Nieuws Actueel
Online boodschappen doen groeit fors in Amersfoort
De online verkoop van dagelijkse producten neemt in Amersfoort een grote vlucht. In vijf jaar tijd groeide het aandeel van 0,7 naar 3,4 procent. Dit blijkt uit het Koopstromen Onderzoek 2016 dat I &O Research deed in opdracht van de provincies Utrecht en Noord- en Zuid Holland, zo schrijft het AD.

Overal deden meer mensen hun dagelijkse boodschappen bij webshops, maar nergens groeide dit marktaandeel zo hard als in Amersfoort.
Onderzoeker Thijs Lenderik denkt dat de verklaring gezocht moet worden in de komst van Picnic. Deze online supermarkt koos in 2015 Amersfoort uit voor een eerste marktverkenning. Ter vergelijking: in de stad Utrecht steeg het online bestellen van de dagelijks boodschappen van één naar twee procent. ,,We spreken al van het Picnic-effect'', zegt Lenderik.
ElectronicaHet internetwinkelen in zijn geheel, dus ook voor elektronica en andere niet dagelijkse boodschappen, verdubbelde in vijf jaar tijd. Inwoners van de Randstad besteden nu online gemiddeld bijna twaalf procent van hun uitgaven.
Hoe jonger en beter opgeleid de bevolking, hoe meer er op internet wordt gekocht. Om die reden voelen de Amersfoortse winkeliers de concurrentie van webshops nog sterker dan in veel vergelijkbare steden.
ConcurrentieOndanks de sterk toegenomen concurrentie van de webshops doen de winkels het in de Amersfoortse binnenstad het nog steeds heel behoorlijk. ,,Opvallend'', stelt Lenderink, ,,Over het algemeen hebben binnensteden met de grootte van Amersfoort het een stuk moeilijker.''
De verkoop van mode- en luxeartikelen daalde weliswaar licht, maar daar stond een relatief forse stijging in verkoop van sportattributen en andere vrije tijdsproducten tegenover. In 2011 werd er voor 216,4 miljoen euro aan niet-dagelijkse producten verkocht. Vijf jaar later was dat voor ruim 14 miljoen minder.
InleverenDe winkeliers van De Hamershof in Leusden moesten fors inleveren. Zij zagen de besteding voor niet-dagelijkse artikelen in vijf jaar tijd dalen van 29,1 naar 19,3 miljoen euro. Cijfers die vergelijkbaar zijn met die van het Bunschoten-Spakenburg.
In het centrum van Soest ging het iets minder slecht, maar ook daar stemt de daling van de verkoop van niet-dagelijkse artikelen niet vrolijk: van 37,4 naar 27,7 miljoen euro. Nijkerk ontbreekt in het onderzoek.