131 jaar, 4 generaties, 1 familiebedrijf: hoe Wijnkoperij Platenburg succesvol blijft

,,Wist je dat we het koninklijke wapen niet mogen wassen? Dan poets je het bladgoud eraf.’’ Het zijn de woorden van Julien Platenburg (39). We staan samen met hem, zijn vader Ger en de fotograaf voor de gevel van Wijnkoperij Platenburg in het hart van Rotterdam. De gevel waarop het wapen behorende bij het Predicaat Hofleverancier pronkt.

Julien is sinds 2018 eigenaar van het familiebedrijf dat laat in de 19e eeuw is ontstaan. Hij is de opvolger van vader Ger en moeder Lia, de vierde generatie van de winkel die sinds 2019 het Predicaat Hofleverancier mag voeren. Voor het interview zitten vader en zoon even later in wijnbar & restaurant Proef bij Platenburg. Het buurpand van de wijnwinkel en sinds de lente van 2023 een populair trefpunt voor veel wijnliefhebbers.

Wijnkoperij Platenburg begon met bier en koffie

Straks praten we verder over zowel het koninklijke predicaat als de bar. Eerst duiken we met Ger in de 131-jarige historie (zie ook kader) van het familiebedrijf. Een mooi verhaal over de eerste generatie die in 1894 een bierbottelarij annex koffiehuis opende ‘op’ Feyenoord. In die tijd nog lang geen mooie Bordeaux of gelaagde champagne in het glas, maar vooral bier, jenevers en andere sterke dranken.

Ger zijn grootvader haalde het bier bij de nabijgelegen brouwer Oranjeboom en bottelde het gerstenat zelf. Het bier werd ook genuttigd in het café dat ‘koffiehuis’ heette. We nemen een vlucht naar voren - het jaar 1976 - en Ger nam het stokje van zijn vader (de tweede generatie) over, samen met zijn vrouw Lia. De winkel (geen café meer) is inmiddels gevestigd in IJsselmonde (het andere filiaal op Zuid sloot even later), het zuidoostelijke punt van de havenstad.

Lees ook: Vierde generatie familiebedrijf breidt kledingwinkel uit: cocktails, horeca en party-afdeling

Van bier en bessenjenever naar mooie wijnen

Met de derde generatie aan het roer kreeg wijn een steeds grotere rol in de winkel. Het was een tijd dat de meeste Nederlanders, als ze überhaupt al wijn dronken, kozen voor zoete, goedkope en niet al te beste wijnen. Daar bracht Ger langzaam maar zeker verandering in.

,,In onze regio kwamen steeds meer arbeidsmigranten uit Spanje en andere Zuid-Europese landen wonen en werken. Elke zaterdag kwamen ze naar ons toe met een leeg mandje, met statiegeld, en namen ze weer een vol exemplaar mee. Het ging om vijf liter wijn. Die mensen dronken in plaats van water, wijn. Terwijl de Nederlanders die tijd vooral met verjaardagen en andere feestelijke momenten de betere wijnen geschonken. De rest van de tijd was het bier, bessenjenever of een advocaatje.’’

Onder andere vanwege een prijzenoorlog die werd gevoerd in gedistilleerde drankenland en de groeiende populariteit van (de betere) wijn, besloot Ger om eind 1979 te starten met een opleiding tot vinoloog. ,,Ik kwam in een heel andere wereld terecht! Frankrijk was destijds nog echt het wijnland. We spraken nog niet over de nieuwe wereld. Bovendien was er in de jaren tachtig een boycot van Zuid-Afrikaanse wijnen’’, memoreert Ger, die negen jaar lang de voorzitter was van de Nederlandse vinologenvereniging. ,,Daar leerde je zeer veel van en je paste het toe in de winkel. Ook ben ik zelf wijnen gaan importeren via de zoon van een andere wijnhandelaar. Veertig jaar geleden verkochten we zo’n tien verschillende wijnen, nu verkopen we er zo'n 1.100 tot 1.200.’’

Familiebedrijf Platenburg naar hart van Rotterdam

Sinds lange tijd zit het familiebedrijf in het hart van Rotterdam, niet ver van de (winkel)straten de Meent en Blaak. Ger Platenburg vertelt smakelijk over de jaren negentig, over de route naar het huidige pand waar de wijnkoperij sinds 1998 zijn plek heeft gevonden. Loop er naar binnen en je waant je in een winkel uit de 19e eeuw. Niets is minder waar: er is zeer goed over nagedacht. Een architect en een designbureau maakten van een kale ruimte een warme, authentiek aandoende winkel die past bij klassieke Europese wijnen die liggen te lonken in de speciaal ontworpen houten kasten.

Het was in die winkelruimte waar de jonge Julien pas echt kennis maakte met de wijnen. Een zeer bescheiden slokje van een Chateau Petrus, een van de duurste wijnen die er zijn, deed het vuur oplaaien bij zoon Platenburg. ,,Ik was toen 14 en dacht na het proeven: ‘Zo, als dit wijn is, dan ben ik verkocht!’’’, vertelt Julien. ,,Ik vond het een heel mooi product, maar bedacht me niet dat ik de volgende generatie was die de zaak zou leiden.’’

Eerste baantje bij Van der Valk

De jongste van de drie kinderen (Julien heeft twee oudere zussen genaamd Chablis en Margaux) werd zeker niet door zijn ouders gepusht om ze op te volgen, benadrukt de ondernemer. ,,Ik wilde de hotelschool gaan doen. Maar mijn vader zei dat ik eerst maar eens een baantje moest zoeken op een plek waar ik heel graag wilde werken. Dat werd een Van der Valk-restaurant. De beste leerschool ooit. Ik kwam in aanraking met de culinaire principes. Vanuit die positie wilde ik zeker de hotelschool doen’’, aldus Julien, die na een lunch samen met zijn ouders bij driesterrenrestaurant Parkheuvel het helemaal te pakken kreeg.

Via een omweg kon hij stage lopen in het Rotterdamse toprestaurant. Met een wijncollectie om van te watertanden. De liefde voor de drank laaide weer op en als twintiger ging Julien alsnog aan de slag in de zaak van zijn ouders. ,,Het leek me fantastisch, maar kwam er snel achter dat er veel meer komt kijken bij het runnen van een zaak. De financiën, de visie… Ik wist niet wat ik daarmee moest. Na een jaar heb ik het moeilijkste gesprek ooit met mijn ouders gevoerd. ‘Ik stop ermee!’, was mijn boodschap. Ik was niet gelukkig. Als ik het bedrijf zou overnemen, kon ik dat nooit goed doen. Vond ikzelf.’’

Lees ook: Zo word je met je bedrijf hofleverancier

Rugzak vol kennis en inspiratie

Julien voegde de daad bij het woord, ging in de avonduren economie studeren en belandde in een functie bij onder meer de Manpower Groep. Hij leerde er veel over marketing, online verkoop, sales en andere zaken die de retail verder helpen. Lang verhaal kort: met een rugzak vol kennis en inspiratie opgedaan in het bedrijfsleven, stapte de jongste Platenburg opnieuw over de winkeldrempel. Hij wilde terug het familiebedrijf in. De juiste keuze, zo blijkt tien jaar later. Na enkele jaren samen met ouders Ger en Lia in de winkel, werd Julien eigenaar van Platenburg.

De afgelopen jaren was een allesbehalve saaie periode voor de ondernemer. Vader en moeder gingen met pensioen, in 2019 bestond het bedrijf 125 jaar en dat werd gevierd met het Predicaat Hofleverancier (Ger: ‘We noemen het de kers op de taart of de kroon op het werk, na zoveel jaren hard werken’) en een gigantische wijnproeverij voor 1.300 wijnliefhebbers in de Rotterdamse Laurenskerk.

En toen… Toen kwam de coronapandemie. ,,Mensen konden niet naar de horeca en gingen thuis de betere wijnen drinken. Wijnen die ze online bij ons konden kopen. Het was de vuurdoop voor de webshop die kort daarvoor live was gegaan’’, aldus Julien. ,,We hadden dankzij de webshop klanthistorie opgebouwd en konden met die historie verder.’’

Na de winkel wijnbar Proef bij Platenburg

Niet historie, maar het nu, dat is het eerder genoemde Proef waar we met vader en zoon Platenburg zitten. In krap twee jaar tijd is het wijnlokaal uitgegroeid tot een vinologische hotspot. Toch kunnen de zaken nog beter. ,,Vrijdag en zaterdag zit het hier vol. Maar de rest van de week is het best ingewikkeld om genoeg gasten te trekken’’, zegt Julien.

,,Daarnaast liggen alle marges onder druk. Vorig jaar was zeer uitdagend voor Proef. Weet je, je moet een naam opbouwen. Die naam wordt steeds bekender. Ook dankzij wijnproeverijen die we voor bedrijven organiseren. Zo bouw je langzaam aan een steeds succesvollere horecazaak. Wat ik mooi vind om te zien, is dat het publiek steeds jonger wordt. Jonge mensen komen hier drinken en zien dat er in het pand ernaast een wijnwinkel zit. Op die manier maken ze kennis met heel ons bedrijf en onze producten.’’

Wijnkoperij Platenburg: lessen van vader Ger

Het is duidelijk. Nu is Julien Platenburg wel gelukkig in de winkel en de belendende wijnbar. Is hij dat ook tot zijn pensioen? ,,Ik denk het wel. Maar je zal jezelf altijd moeten blijven ontwikkelen. Ontwikkelen in die zin dat je steeds weer moet nadenken waar je met je onderneming naar toe wilt en op welke manier. Dat is het mooie aan dit vak en bedrijf. Ik heb nu 21 mensen in dienst. Het is een prachtig team waarmee ik verder bouw aan ons familiebedrijf.’’

Inmiddels is er een potentiële vijfde generatie, nog veel te jong om zich met school, werk, laat staan bedrijfsopvolging bezig te houden. Maar toch: hoe mooi zou het zijn dat de zoon of dochter van Julien ooit de leiding van vader overneemt? ,,Prachtig. Met misschien weer een heel nieuwe dimensie. Een Platenburg-hotel, een wijnhotel! Maar ik heb veel mooie lessen van mijn vader geleerd als het aankomt op je kinderen, hun ambities en een leven binnen- of buiten het familiebedrijf. Niet pushen, don’t push it! De keuze is aan hen, niet aan ons. Laat ze het zelf ontdekken. We gaan het zien.’’

Lees ook: Restaurant Boer Goossens krijgt na 226 jaar kroon op het werk en mag zich hofleverancier noemen