Daarmee nam de productie sterker toe dan verwacht, want economen hadden in doorsnee op een groei met 0,7 procent gerekend. In juli kromp de industriële productie in het eurogebied nog met 2,3 procent, bijvoorbeeld omdat bedrijven te kampen hadden met tekorten aan materialen en grondstoffen.
De productie van kapitaalgoederen zoals ook vrachtwagens ging in augustus met 2,8 procent vooruit en voor duurzame consumentengoederen waaronder witgoed en auto's ging het om een plus van 0,9 procent. De energieproductie daalde juist met 2,1 procent.
Voor de gehele Europese Unie meldde Eurostat een productiestijging met 1,1 procent, na een krimp met 1,5 procent een maand daarvoor. Binnen de EU steeg de productie het sterkst in Ierland, Estland en Denemarken. Voor Zweden, België en Nederland werden de sterkste dalingen gemeten.