Ze loopt door naar het souterrain, tegenwoordig het magazijn, vol dozen wijn. Het ouderwetse behang doet nog denken aan de vroegere woonkamer. Klanten die in de jaren vijftig een fles wijn kwamen halen, zagen daar door het raam haar oma zitten: een zorgvuldig opgemaakte dame met gelakte nagels en een lange askegel aan haar sigaret.
Van Broekhuizen grossiert in de mooie herinneringen en soms ‘cowboyachtige’ anekdotes uit de tijd van haar vader. Zou wijlen Klaas Bruinsma, in de jaren tachtig Amsterdams bekendste drugsbaron, net zoveel flessen wijn van B.J. de Logie hebben afgenomen als de dochter van de eigenaar toen al bij de recherche had gewerkt? ,,Onze chauffeurs brachten bestellingen naar restaurants en particulieren, ook naar Klaas Bruinsma of relaties van hem. Als fooi kregen ze dan een mooie fles wijn terug.”
Een tijdje levert Theo van Broekhuizen zijn Bruno Paillardchampagne aan het luxe bordeel Yab Yum. ,,Die champagne was de eerste die mijn vader en moeder in 1982 zelf inkochten in Frankrijk. Naast de winkel begonnen ze toen ook als importeur.”
"Onze wijnen moeten mooie zuren hebben; die zijn de ruggengraat van de wijn. En we halen ze uitsluitend uit Europa"
Voor wijngebieden in Italië trokken ze 25 jaar geleden Tekla Lodder (65) aan. ,,Ik had al ervaring opgedaan bij een bordeauxbedrijf en kwam als eerste salesmedewerker bij Theo en Eveline werken,” vertelt ze. ,,Ik bezoek met Jasper of Suzanne regelmatig wijnboeren en beurzen om nieuwe wijnen te ontdekken. We letten daarbij op de signatuur van B.J. de Logie: fris en elegant. Thuis proeven we de wijnen nog een keer met het hele team.”
Van Broekhuizen: ,,Onze wijnen moeten mooie zuren hebben; die zijn de ruggengraat van de wijn. En we halen ze uitsluitend uit Europa. Elke vakantie combineren we met een bezoek aan een of twee wijnboeren. Dit jaar zijn we bijvoorbeeld bij Balestri Valda in Soave en bij Frank John in de Palts geweest.”
Op een maandagmiddag is het, zeker in vakantietijd, rustig in de krap bemeten winkel. In de rekken lokken de Bruno Paillards, Clos des Papes en anjous. Op de glazen bast is met witte stift de prijs gekalkt. Anoniem rondstruinen is er niet bij. Wie binnentreedt, staat meteen oog in oog met een verkoper.
,,De drempel is honderd jaar oud en nog steeds niet helemaal afgesleten,” zegt Van Broekhuizen. ,,Misschien is hij voor sommigen te hoog. Binnenstappen is spannend in zo’n kleine zaak, want je bent gedwongen meteen met de verkoper te praten. Voor anderen is dat persoonlijk contact juist een voordeel. We zijn een soort ‘kapper’. Bij de aankoop van een fles wijn gaat het vaak ook over de straat, wat er veranderd is, wat er met die en die is gebeurd. De een koopt twee flessen voor 750 euro, de ander eentje voor 7,50. We besteden aan iedereen evenveel aandacht.”
Boven de toonbank prijkt het portret van haar vader, verzonken in een wijnkaart. ,,Zo kennen mensen hem. Hij kijkt altijd met ons mee. Ik had hem nog zoveel willen vragen. Vorig jaar vond ik in de kelder een negentig jaar oude fles whisky van John Haig & Co die destijds door de familie De Logie is geïmporteerd. Heel bijzonder. Heeft mijn vader die daar ooit neergelegd? Op zijn ziekbed heeft hij me de kans gegeven dingen te vragen, maar ik kon niks bedenken. Ik wilde alleen maar dat hij bij ons bleef. Het was een zware tijd, de lockdown kwam tegelijk met zijn overlijden. We moesten knokken om overeind te blijven. Voor mij stond vast dat de zaak hoe dan ook moest blijven bestaan. Voor hem. En dat is gelukt.”