Aangeboden door
Branded Content Actueel
Zo komen ondernemers aan hun (groei)financiering
Toegang tot de financieringsmarkt is niet vanzelfsprekend voor -met name de kleinste- bedrijven. Dat blijkt uit gegevens van het CBS. De maandag verschenen Financieringsmonitor laat zien hoe succesvol de zoektocht naar extern geld is. Dit zijn de negen belangrijkste uitkomsten.

Bankleningen blijft de belangrijkste bron van financiering
Bankleningen hebben de afgelopen jaren aan marktaandeel verloren, maar ze blijven voor het bedrijfsleven de belangrijkste bron van financiering. In 2016 vond 63 procent van de totale financiering aan het bedrijfsleven plaats door middel van bankleningen. Ook zijn die instellingen nog altijd het primaire informatiepunt, gevolgd door het inwinnen van advies bij een accountant of financieel adviseur. Een kleiner deel van de ondernemers zegt aan te kloppen bij een andere financier, bij bekenden of gaat zelf online op zoek.
Financiering met bedrijfsobligaties is in opkomst
In 2010 bestond de financieringsmarkt voor 22 procent uit bedrijfsobligaties. In 2016 was dit 33 procent. Bij een bedrijfsobligatie schrijft een bedrijf een lening uit waar beleggers op intekenen. Die lening wordt opgeknipt en krijgt als obligatie een notering aan een beurs of kan buiten de beurs om onderhands verhandeld worden, bijvoorbeeld aan de werknemers van het bedrijf. “Een van de verklaringen van de sterke toename is de gunstigere rente van bedrijfsobligaties ten opzichte van bankleningen. Ook de aankondiging van de ECB(Europese Centrale Bank, red.) in 2016 dat het opkoopprogramma van obligaties ook zou gelden voor bedrijfsobligaties heeft deze vorm van financiering aantrekkelijker gemaakt”, geven de onderzoekers als verklaring. Voor kleinere bedrijven is deze financieringsvorm volgens het CBS minder aantrekkelijk omdat de extra kosten vrij hoog zijn.
Factoring en lease steeds belangrijker alternatief voor mkb
Het gebruik van alternatieve financieringsvormen (crowdfunding, equipment lease, factoring en private equity investeringen) is in vier jaar tijd bijna verdubbeld. Toch hebben deze financieringsvormen slechts een beperkt marktaandeel. De grootste groei heeft plaatsgevonden binnen crowdfunding. Absoluut gezien heeft factoring het meest bijgedragen aan de totale groei van alternatieve financieringsvormen. Bij factoring koopt een factoringmaatschappij openstaande facturen van een onderneming en keert direct een deel van die facturen uit aan de onderneming. De onderneming heeft hierdoor meteen de beschikking over het geld.
Toegang tot financiering is het moeilijkst voor jonge, kleine bedrijven
Kleine bedrijven die jonger dan 5 jaar zijn (en startups) hebben volgens de Financieringsmonitor de grootste moeite met het aantrekken van de gezochte financiering. Dit vormt een mogelijke barrière voor doorgroei en opschaling. Jonge, snel groeiende bedrijven en startups hebben namelijk relatief veel behoefte aan financiering om hun expansie te kunnen bekostigen: het gaat om respectievelijk 42 en 38 procent van deze bedrijven. Voor ondernemers actief in de handel, vervoer en horeca is het sowieso moeilijk om financiering te vinden.
Lees ook: 5 stappen om van je crowdfunding een succes te maken
Kwart mkb heeft behoefte aan externe financiering
Bijna een kwart van het mkb heeft behoefte aan externe financiering gehad tussen juli 2017 en juli 2018. In de industriële sector is de meeste behoefte aan externe financiering, gevolgd door handel, vervoer en horeca. De industrie investeert relatief veel in materiële vaste activa.
Daarentegen heeft de sector onroerend goed en reparatie hier juist de minste behoefte aan. Dat komt volgens het CBS omdat dit veel woningbouwcorporaties zijn die financiering kunnen aantrekken onder borgstelling van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Ze hebben dus minder behoefte aan externe financiering. De zakelijke dienstverlening heeft ook een relatief lage financieringsbehoefte. “Deze sector probeert over het algemeen minder afhankelijk te zijn van externe financiers en aan de financieringsbehoefte te voldoen vanuit intern eigen vermogen. Bovendien zijn hun werkzaamheden minder kapitaalintensief”, aldus het CBS.
De meeste ondernemers zijn niet bekend met overheidsinstrumenten
De overheid zet verschillende instrumenten, regelingen en subsidies in om de toegang tot financiering voor ondernemers te stimuleren. Doordat tweederde van de bedrijven niet bekend is met loketten (zie lijst hieronder), laten ze kansen en geld liggen. Slechts een klein deel van de ondernemingen geeft aan daadwerkelijk gebruik te maken van de pot geld die de overheid biedt.
Lees ook: Op deze manier combineer je alternatieve financieringsvormen
Voorbeelden van overheidsinstrumenten die de toegang tot financiering voor ondernemers moeten stimuleren zijn:
Borgstelling Mkb Kredieten (BMKB), waarbij de overheid garant staat voor een deel van de lening van mkb-bedrijven die een bank niet voldoende onderpand kunnen bieden;
SEED Capital regeling, waarbij de overheid innovatieve ondernemingen op technologisch en creatief gebied ondersteunt bij het verkrijgen van risicokapitaal;
Innovatiekrediet, waarbij de overheid veelbelovende innovatieve projecten financiert vanuit het innovatiefonds MKB+;
Versterking smart industrie en logistiek, een subsidieregeling (in de regio West-Brabant) bedoeld voor mkb-ondernemers met projecten vooral gericht op de sectoren logistiek, maintenance, bio-based economy, hightech systemen & materialen, vrijetijdseconomie of agrosector.
De overheidsinstrumenten worden via verschillende loketten beschikbaar gesteld: gemeenten, provincies, Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s)4) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).
Meeste bedrijven doen aanvraag na oriëntatie
Tweederde van de mkb-bedrijven die zich oriënteren op externe financiering, doet ook daadwerkelijk een aanvraag. Kleinere bedrijven doen dat een stuk minder vaak dan grotere bedrijven (80,3 procent tegenover 60,5 procent). “De voornaamste redenen voor bedrijven om na oriëntatie toch geen externe financiering aan te vragen, zijn intern. Zo heeft 30 procent van de bedrijven toch aan hun behoefte kunnen voldoen vanuit interne middelen en voor nog eens 30 procent bleek de timing verkeerd te zijn.“
Van alle financieringsaanvragen is 84 procent succesvol
Van de bedrijven die externe financiering aanvragen, is 84 procent succesvol. Hoe groter een bedrijf, hoe hoger de kans op succes. Dat komt omdat grote bedrijven doorgaans al langer mee gaan, waardoor er meer over hen bekend is. Ze zijn daarmee minder risicovol voor financiers. Grote bedrijven hebben in 98,8 procent van de gevallen succes. In het microbedrijf(minder dan 10 werkzame personen) is de slaagkans duidelijk het laagst met 79,8 procent. In het kleinbedrijf en het middenbedrijf komt deze in de buurt van die in het grootbedrijf: respectievelijk 91 en 93 procent.
Financieringsbehoefte in de toekomst lager dan behoefte afgelopen jaar
De verwachte financieringsbehoefte ligt in het komende jaar lager dan de behoefte in het afgelopen jaar. Meer dan de helft van het mkb heeft namelijk geen constante financieringsbehoefte. “Een bedrijf dat in het afgelopen jaar een behoefte aan financiering had, is duidelijk minder geneigd om in het komende jaar ook weer geld buiten het bedrijf te zoeken.”, aldus het CBS.
In het afgelopen jaar gebruikte het mkb financiering vooral om bestaande activiteiten uit te breiden. In het komende jaar verwachten ze juist vaker op zoek te gaan om hun activiteiten te vernieuwen en om te investeren in onroerend goed.
De Financieringsmonitor werd vanaf 2008 door Panteia opgesteld en door het Ministerie van Economische Zaken naar de Tweede Kamer gestuurd. Sinds 2018 maakt het CBS in opdracht van het Ministerie een nieuwe Financieringsmonitor. De historische en actuele gegevens liggen ten grondslag aan de uitkomsten van de monitor samen met de resultaten van een nieuwe enquête onder ruim vijfduizend ondernemers in het mkb. De monitor heeft betrekking op de periode die loopt van 1 juli 2017 tot 1 juli 2018.
Zakelijke dienstverleners proberen minder afhankelijk te zijn van externe financiers en zijn minder kapitaalintensief