Nieuws Actueel

Zo lukt het fruitimporteur Eosta om duurzaamheid te vermarkten

Bij groente- en fruitimporteur Eosta proberen ze de mens weer centraal te stellen in de economie. Door een eerlijke prijs te betalen en door transparantie. Want: ‘Hoe slechter je de boeren kent, hoe gemakkelijker het uitbuiten gaat,' stelt directeur Volkert Engelsman in De Volkskrant.

Pieter Hotse Smit | Foto: Simon Lenskens 3 oktober 2018

Volkert engelsman eosta simon lenskens

Kom niet met ‘gezeik’ over de vervuiling door twee open haarden in zijn nieuwe bedrijfspand in Waddinxveen. Ja, 98 procent van de warmte gaat verloren, het zorgt voor fijnstof en ze ontregelen soms het klimaatsysteem, erkent de oprichter van de duurzame groente- en fruitimporteur Eosta.

Prioriteiten stellen

‘Toch stoken we ze’, zegt Volkert Engelsman (61) serieus, maar niet zonder lach. ‘Het leven is keuzes maken, prioriteiten stellen. De landbouw is goed voor 30 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Wij kiezen ervoor dat probleem aan te pakken. Daarna gaan we het over de open haard hebben.’

Lees ook: Waarom het de bloeitijd van sociale ondernemingen is

De haarden kwamen in het begin september opgeleverde pand voor de warme menselijke sfeer. Engelsman wilde een open plek waar de hiërarchie niet direct duidelijk is en de glazen kantoordeuren altijd open staan. En waar het dus naar houtrook ruikt. ‘Bij het kampvuur ontstaan nu eenmaal de beste vriendschappen en ideeën’, zegt de directeur, tevens bewonderaar van indianenopperhoofd Black Elk.

Traceerbare producten

Ideeën over hoe je groente en fruit uit de tropen zo transparant mogelijk kunt verhandelen, bijvoorbeeld. Zonder dat het klimaat, de boer, de natuur of de economie er onder lijdt, want dat is sinds 1990 het doel van Eosta. Het zet het gezicht van de boer op de traceerbare Nature & More-producten –alles biologisch. Het bedrijf geeft inzicht in zijn duurzaamheidsprestaties en laat de consument online meekijken. Die ziet hoe leveranciers van de Nature & More-producten omgaan met bodem en water. Hoe de biodiversiteit op hun land is, hun effect op het klimaat, hoe de arbeidsomstandigheden zijn en of de boer wel genoeg verdient.

Lees ook: Zo boekt Tony's Chocolonely een fenomenale omzetgroei

Vorige maand bleek dat organisaties met een dergelijk traceersysteem zeker moeten zijn van hun zaak. Albert Heijn lanceerde een app waarmee klanten kunnen meekijken naar de herkomst van haar sinaasappelsap. De supermarktketen werd met dank aan de eigen openheid in de media direct geconfronteerd met de zeer slechte werkomstandigheden bij de Braziliaanse leverancier.

Robin Food

Als zelfbenoemde ‘Robin Food’ was het vanaf het begin Engelsmans plan met Eosta de voedselbranche op te schudden. Niet zoals hij het leerde bij Cargill USA, de termijnhandelaar in grondstoffen, waar de les was zo min mogelijk binding aan te gaan met de producent. Dat staat winstmaximalisatie alleen maar in de weg. ‘Hoe minder goed je boeren kent, hoe gemakkelijker het uitbuiten gaat.’

Lees ook: Waarom deze studenten telefoonhoesjes verkopen die naar koffie ruiken

De mens moest van de joviale Engelsman terug in de economie, was de gedachte. Iedereen in de keten moest gaan profiteren. Een gezamenlijke dream, dance, deliver, noemt hij dat. Het is niet het laatste allitererende managementmotto dat Engelsman erin zal gooien.

Duurzaamheid vermarkten

Neem purpose, people, planet – waar zijn medewerkers tot in hun vezels van doordrongen moeten zijn. Of duurzaamheid moet je meten, managen, vermarkten en monetariseren – om niet te vergeten dat netjes gerekend moet worden, dus inclusief kosten voor mens en aarde.

Holle frasen? Een blik op de groene prijzenkast zegt van niet. Eosta – met een directeur die volgens dagblad Trouw de duurzaamste Nederlander is – werd dit jaar al beloond met drie duurzaamheidsprijzen, waaronder de Koning Willem I-prijs. In november kan daar de European Business Award for the Environment bij komen.

Hogere kosten

Het duurzame succes komt wel met een prijs. Eoasta’s Nature & More-merk is vaak duurder dan die van de gangbare concurrenten. ‘Voedsel is veel te goedkoop’, zegt Engelsman. ‘We zouden twee keer zoveel moeten betalen als we onder meer de kosten voor klimaatschade en sociale uitbuiting zouden meerekenen. Wij proberen wel een eerlijke prijs te rekenen. Waar niet alleen de aandeelhouder, maar ook de samenleving beter van wordt.’

Dit lukt niet altijd. Neem Albert Heijn. ‘Zij willen een lage prijs en verbieden ons transparant te zijn’, zegt Engelsman. Waarom niet breken met de organisatie die hij twee jaar geleden in het FD nog ‘crimineel’ noemde? Het is als met de open haarden: niet alle keuzes zijn perfect. ‘Wij doen aan klantenspreiding, wat ook in het belang van de boeren is’, zegt de directeur. ‘Een klant mag maximaal goed zijn voor 5 procent van onze omzet. Dit betekent dat we ook zaken doen met organisaties die minder oog hebben voor onze visie.’

Zonnepanelen

Niet dat Eosta afhankelijk is van de Nederlandse markt. 98 procent van zijn 110 miljoen euro omzet haalt hij uit andere Europese landen.

In een grote fabriekshal, vastgeplakt aan de ruimte met kantoren, crossen de inpakkers op elektrische vorkheftrucks langs de verpakkingen met tropische producten. De stroomrekening wordt binnenkort gehalveerd als de honderden zonnepanelen worden geleverd. Een behoorlijk duurzame investering op een hal die permanent wordt gekoeld tot 10 graden Celsius.

Spreadsheetgijzeling

Om een van de inpakkers slaat Engelsman een arm heen – niet alleen op kantoor is hij de joviale leider. Zijn medewerkers krijgen zo veel mogelijk vrijheid. ‘Worden wie je bent. Daar draait het om.’ Dus geen strakke functieomschrijvingen, nodeloos vergaderen en strenge targets. ‘Verantwoording leggen ze maar af aan hun eigen hart.’

Met consultancybureau McKinsey en de Erasmus Universiteit probeert Engelsman – die economie en bedrijfskunde studeerde – zijn visie op duurzaamheid en zijn manier van werken te vatten in een nieuw academisch curriculum voor bedrijfskunde studenten. ‘Een die niet gericht is op kennis en resultaten uit het verleden’, zegt hij. ‘Zoals buy low, sell high – een verkapte vorm van de VOC-mentaliteit, zeg maar. Een curriculum op basis van kennis van natuurlijk, sociaal en cultureel kapitaal. Weg van de spreadsheetgijzeling.’

Voor sollicitanten bij Eosta betekent dit op zijn minst open staan voor de duurzame zaak. Op de werkvloer doen alsof, dat heeft volgens Engelsman ook helemaal geen zin. Dat loopt op niets uit. En natuurlijk heeft hij ook voor die wijsheid een afgemeten alliteratie. Dan wordt het niet dream, dance deliver, maar fake, freeze, fail.