Nieuws Actueel
Met modulair bouwen Europa veroveren
Jan Snel Flexibel Bouwen wist vorig jaar de grens van 120 miljoen euro omzet te bereiken. Hoeveel vierkante meter van hun concept modulair bouwen daarvoor in de wereld staat, weten Harry en Jacqueline van Zandwijk niet. De twee directeuren zijn meer bezig met de toekomst van het bedrijf: het mooiste modulair bouwbedrijf van Europa worden.

Scholen, ziekenhuizen met speciale ruimten, studentenhuisvesting, aardbevingsbestendige huizen, accommodaties voor medewerkers op olieboorplatforms, units voor pinautomaten van de Rabobank.
De hele wereldAls Harry van Zandwijk in zijn kantoor op Willeskop begint aan zijn presentatie van de mooiste bouwprojecten, lijkt er geen eind aan te komen. Grote energiebedrijven als Eon, overheden, de NAM, het Internationaal Olympisch Comité zijn maar enkele van de opdrachtgevers die bij Jan Snel aankloppen. Ze komen van over de hele wereld naar het bedrijf in Montfoort. "We hebben opdrachten in heel Europa, in Amerika, Canada, Nigeria en Qatar en we gaan nu naar Turkije en Irak. Als het maar modulair bouwen is, kunnen we het. Het begint met semipermanente bouwwerken die vijf jaar moeten staan, maar het is inmiddels zo doorontwikkeld dat het permanente bouw genoemd kan worden.''
Het concept van modulair bouwen is dat er units in een werkplaats worden gebouwd en op de bouwplaats aan elkaar worden geschakeld. Harry: "Het verschilt van prefab bouwen. Daarbij worden losse daken en gevels in de fabriek gemaakt. Bij modulair bouwen wordt het gebouw opgebouwd in blokken. Het is lego voor grote mensen. Dat heeft voordelen: het kan snel, het is flexibel en je kunt het weghalen. Bij traditionele bouw en prefab bouw moet je aan het einde het gebouw slopen. Bij modulair bouwen pak je de units op om ergens anders weer te gebruiken.''
AsielzoekerscentraHet bedrijf heeft zo asielzoekerscentra in Düsseldorf en Hamburg met ieder duizend woonunits opgeleverd. Harry kan het geen sobere containerwoningen noemen. "Dat zijn volwaardige woningen met alles erop en eraan. Zo bouwen we ook studentenwoningen. Op de Zuidas in Amsterdam hebben we net een modern complex van 28.000 vierkante meter voor 800 studentenwoningen inclusief alle voorzieningen opgeleverd. Het is ontworpen door een architect. Het doet niet onder voor traditionele bouw.''
MelkbussenHet concept is gebaseerd op het idee van Oudewaternaar Jan Snel, de vader van Jacqueline. "In 1960 is mijn vader als ondernemer begonnen met vervoer van melkbussen. Hij was dus melkrijder en deed daar later foeragehandel voor agrariërs bij. Dat transportgedeelte is nog steeds belangrijk in het bedrijf. Wij hebben nog een vloot van 52 vrachtwagens die nog dagelijks de ferro en non-ferro en natuurlijk de eigen units en bouwsystemen rijden.''
Ondernemend als Jan Snel was, breidde hij zijn bedrijf uit naar transport van losgestort ferro (ijzer) en non-ferromaterialen voor grote recyclingbedrijven. Hij reed door heel Europa en kwam veel in de haven van Rotterdam. Daar kocht hij zijn eerste zeecontainer. Harry: "Zijn opleiding tot timmerman kwam hier om de hoek kijken. Hij bouwde een deur en een raam in zo'n container en had in 1975 zo zijn eerste schaftkeet die hij kon verhuren.''
'Geen gezeur garantie'De schaftketen ontwikkelde Jan Snel door tot tijdelijke, comfortabele units voor kantoren en woonruimte. Harry: "In de basis is de modulaire bouw nog hetzelfde als die container-units, alleen is de kwaliteit nu veel hoger. We hebben het ook zo doorontwikkeld dat we niet meer werken met standaardmaten, zoals veel modulaire bouwbedrijven dat hebben. Dat is onze kracht: we kunnen iets ontwerpen en bouwen naar de wensen van de klant. We hebben het hele proces van ontwerp tot oplevering in eigen hand en geven een 'geen gezeur garantie'.''
Harry lijkt het DNA van Jan Snel in zich te hebben, maar Jacqueline weet nog hoe hij in 1980 als jonge werknemer bij haar vader kwam werken. "Om eerder uit militaire dienst te kunnen, zocht hij een vaste baan. We hadden toen al een relatie en hij kon bij mijn vader aan de slag. Ik weet nog dat hij bij tien graden vorst het dakleer van de containers haalde, in de kleding van mijn vader.'' Korte tijd later trouwden ze en Harry werkte zich op tot een positie in de directie. Harry: ,,In 1994 deed Jan het bedrijf over aan ons en Jan Snel junior. Het bedrijf was toen al zo groot, dat Jan het in zijn eentje niet meer kon overzien. Wij waren als jonge generatie juist van plan om het bedrijf door te ontwikkelen.''
VerkoopkantorenVorig jaar stapte Jan junior uit de directie. De Jan Snel Group BV met hoofdvestiging aan Willeskop bestond toen uit een vestiging in Hulst en verkoopkantoren in de Eemshaven en Rotterdam, het Duitse Bochum en het Belgische Bornem. In 2014 was de omzet met 33 procent gestegen en met een omzetstijging van 40 procent een jaar later lijkt aan de expansie geen eind te komen. Jan Snel lijkt te groot te worden voor Montfoort. Het terrein aan Willeskop lijkt al jaren uit zijn voegen te barsten en omwonenden volgen met argusogen de plannen van het bedrijf dat al enige tijd de naastgelegen hectaren grond in bezit heeft.
"Daar is nu duidelijkheid over,'' zegt Harry resoluut. "We hebben in goed overleg met de omgeving en de gemeente afspraken gemaakt. We mogen voor onze vrachtwagens nog een parkeerterrein van een hectare aanleggen. De oude steenfabriek die er nog staat, wordt een museum. We weten dat we hier niet meer kunnen uitbreiden. Op het terrein verhuren we nog een hal aan Van Doorn. Dat eindigt dit jaar. Nog voor januari hebben we het hele terrein ingericht voor het modulair bouwen en kunnen we de productie verdubbelen. We zijn al bezig om de bestaande hallen beter in te richten.''
De tijdgeestAls explosief groeiend bedrijf ontkwam Jan Snel ook niet aan de strijd met wetshandhavers, mede door de steeds strengere eisen en veranderde maatschappelijke opvattingen op het gebied van onder andere milieu en leefomgeving. Harry en Jacqueline lijken de tijdgeest nu juist te omarmen, want ze profileren het bedrijf nu nadrukkelijk als een maatschappelijk verantwoorde onderneming (MVO).
Het ligt in de lijn van het karakter van vader Jan Snel, die als zakenman om iedere cent knokte en vervolgens genereus was wanneer iemand om hulp vroeg. Lokale maatschappelijke organisaties en evenementen kunnen al jaren rekenen op de materiële of financiële ondersteuning. In het MVO-jaarverslag worden kernwaarden als samenwerking, innovatie en duurzaamheid uitgebreid toegelicht. Het bedrijf heeft certificeringen op het gebied van arbeidsmoraal en duurzaamheid. Sinds kort werkt het bedrijf ook samen met Ferm Werk en biedt werk aan mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Jacqueline: "We zijn ook in overleg om werkplaatsen te creëren voor statushouders.'' Het transportbedrijf is Shell Fuelsave Partner. Daarvoor worden chauffeurs regelmatig getraind in brandstofbesparend, veilig en sociaal rijgedrag.
Het gaat hand in hand met de ambitie het bedrijf te blijven ontwikkelen. Harry: "We willen een vestiging in Duitsland en Engeland. Dat is niet omdat we zo nodig uit willen breiden. Als we willen kunnen we twee keer zo groot worden, er is genoeg vraag. Onze ambitie is om het mooiste bedrijf van Europa te worden op het gebied van bouwen, verkopen en verhuren van modulaire gebouwen.''
CrisisOnrealistisch is dat zeker niet. Jan Snel is de crisis, die de bouwsector hard heeft geraakt, redelijk doorgekomen. De crisis heeft juist zichtbaar gemaakt dat het bedrijf een enorme voorsprong heeft. Jacqueline: "Door de crisis was de bouwwereld gedwongen nieuwe bouwmethoden te bedenken. Tien jaar geleden besloten we om ons concept met een stand te presenteren op Provada, de vakbeurs voor investeerders in vastgoed. We werden toen vreemd aangekeken, want de deelnemers aan de vakbeurs dachten toen nog heel traditioneel. Inmiddels staan onze collega's er ook.'' In het MVO-verslag is te lezen dat een speciaal team alweer bezig is met de nieuwe generatie units: nog flexibeler, duurzamer, goedkoper en mooier.
Bepaalde tijdHarry: "De hele bouwwereld is gaan nadenken. Modulair bouwen was lang niet interessant voor investeerders. Die denken aan rendement, het interesseert ze minder waar een gebouw voor gebruikt wordt. Hun grootste problemen zijn leegstand en dat een gebouw aan het einde van zijn levensduur uiteindelijk moet worden gesloopt. Bij modulair bouwen wordt meer gedacht vanuit gebruik voor een bepaalde tijd. Een investeerder heeft daardoor meer zekerheid dat er een gebruiker is voor het pand, namelijk degene voor wie het is gebouwd. Bovendien is er duidelijkheid dat het na zoveel jaar eindigt en dat het pand dan tegen veel minder kosten wordt weggehaald.''
Harry ziet ook mogelijkheden zelf plannen te ontwikkelen. "We hebben nu zoveel vertrouwen dat we het aandurven zelf grond te kopen en daar een project op te ontwikkelen. In Utrecht willen we zo een complex bouwen voor huisvesting van studenten.'' Waar de ambitie eindigt, kunnen Harry en Jacqueline niet zeggen. Hun binding met de regio blijft. Harry: "De productie zal waarschijnlijk naar meer locaties in de wereld uitbreiden, maar Montfoort blijft ons epicentrum.