Nieuws Retail

Gaan cityformules Ikea en Coolblue leegstand winkelstraat stoppen?

Ketens met grote winkels aan de stadsrand trekken de binnenstad in met kleine formules. Helpt vers bloed tegen leegstand? Of zet het te weinig zoden aan de dijk? Coolblue, Ikea en Praxis proberen het in ieder geval.

Joost van Velzen (Trouw)/Foto: Thomas Samson (AFP) 21 augustus 2019

IKEA retail leegstand winkelstraat city

De populaire witgoed- en elektronicawebwinkel Coolblue opende vorige week zijn eerste stadswinkel, in Haarlem. Later dit jaar komt er ook eentje in Arnhem. Het bedrijf heeft al langer ­fysieke winkels in Nederland en België, maar een kleine va­riant die speciaal gericht is op de drukke winkelstraat is nieuw. En in opkomst.

Andere retailketens, zoals Ikea, Praxis en Gamma, denken eveneens dat er muziek zit in compacte city-formules. Het Zweedse woonwarenhuis, bekend juist van de grote blauw-gele dozen net buiten de stad, is van plan om de komende jaren minstens dertig bescheiden stadswinkels in het hart van wereldsteden te openen. Bouwmarkt Praxis heeft zijn kleine stadsbroertje Praxis City, concurrent Gamma heeft Gamma Compact en supermarkten als Spar, AH en Jumbo doen goede ­zaken met hun mini-stadsformules.

Lees ook: Zo overleef je als retailer een steeds leger wordende winkelstraat

Dichter op de consument

Daarmee meldt zich een nieuw fenomeen in de door leegstand ­geplaagde stadscentra. ,,Er is een ­beweging gaande van de rand naar het centrum van de stad”, vertelt Olaf Zwijnenburg, sectorspecialist retail & wholesale bij de Rabobank, aan Trouw. ,,Met die kleinere stadswinkels kunnen ­bedrijven dichter op de consument gaan zitten en hun merken als het ­ware naar de klant toe brengen.”

Geen grote koelkasten

Volgens Zwijnenburg leent een klein vloeroppervlak zich goed om spullen uit het assortiment te lichten die klanten liever ‘in het echt’ zien of willen aanraken. ,,Het gaat bij deze winkels niet alleen om transacties, maar eerder om inspiratie, het versterken van het merk en het aanjagen van de onlineverkopen. Bij de stadswinkels van Coolblue kan ik me voorstellen dat ze geen grote koelkasten neerzetten, maar zeker in kleinere winkels als in Haarlem vooral mobiele telefoons, laptops en headphones. De stadsconcepten van de bouwmarkten richten zich op kleinere klussen. Zulke winkels kunnen een ideale verbinding vormen tussen online en offline.”

Lees ook: De Winkelstraat: geloof in de Roosendaalse Raadhuisstraat

Lege etalages in de winkelstraten

Nederlandse winkelgebieden kunnen wel wat nieuwkomers gebruiken. Door de moeilijke marktomstandigheden, zoals zware concurrentie van onlinepartijen, is nu ook de waarde van winkelpanden in populaire oude stadscentra ­gedaald, blijkt uit cijfers van onder meer belegger Vastned. Er is bovendien meer aanbod dan vraag naar winkelruimte, waardoor steden in het hele land kampen met lege etalages, voorzien van het plakkaat ‘te huur’.

De leegstand schept ook weer ruimte voor nieuwe kansen, denkt Zwijnenburg: ,,In leegstaande panden kun je makkelijk experimenteren met nieuwe concepten, denk maar aan de pop-upstores die her en der opdoemen. Bovendien kom je met die stadswinkels nu wel de stad binnen, waar je er vroeger niet tussen kwam. De winkelstraat zit niet langer op slot.”

Winkelmedewerker als ambassadeur

Er is nog een reden waarom de ­retailspecialist denkt dat het fenomeen stadswinkel meer navolging zou kunnen krijgen, met name bij partijen die zich nu nog vooral online manifesteren. Zwijnenburg: ,,Wie zich laat zien met een fysieke winkel, versterkt het vertrouwen bij de consument in zijn merk.”

Bij de winkel als uithangbord van een merk zijn volgens hem wel meer dan ooit goede medewerkers nodig. Servicegericht, vriendelijk en kundig. ,,Het wordt steeds belangrijker wie je neerzet. De moderne winkelmedewerker is geen verkoper, maar een echte ambassadeur.”