Nieuws Actueel
Op werkbezoek met Henk Kamp: 'Hier zit ondernemers-power’
Het ondernemen werd hem met de paplepel ingegoten en bijna was Henk Kamp van Economische Zaken zelf ondernemer geworden. Hij ging een dag op werkbezoek bij bedrijven in zijn eigen gemeente Hengevelde.

Aan het eind van een oprijlaan met een smeedijzeren poort doemt een imposante voorgevel met pilaren op. De entree van HEBO Kozijnen lijkt meer op die van een Amerikaanse villa dan op die van een bedrijf - en laat dat nou net de bedoeling zijn. Achter een glazen pui staan allerlei kozijnen en deuren uitgestald.
,,Kom erin”, nodigt oprichter Marinus Kuipers Henk Kamp uit. Marinus, die dit jaar zijn 88ste verjaardag viert, stond aan de wieg van twee topbedrijven in Hengevelde. Hoewel de dagelijkse leiding is overgedragen aan zoon Norbert, is hij nog steeds zes dagen in de week in de zaak te vinden.
Behalve HEBO Kozijnen begon Marinus ook de aanpalende, befaamde bruidsmodezaak Très Chic, nu in handen van Brian (spreek uit: Brie-an), zijn andere zoon.
Als je gaat trouwen, heb je kozijnen nodig, weten ze in Hengevelde. ,,Dat moet u me maar eens uitleggen”, zegt Henk, terwijl hij een vriendschappelijke arm om Marinus’ schouder slaat.
Logisch toch? Als je trouwt, ga je samenwonen, en het eerste huis zónder kozijnen moet nog worden gebouwd.
,,Je moet er maar opkomen”, zegt de minister lachend. Henk Kamp is deze maandag neergestreken in het Overijsselse Hengevelde, op een steenworp afstand van zijn eigen woonplaats Diepenheim. Toen De Ondernemer de minister vroeg met hem langs een aantal bedrijven in zijn eigen regio te gaan, twijfelde hij geen moment: Hengevelde moest het worden. Een bijzonder dorp in zijn eigen gemeente Hof van Twente, waar maar liefst 120 ondernemers op 2.000 inwoners 1.000 banen creëren.
De VVD-minister spreekt over ‘ondernemerspower’. ,,Het zit in de bevolking in een bepaald gebied. Je ziet dat ook in Genemuiden met de tapijtindustrie, in Werkendam met de maritieme sector, en hier verderop in Rijssen. Als er daar net een paar zitten die het goed doen, denken anderen: zo kan het ook.”
Wat heb je zelf met het mkb?
,,Ik kom uit een middenstandsgezin. Mijn vader en moeder hadden een grossierderij in verpakkingsmaterialen. Ik ben de oudste van vier kinderen. Als wij niet op school waren, leefden we in het magazijn of het kantoor van mijn moeder. Ik ben opgegroeid tussen de paktafels en stellingen. Mijn vader werd op zijn 49ste ziek. Hij overleed toen ik 12 jaar was. Ik was te jong om mijn moeder te steunen. Zij is nog een tijdje alleen doorgegaan, maar heeft de zaak toch beëindigd. Daarna is ze gaan werken op de administratieafdeling van een automobielbedrijf.”
Ging er niks kriebelen?
,,Ik ben meteen na de middelbare school gaan werken. Er moest brood op de plank komen. Ik ging aan de slag bij een agenturenbedrijf in industriële garens en later bij de grossierderij van mijn schoonvader. Zijn zaak was met 35 medewerkers veel groter dan die van mijn ouders. Hij deed in tabaksartikelen, zoetwaren, koffie en thee. Het was de bedoeling dat ik het zou overnemen, maar ik was toen al heel erg bezig met het algemeen belang. Ik vond de politiek uitdagender dan het goed laten draaien van een bedrijf. Ik was 22 jaar toen ik bestuurder werd van een afdeling van de VVD. Toen ik 24 was, werd ik raadslid en ging ik aan de slag bij de Belastingdienst. Later werd ik wethouder in Borculo en lid van de Provinciale Staten. Vanaf mijn 32ste ben ik fulltime politicus.”
De politiek won?
,,Ja, in Borculo hebben we destijds met elkaar veel tot stand kunnen brengen. Een rondweg, fietspaden langs de invalswegen en nieuwe bedrijventerreinen bijvoorbeeld. Ik voel me bevoorrecht dat ik het grootste deel van mijn leven voor het algemeen belang heb mogen werken. Maar dat betekent niet dat mijn aandacht voor het bedrijfsleven minder werd. Je best doen voor ondernemers en hun bedrijven is ook werken voor het algemeen belang.”
Sinds Henk Kamp minister van Economische Zaken is, nu vier jaar, gaat hij elke maandag op werkbezoek, onder meer bij mkb-bedrijven.
Om 09.00 uur staat koffie met een gebakje klaar bij machinebouwbedrijf Tuinte Groep, een familiebedrijf dat een halve eeuw geleden is begonnen door de vader en opa van huidig directeur Martijn Tuinte. Het bedrijf was in het begin gevestigd in een schuur en de kinderen brachten de producten op de fiets naar Hengelo. Nu zit de Tuinte Groep in een modern pand met een grote bedrijfshal en levert het speciaalmachines aan ASML, Stork en VDL. Henk Kamp: ,,Knap. Bij dat soort bedrijven kom je niet zomaar binnen.” In de bedrijfshal maakt hij een praatje met het personeel. ,,Wat doot jullie hier?”, vraagt hij in dialect aan twee mannen die bezig zijn met een machine.
Henk Kamp bij kozijnenfabriek HEBO (tekst gaat verder onder foto)
Bij de ingang van kozijnenfabriek HEBO (Hengevelde Bouw) streelt hij liefkozend de koplamp van een oude Chevrolet - auto’s zijn een liefhebberij van de bewindsman. In de fabriek neemt hij even de kwast over van een medewerker die bezig is een kozijn in de grondverf te zetten. Even verderop inspecteert Tim, de 16-jarige zoon van HEBO-directeur Norbert Kuipers, een kozijn. Hij heeft net eindexamen gedaan en doet nu vakantiewerk in het familiebedrijf. ,,Zo gaat dat hier”, zegt zijn vader.
Familiebedrijven lijken de crisis veel beter te hebben doorstaan.
,,Dat zie ik ook. Dat komt doordat zij in goede tijden werken met een flexibele schil om het bedrijf heen. Klussen worden dan uitbesteed. Als het wat minder gaat, wordt die flexibele schil afgebouwd, maar kan het vaste personeel in dienst blijven. Deze bedrijven tonen vaak een groot verantwoordelijkheidsgevoel naar hun werknemers toe. Daarom heb ik ook niet zoveel met zogenoemde sociale ondernemingen. Alsof een bedrijf in stichtingsvorm socialer zou zijn dan een gewone onderneming. Kijk naar een bedrijf als bakkerij Nollen, waar tien mensen met een beperking worden ingepast. Waar rekening wordt gehouden met omstandigheden na een sterfgeval en een vader eerst de kinderen naar school kan brengen voordat hij begint. Veel ondernemers gedragen zich vaak al zo sociaal. Ik zie het onderscheid niet.”
De bakkerij waarop de minister doelt, staat ook op het programma. Het bedrijf is geen onbekende voor hem. ,,Wij doen altijd boodschappen bij de Spar in Diepenheim, die brood van Nollen verkoopt. En we waren zondag op bezoek in Borculo en toen kregen we aardbeiengebak van Nollen.”
Eigenaar Vincent Nollen droogjes: ,,Ik dacht al: wat ziet die man er goed uit.”
In de bakkerij, waar ondanks de industriële uitstraling nog ambachtelijk wordt gebakken, wordt Henk Kamp meegenomen langs het bewerkelijke Twents beschuit. Even verderop ligt de versgebakken krentenwegge op stellingen af te koelen. De lekkernij is een traditioneel kraamcadeau in de regio; dankzij oud-CDA-Kamerlid Annie Schreijer-Pierik uit Hengevelde mocht Nollen krentenwegge bakken voor de geboorte van de drie prinsesjes van Oranje-Nassau.
Veel mkb’ers klagen vandaag over de betalingsmoraal van afnemers. HEBO betaalt alle facturen binnen acht dagen, maar moet zelf tot tachtig dagen wachten op het geld. Kun je daar als minister iets tegen doen?
,,De betalingsmoraal beweegt zich in de goede richting. Daarom ben ik ook geen voorstander van het plan van CDA en PvdA om een wettelijke boeterente in rekening te brengen als iemand na zestig dagen nog steeds niet heeft betaald. Er is al een wettelijke regeling voor boeterente. Bovendien bestaat het risico dat die zestig dagen de nieuwe norm wordt, terwijl betalen binnen dertig dagen is afgesproken en we het met gemiddeld 28 dagen nu al beter doen. Het is ook niet eenvoudig voor leveranciers klanten te dwingen eerder te betalen. We moeten de moraal beïnvloeden.”
Waar zie je in het mkb nog ruimte voor verbetering?
,,Veel ondernemers ervaren de regels als te strikt, bijvoorbeeld als een werknemer niet functioneert. Of ze ervaren het als onrechtvaardig dat je als ondernemer financieel verantwoordelijk blijft als je werknemer langdurig ziek is. We kijken nu met elke sector in het bedrijfsleven die dat wil naar wat beter kan.”
De werkgevers dringen aan op extra investeringen. Hoe kijk je daartegenaan?
,,Dat is heel belangrijk. We hebben hier te maken met een verouderende bevolking. Er is steeds meer geld nodig voor de zorg en de sociale zekerheid. Dan zijn investeringen echt noodzakelijk om meer groei te genereren. We besteden nu 2 procent van ons BBP, grofweg 14 miljard euro, aan innovatie. Dat is veel, maar te weinig. Duitsland zit op 2,5 procent, Zwitserland op 4 procent en Zuid-Korea zelfs op 5 procent. Bedrijven zullen meer moeten investeren in innovatie, maar een actieve ondersteunende rol van de overheid is daarbij onmisbaar. Uiteindelijk willen we uitkomen op een percentage van 2,5 procent.”
Je werkt al 22 jaar in Den Haag, maar bent nooit uit het Oosten vertrokken. Waarom?
,,Ik ben een echte oosterling; Twente en de Achterhoek zijn altijd mijn thuisbasis gebleven. Ik werk al 22 jaar in Den Haag, maar kom elk weekend met plezier terug naar het Oosten. Daarom is dit voor mij een mooie dag, want ik ben niet in het Noorden, niet in de Randstad, maar echt in mijn eigen gebied. We kunnen het landsbestuur niet alleen aan westerlingen overlaten.”
Je stopt na de verkiezingen van maart 2017 als minister. Wat ga je dan doen?
,,Ik moet tot mijn 66ste doorwerken, maar ik weet nog niet wat ik straks ga doen. Ik ga er met veel plezier nog een jaar volop tegenaan, maar zal daarna met evenveel plezier een heel ander leven gaan leiden. Ik verheug me op de mogelijkheid straks een wat normaler leven te gaan leiden.”
OVER HENK KAMP
Wie is hij?Henk Kamp
Geboren23 juli 1952 in Hengelo
PrivéHenk Kamp woont in Diepenheim met zijn vrouw Linda. Ze hebben twee kinderen: zoon Sjoerd en dochter Nicky.
LoopbaanWerkt bij groothandels en volgt een opleiding bij de Belastingdienst. Wordt rechercheur bij de FIOD en combineert dat met lokale politiek. Op zijn 22ste is hij bestuurslid van de VVD. Daarna: raadslid en wethouder in Borculo en lid Provinciale Staten in Gelderland. 1994: Kamerlid en woordvoerder integratie en sociale zaken en werkgelegenheid. Vanaf 2002 diverse ministersposten: Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, Defensie (kabinet Balkenende I, II en III), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Rutte I) en Economische Zaken (Rutte II). In 2009 maakt hij een overzees uitstapje: commissaris voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
6X UITGESPROKEN HENK KAMP
Betaalme.nu‘Ik ben heel blij met het initiatief Betaalme.nu van het bedrijfsleven en de Hogeschool Windesheim. Een groep van 25 grote bedrijven zoals Heineken, KPN en FrieslandCampina heeft afgesproken leveranciers binnen 30 dagen te betalen. Ik wil dat meer bedrijven meedoen.’
Blauwe envelop‘Als er vroeger bij het bedrijf van mijn ouders een blauwe envelop van de Belastingdienst binnenkwam, was dat echt een moment dat grote indruk op mijn moeder maakte. En dus ook op mij als kind.’
Rolmodellen‘Ondernemers zijn rolmodellen. Een succesvolle ondernemer is een voorbeeld en een inspiratiebron voor anderen.’
Nieuw kabinet‘Daar zal ik niet in zitten. Als er volgend jaar een nieuw kabinet zit, ben ik 65. Ik wil me dan niet nog eens voor vier jaar committeren aan zo’n functie.’
Regeren met PvdA‘Ik heb - helaas - nog niet meegemaakt dat de helft van de kiezers voor de VVD koos. In ons coalitiekabinet staat ook de PvdA voor haar zaak. In de ministerraad vinden lastige discussies plaats, maar uiteindelijk slagen we er elke keer weer in de balans te vinden.’
MKB‘Multinationals weten een minister goed te vinden. Om ook op de hoogte te blijven van wat in het mkb speelt, moet je zelf op pad. Je kunt je werk alleen naar behoren doen als je weet wat er in de praktijk speelt.’
PRINSJESDAG
Henk Kamp maakt zich op voor zijn laatste Prinsjesdag als minister. Prinsjesdag is voor hem vooral een sociaal evenement, maar ook een dag van tradities en ceremonieel. Hij noemt het een gezellige dag met familie, collega’s, journalisten en partijgenoten.
Ondernemers ondersteunenDe begroting 2017 van het ministerie van Economische Zaken - zijn laatste begroting als minister - is erop gericht het bedrijfsleven op alle mogelijke manieren te ondersteunen bij initiatieven, financiering, investeringen en innovatie. ,,De economische positie van Nederland in de wereld is sterk dankzij de ondernemers en hun medewerkers, die zich gesteund weten door degenen die voor de overheid werken. De economische groei is weer aangetrokken en ook de werkgelegenheid groeit.”
De sleutel voor het toekomstige economische succes van Nederland ligt volgens de minister in de intensieve samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. ,,Met elkaar produceren we in Nederland goederen en leveren we diensten waaraan in de wereld behoefte is.”