Nieuws Actueel

Nederlandse geit is ideale melkkoe

De geitenhouderij is in Nederland hard gegroeid, ondanks de Q-koorts. Had de gemiddelde boerderij in 2000 nog 120 geiten, nu zijn dat er meer dan 700, schrijft het AD. Hoe houdbaar is die groei?

Annemieke van Dongen 19 oktober 2016

Geit 4

Piet Stolp was directeur bij de Rabobank, nu is hij geitenhouder. Vijf jaar geleden besloot de bankier het roer om te gooien. In Wijdewormer heeft hij nu een biologisch bedrijf met 1.000 geiten. Die carrièreswitch kwam voort uit een langgekoesterde droom én een aantrekkelijk financieel vooruitzicht. "Een eigen boerderij was altijd al een latente wens’", verklaart Stolp (55), die opgroeide op een melkveehouderij.

"De financiële sector ontwikkelde zich in een richting waar ik niet trots op was. Voor de geitenhouderij zag ik juist heel positieve vooruitzichten." Natuurlijk: hij is dol op geiten. "Het zijn heel mooie, pientere beesten. Maar ik ben ook een bankier. Ik zou deze investering nooit hebben gedaan als het bedrijfseconomische plaatje niet zou kloppen."

Troeven

En kloppen doet het. Sterker: het financiële plaatje voor de Nederlandse geitenboer glanst en glimt. Terwijl veel melkveehouders en varkensboeren sappelen om rond te komen, zag de gemiddelde melkgeitenhouder zijn inkomen vorig jaar met 14.000 euro stijgen. De uitbraak van Q-koorts heeft het imago van geitenkaas amper beschadigd, zegt Pierre Berntsen, directeur Agrarische Bedrijven van ABN Amro. "De sector heeft twee belangrijke troeven: de geit is aaibaar en geitenzuivel heeft een gezond imago. De vraag naar geitenzuivel stijgt en Nederlandse verwerkers weten geitenmelk steeds beter te verwaarden."

Zo bedenken zuivelfabrieken allerlei nieuwe producten. Denk aan toetjes, geitenkaasjes met honing en kleinere verpakkingen. Ook de Europese erkenning die Hollandse geitenkaas vorig jaar kreeg als beschermd product geeft de verkoop een boost. Daarbij is er een groep consumenten die claimt niet tegen koemelk, maar wel tegen geitenzuivel te kunnen. Van geitenmelk wordt bovendien steeds meer babymelkpoeder gemaakt.Zoheeft de Bettinehoeve in Etten-Leur onlangs een speciale fabriek gebouwd om poedermelk te maken, voor met name de Aziatische markt.

Productief

Sinds 2010 groeit de productie van geitenmelk in Nederland met gemiddeld bijna 10 procent per jaar. Niet alleen doordat boeren steeds meer geiten houden: hun geiten worden ook steeds productiever. De Nederlandse melkgeit geeft per jaar gemiddeld al meer dan 1.100 liter melk. Dat is het dubbele van de 550 liter die zijn Franse soortgenoot produceert – en een veelvoud van de schamele 120 liter melk die jaarlijks uit de uier van een Griekse melkgeit komt. Dat is mede te danken aan zijinstromers als Piet Stolp.

Waar Frankrijk (de grootste geitenmelkproducent van Europa) worstelt met vergrijzing, is de Nederlandse geitenhouderij een jonge sector. Het gaat niet om boeren die het bedrijf van hun ouders erven, maar om mensen die er bewust voor kiezen. Ambitieuze ondernemers, benadrukt Stolp. "Daardoor is de geitenhouderij volop in ontwikkeling."

Die snelle ontwikkelingen baren de Dierenbescherming zorgen. Het gemiddelde aantal geiten per boerderij is in zestien jaar tijd bijna verzesvoudigd. "Op reguliere bedrijven komen geiten nooit in de wei", zegt woordvoerder Niels Dorland van de Dierenbescherming. "We weten wat er gebeurt als dieren in megastallen verdwijnen. Dat gaat ten koste van het dierenwelzijn. De transporten van bokjes naar Zuid-Europa veroorzaken dierenleed."

Bokken

Bokjes zijn een ‘restproduct’ waar de sector zich niet goed raad mee weet. Om melk te blijven geven, moet een geit regelmatig een jong krijgen. Aan de mannelijke nakomelingen hebben boeren echter niks. Naar geitenvlees is in Nederland zo weinig vraag dat boeren zelfs moeten betalen om van de bokjes af te komen. Veel bokjes belanden in Zuid-Europa, waar hun vlees wel als delicatesse wordt gezien. Aan oplossingen voor het bokjesoverschot wordt hard gewerkt, zegt Stolp. "We boeken voortuitgang met duurmerken. Een geit hoeft niet elk jaar een jong te krijgen, zoals een koe. Sommige dieren kun je wel drie of vier jaar achter elkaar melken. Dat scheelt in aantallen bokjes."

De sector werkt er daarnaast aan om geitenvlees bij meer Nederlanders op het bord te krijgen. Nu het ze economisch voor de wind gaat, moeten geitenboeren niet alleen investeren in grotere stallen, waarschuwt Berntsen van ABN Amro. "Om draagvlakte houden, moet de geitenhouderij groeien op een manier die de samenleving wenst. Denk aan dierenwelzijn, goede huisvesting op stro. Het zou ook goed zijn voor het imago van de sector als geiten vaker buiten zijn in een vrije uitloop of zichtstallen."