Nieuws Maakindustrie
Noord-Brabant: provincie van worstenbroodbakkers, Brainport en... meubelmakers
Noord-Brabant is om veel bekend. Van de Brainport Eindhoven tot Philips en Bavaria. Van het worstenbrood en het trappistenbier. Maar meubelmakers? Zeker, de provincie ziet een gigantische stijging van ondernemers binnen dit ambacht.

Meubelmaker Jeroen Roode uit Oss in zijn werkplaats. Foto: Jeroen Appels/Van Assendelft Fotografie
Bijna onophoudelijk klinkt hetzelfde geluid. Dat van een zaag die op alle mogelijke maniere het hout kust. In de loods van Jeroen Roode op bedrijventerrein Elzenburg in Oss wordt overal gewerkt. Of beter: gemaakt. De 45-jarige Ossenaar is meubelmaker van beroep. In acht jaar tijd heeft hij een middelgroot bedrijf met vijftien personeelsleden opgebouwd.
Roode, daarvoor zeven jaar zzp’er en veertien jaar in loondienst, is lang niet de enige. Brabant is hard op weg om een provincie van meubelmakers te worden, schrijft het Brabants Dagblad. Vooruit, alleen Noord-Holland heeft er nog net een beetje meer. Maar nergens was de groei sinds 2018 zo groot als in Brabant, blijkt uit recente cijfers van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.
''Ik doe het liever net iets anders dan een ander. Iets aparts, dat hoort erbij bij ons. Of het nu een lijstje is voor een schilderij of een opdracht van drie ton''
Lopendebandwerk? Niet hier!
Nederland telt bijna 11.000 bedrijven in de interieurbouw en meubelindustrie, van wie er meer dan 2000 actief zijn in Brabant. Ter indicatie: dat zijn er nog net even meer dan in Groningen, Friesland, Drenthe, Friesland, Limburg en Zeeland bij elkaar opgeteld. Het maken zit ‘ons’ klaarblijkelijk in het bloed.
Bij Roode hoef je daar in ieder geval niet over te twijfelen. Alles wat je kunt bedenken, en vooral ook niet kunt bedenken, heeft hij al eens gemaakt. Het bewijs staat op z’n telefoon. Roode, enthousiast in iedere vezel, scrolt razendsnel door zijn fotobibliotheek. We zien complete huizen, een wijnhandel, een winkelshowroom. Alles eigenlijk.
Meteen wordt duidelijk dat je voor 10.000 dezelfde kasten, die (bij wijze van spreken) ook van een lopende band kunnen rollen, niet per se bij hem hoeft aan te kloppen. ,,Ik hou van gekke dingen. Ik doe het liever net iets anders dan een ander. Iets aparts, dat hoort erbij bij ons. Of het nu een lijstje is voor een schilderij of een opdracht van drie ton. ‘Nee’ is hier een raar woord.”
Lees ook: Jonge meubelmaker-broers Evert en Teun willen 'beste van Europa worden'
Meubelmaker zit niet langer altijd maar te wachten op meer, meer, meer
Behalve dan als het een keer genoeg is. Roode en zijn mensen hebben voldoende werk, al jaren eigenlijk. En hij zit niet langer altijd maar te wachten op meer, meer, meer. Voorheen nam Roode nog al het werk aan. Gevolg: een overschot aan overuren. En daar werd hij niet gelukkiger van. ,,Ik probeer het zo te plannen dat iedereen elke dag op tijd naar huis kan als ze dat willen.” En inderdaad: zo rond een uur of vier op deze maandagmiddag zwaait de een na de ander af.
Wat opvalt is dat zijn personeelsbestand jong oogt. Een bewuste keuze, legt Roode uit. ,,Ik werk graag met jonge enthousiaste mensen. Die kun je nog kneden en zijn niet zo vastgeroest. Ik heb creatieve mensen nodig. Als je de hele dag alleen maar wil zagen, heb ik niet genoeg werk voor je. Hier mag je leren door het te doen. Ik probeer zelf ook nog steeds van alles uit. En ja, dat gaat ook weleens fout.”
''Ik heb de laatste jaren ook gezien dat het een komen en gaan is van zzp’ers in de meubelbranche. Het is best een harde business''
Sloophout krijgt tweede leven
In de loods hangen rekken en muren vol met van die probeersels – meestal goed, soms fout. Hout met brons, hout met beton, hout met leer of wat al niet meer. ,,Dat is het mooie aan hout: het houdt nooit op.” In zijn hoofd ook niet trouwens, zegt de zelfbenoemd ADHD’er. ,,Je moet een beetje hyperactief zijn in dit vak. Het is vaak chaos.”
Verwacht dan ook geen keurig aangeharkte werkplaats hier in Oss. Zeker in wat Roode zijn ‘schatkamertje’ noemt. In deze grote, donkere ruimte op de eerste verdieping van zijn bedrijfspand ligt het hout in alle soorten en maten opgestapeld. En het komt werkelijk overal vandaan. ,,Dit scharrel ik allemaal zelf op.” Als hij hoort dat er ergens wat gesloopt wordt, is Roode er meteen bij. Slopers weten hem inmiddels ook te vinden. ,,Want je kunt bijna alles opnieuw gebruiken.”
Zo maakte Roode van het gesloopte clubhuis van MHC Oss – tot de kozijnen aan toe – al eens nieuwe meubels voor diezelfde hockeyclub. En het hout dat hij op de kop tikte bij een staaloverslag gebruikte hij om een bar op Vlieland mee te bouwen. Het zijn de projecten waar hij zichtbaar en hoorbaar het meest enthousiast van wordt. ,,Geweldig toch?”
Lees ook: Waarom klanten maanden willen wachten op een tafel van meubelmaker Okke
‘Het had best mis kunnen gaan’
Het is trouwens bepaald niet zo dat Roode ermee te koop loopt. Een website heeft-ie gek genoeg niet. ,,Ik worstel daar soms wel mee. Aan de ene kant ben ik er heel erg trots op dat het niet nodig is, maar aan de andere kant ben ik ook trots op wat we hier maken. Dat zou ik best willen laten zien. Al willen klanten dat ook lang niet altijd. Die willen vaak iets wat niemand anders heeft en dan wil je het niet op internet terugzien natuurlijk.”
Voor toegenomen concurrentie in Brabant is Roode met het grote aantal nieuwe meubelmakers overigens niet bang. ,,We hebben heel veel werk. En zoals ik zijn er denk ik ook niet veel. Ik heb de laatste jaren ook gezien dat het een komen en gaan is van zzp’ers in de meubelbranche. Het is best een harde business. Niet onderling, maar wel financieel. Omdat je zoveel moet investeren in het begin, zijn de klappen ook groot als het misgaat. Toen ik begon zat ook ál mijn geld erin. Dat had best mis kunnen gaan.”
Meubelmakers zijn doorgaans nou eenmaal niet de beste ondernemers, vindt Roode. ,,Het wordt weleens onderschat. Dit is echt een slopend vak.” Ja, hij heeft zelf (met succes) zijn bedrijf opgebouwd, maar dat deed de Ossenaar ‘helemaal op gevoel’. ,,Want van geld weet ik nog steeds niks. Ik kon vroeger niet goed lezen, daarom ben ik me anders gaan ontwikkelen en goed geworden in andere dingen. Maar echt trots zijn op wat hier nu staat, vind ik moeilijk. Laat ik dat wat vaker proberen.”
Lees ook: Danique stak 2 ton overwaarde uit huis in keukenstudio Baboon: 'Hart stond in de fik van dit idee'