Nieuws Actueel
Niet willen falen reden voor faillissement
Wilma Geuzebroek had een grafisch bedrijf, gespecialiseerd in vormgeving van boeken. Door een groot project groeide haar zaak, totdat die opdracht in omvang afnam. Ze kwam in de problemen en raakte alles kwijt. "Ik heb al mijn bezit achter me gelaten'', zegt Wilma Geuzebroek als ze in haar tuin in het Gelderse Dreumel zit. Ze huurt haar onderkomen van een huisbaas.

,,In 1990 ging ik vanuit een baan als datatypiste bij Elsevier Publishers voor mezelf werken. Het bleek al gauw te veel werk voor mij alleen, dus had ik acht parttimers voor me werken. We bleven groeien, ik nam meer mensen aan. We verhuisden in 2008 met The DocWorkers naar een pand met zo'n twaalf werkplekken en had ik zo'n twintig mensen op de loonlijst.
En toen liep een grote klus eerder af. De inkomsten liepen fors terug. Rond 2011-2012 had ik een belastingschuld van 30.000 euro. Maar ik wilde en durfde de stekker er niet uit te trekken. Ik wilde een loyale baas zijn. Mijn kinderen wilde ik alles geven waaraan ze gewend waren. Ons mooie huis, de twee paarden die we hadden. Ik vergat mezelf.''
Falen
Debbie Molhuizen begeleidt ondernemers en werkt aan haar boek Failliet, zo gek nog niet. Ze ziet regelmatig ondernemers die te lang doorgaan. ,,Ze voelen het wel, maar doen er niks mee. Het niet willen falen is zo belangrijk, dat ondernemers de situatie maar laten voortsudderen.''
Geuzebroek ging er aan onderdoor. ,,Er hangt altijd een zwaard van Damocles boven je. Ik heb een paar maanden thuisgezeten. Ik was alleen met twee opgroeiende kinderen. Voor mijn dochters, toen tieners, vond ik het zo erg, ook hun wereld ging op de kop. We moesten één van onze paarden wegdoen, waar we zo dol op waren. Ons andere paard werd plotseling ziek en overleed.''
Ondertussen groeide de belastingschuld en stond haar huis onder water, waardoor de totale schuldenlast twee ton was. Nog steeds wilde Geuzebroek niet opgeven. ,,Ik dacht: ik maak schoon schip en vanuit daar ga ik verder. Ik zegde mijn huurpand op en deed de leaseauto de deur uit. Met twee werknemers ging ik verder. Helaas eiste één van de oude werknemers de bonus op die ik in betere tijden had beloofd. Dat geld had ik niet.
In juli 2013 vroeg ik mijn faillissement aan. Omdat ik een eenmanszaak had, ging ik met mijn hele privébezit het schip in. En dan is er de curator die zegt: jij gaat in een hoekje staan en ik neem de toko over.''
Een makelaar taxeerde het huis. ,,Ik zie ze nog het bordje Te Koop in mijn tuin zetten. Dat deed pijn. Wildvreemden kwamen in ons huis kijken. Vreselijk, ook voor de kinderen. Toen ik de sleutel door de brievenbus gooide dacht ik: nu heb ik niets meer op mijn naam staan, behalve mijn ziektekostenverzekering. Een grote bevrijding.
De kinderen hebben voor hun leeftijd veel meegekregen. Ik zie dat nu als rijkdom, ze hebben er wat aan, maar dat zullen ze waarschijnlijk later pas beseffen. Ik geloof dat je je leven kunt vormgeven. Dat geef ik ook mijn dochters mee. Ze zijn allebei onafhankelijke denkers, ondernemend en eigenwijs.
Het overkomt je nooit. Je bent er altijd zelf bij. Mijn verantwoordelijkheidsgevoel voor mijn pesoneel, het niet willen opgeven en falen: ik ervoer het als ernstig mislukken als ik er mee op zou houden. Wat anderen vonden en wilden was belangrijker dan wat ik zelf wilde. Twintig jaar heb ik iets gedaan waar mijn hart niet lag. Achteraf denk ik: dit moest gebeuren om de weg vrij te maken naar wat ik werkelijk wil.''
Een belangrijk punt, volgens deskundige Molhuizen. ,,Uiteraard, de verliezen zijn heftig. Maar voor een ondernemer is een faillissement ook een kans. Omdat jij alleen nog met jezelf over bent en geen maskers meer draagt. Hét moment om jezelf te vragen: wat is mijn passie? Vind ik het product of de markt waarin ik me begeef wel leuk? Is ondernemen wel iets voor mij? Als je niet blind bent voor de ervaringen uit het verleden, kom je er sterker uit.''
En zelfs aan dat rampjaar 2013, waarin ook de broer van Geuzebroek overleed, zit een gouden randje. ,,Eind 2013 ontmoette ik mijn partner. Ook hij had een moeilijke tijd achter de rug. Hij wilde zijn bedrijf opzetten. Inmiddels ben ik in dienst bij hem. We huren sinds een half jaar dit huisje. We wilden geen bezit meer en ik voel me rijker dan ooit. Mijn geluksgevoel is vergroot na het faillissement.''
Over een half jaar is Geuzebroek uit de schuldsanering en mag ze weer ondernemen. ,,Ik ben altijd bezig geweest met paarden. Het liefst wil ik daar mijn beroep van maken. Maar: de lessen uit het verleden neem ik mee.''
,,Ondernemers die na hard gevallen te zijn weer op durven staan, zijn succesvoller in een volgend bedrijf, blijkt uit Amerikaans onderzoek'', vertelt Molhuizen. ,,Neem Wilma. Ze is open over haar verleden. Ze heeft niet met het vingertje naar anderen gewezen, maar naar zichzelf gekeken. Helaas zit er een groot taboe op dit onderwerp. Schaamte en ego zitten mensen in de weg, terwijl ze er juist als winnaars uit kunnen komen.''
Schaamte heeft Geuzebroek niet meer. ,,Het was ook een leerproces. Als je niet zelf beslissingen neemt, worden ze voor je genomen. Neem volledige verantwoordelijkheid voor alles wat je doet. En vraag je van tijd tot tijd af of je nog doet wat je wilt. Je kunt altijd opnieuw beginnen.''
Marco Vermeulen en zijn vrouw Anja hebben een soortgelijke ervairng. Ze hadden tot vorig jaar drie boekhandels. Twee daarvan moesten sluiten. ,,Vanaf 2009 begonnen de problemen. Ieder jaar draaiden we minder omzet. We hielden hoop tot het laatste moment. Mogelijk zou het tij nog keren, dat wilden we zo graag. Juist voor de mensen die we jaren in dienst hadden.''
Maar ze zagen het wel aankomen. ,,Jaren ben ik bezig geweest mijn team op de hoogte te houden van de problemen, voor zover ze dat nog niet doorhadden.''
Begin dit jaar sloten Marco en Anja noodgedwongen de winkels Geleijns en van Kralingen. ,,We hadden te veel van ons opgebouwde kapitaal verloren. We hebben de kinderen bij elkaar geroepen en het ze verteld. Dat was zwaar en emotioneel. Alsof je je kinderen moet vertellen dat een dierbare is overleden.''
,,Daarna hebben we de teams geïnformeerd. Ook dat was loodzwaar. Achteraf gezien hebben we te veel aan onze mensen gedacht en te weinig aan onszelf. ''