Nieuws Retail

Hoe een vervallen houthaven het hart van de mode-industrie werd

Eerst werden er boomstammen aangevoerd, nu is de Minervahaven, 130 meter breed en 500 meter lang, het hart van de Amsterdamse mode-industrie. Met als centraal punt de People's Place Gym, een sportschool waar medewerkers van de modebedrijven sporten én netwerken. Het Parool verkent het gebied en gaat langs bij de bedrijven die dankbaar gebruik maken van de oude houthaven. 'Het tropisch hout gaat nu naar fotoshoots.'

Lex Boon 5 januari 2019

Pvh dan o kelly c marie wanders

Pas-op-de-plaats-contour, zo is de officiële naam van de stippellijn op de kaarten van stedenbouwkundigen en projectontwikkelaars bij de Minervahaven. De oprukkende woningbouw wordt hier halt gehouden. Het is een bufferzone tussen de stad en haven. Tot 2029 mag er in dit deel van de voormalige Houthavens niemand wonen.

Houthandelaren

Het is daarom wat opmerkelijk dat in de Minervahaven, een halve kilometer diep in dat gebied, een populaire sportschool is. Buiten ruik je de geur van soja, afkomstig van het 229 meter lange bulkschip dat net uit Argentinië is komen varen en zijn lading aan het lossen is. Binnen worden proteïneshakes met kokoswater, peer, ananas en spinazie gemaakt voor het groepje dat midden op de dag met een high intensity interval training bezig is.

Lees ook: Danie Bles: van styliste naar Fashion Week-baas

"O, een sportschool. Hebben ze die nu ook al?" zegt Ivar Brugman in het kantoor van de Amsterdamsche Fijnhouthandel. "Het is ook wel snel gegaan de afgelopen jaren."

Bijna anderhalve eeuw geleden, rond 1880, dreigden houthandelaren om de stad te verlaten als er niet snel meer ruimte kwam voor hun handel.

Toen een paar houthandelaren inderdaad naar Purmerend vertrokken, werd besloten om de oude Houthaven aan het IJ naar het westen uit te breiden: de Minervahaven werd aangelegd. De nieuwe grote havenbek, met veel ruimte voor de opslag van hout in het water, had succes: zelfs de vertrokken handelaren kwamen weer terug.

Pionierende restaurants

De Amsterdamsche Fijnhouthandel, die in 1900 werd opgericht door de overgrootopa van Brugman, kwam hier pas in de jaren zestig van de vorige eeuw terecht. Houten heipalen waren inmiddels vervangen door betonnen exemplaren en de grootschalige houtindustrie was verdwenen uit Amsterdam.

"Toen ik hier decennia geleden als klein jongetje kwam, was de Minerva­haven echt een bende. Drugsdealers, prostituees. Van alles. Hiernaast lagen oude hijskranen, er was nog een duivenmelker. Ik weet niet eens of er wel asfalt was, parkeren deed je in elk geval in de berm." En nu? "Ja, nu is het wel anders," zegt Brugman. "Overal hoor je Engels. En je ziet veel hippe mensen. Mooie meiden ook. Dus de jongens staan in hun pauze allemaal te kijken van wow."

Wandel voorbij de Houthaven en je komt eerst langs Theater Amsterdam en pionierende restaurants die er zijn neergestreken, zoals ZA Amsterdam, Leuk, Wilde Kroketten en Lars (in het Moxy Hotel).

Verderop beginnen de bordjes op te vallen. Hugo Boss, Toms, Diesel komen eerst voorbij, in moderne loodsen met uitzicht op het IJ en de NDSM-werf aan de overkant.

In het opvallende gebouw op het einde van de kade - strak, wit en licht voorover hellend, met balkons aan alle kanten zoals op een cruiseschip - zitten Calvin Klein en Tommy Hilfiger.

Lees ook: Hoe Olcay Gulsen succesvol opkrabbelt na het faillissement van Supertrash

Hart van de mode-industrie

In de kantoren daartussen zijn modebedrijven gevestigd als Blue Denim Lodge, Molo Kids, Windsor, Strellson, JOOP! Soorty, All-time Favourites, Deckers Brands, Luxor, North Post. Onder andere Barts, Etnies, Ibana, BALR, dna Amsterdam zitten een kade verderop. En overal in dit gebied wordt aan nieuwe kantoorpanden gebouwd.

Einde 19de en begin 20ste eeuw dreven hier uit Scandinavië aangevoerde boomstammen in het water. Nu is de Minervahaven binnen een paar jaar het hart van de Amsterdamse mode-industrie geworden. De strook van 130 meter breed en bijna 500 meter lang bij de Danzigerkade, aan drie kanten omringd met water, is een fashionpier geworden. Een kledingboulevard.

Birò's, car2go's en taxibusjes rijden rond. En bij de People's Place Gym in het hart van dit gebied is een wachtlijst voor de masterclass van twaalf uur.

Meestal is de vrijdagmiddagborrel een goed moment om de mensen die op een bedrijventerrein werken te leren kennen. Niet bij de Minervahaven. Op vrijdagmiddag, rond vijf uur, lijken de kantoren leeg. De schimmen die je her en door het raam ziet, achter de oneindige kledingrekken, zijn paspoppen.

Voor het kantoor van Tommy Hilfiger en Calvin Klein staan twee rokers voor de deur, maar niet met biertjes in de hand. In de bar van het Moxy Hotel zitten alleen een paar toeristen.

Vrijmibo

De Tringtring-bezorger met vijf kratten bier is onderweg naar een kantoorpand verderop, niet naar een modebedrijf. In krokettenrestaurant Wilde Kroketten is het, voordat de avond begint, uitgestorven. "Misschien is het ook wel iets van vroeger, zo'n vrijdagmiddagborrel," zegt de barvrouw.

Wie de modemensen in de Minerva­haven wil ontmoeten, zo blijkt, moet naar de sportschool.

"Today is the start of something new. Let's take it one step further." De zware bassen van de muziek dreunen door de donkere ruimte. De van ledlampen gemaakte vierkanten aan het plafond verschieten continu van kleur. Achter in de zaal staan tien loopbanden, daarvoor liggen matjes voor de grondoefeningen.

"Okay, treadmills, let's go. Let's go. Find your speed," roept trainster Annabelle door het microfoontje dat voor haar mond hangt. Ze rent van de loopbanden naar de matjes, en doet een paar sit-ups voor met gewichten in haar hand. "You can do it."

Om de zeven minuten wordt gewisseld. Rennen, oefeningen, rennen, oefeningen, rennen, oefeningen - met bijna elke minuut een ander tempo, helling of opdracht. De harde muziek lijkt nog sneller te wisselen en het licht blijft flitsen - alsof je in een club aan het sporten bent, in plaats van dansen.

Creatieve bedrijven

Ergens verderop op de loopband moet Robert Chevalier staan, managing partner van marketing support agency Colourcake. Vóór de les, in de kleedkamer met de ruimtelijke uitstraling van een vijfsterrenhotel, had hij gezegd dat hij er vandaag een beetje tegenop zag. Collega's van hem gaan soms elke dag, maar hij is twee weken niet geweest.

Later zal hij vertellen, in zijn kantoor boven de sportschool, dat modemerken zijn bedrijf inschakelen om te helpen bij de campagnes. Diesel en Hugo Boss zaten er al, toen Colourcake hier ruim twee jaar geleden neerstreek. PVH - het bedrijf achter onder andere Calvin Klein en Tommy Hilfiger - was net in het opvallende witte, gebouw getrokken.

Chevalier: "Voor de rest was hier nog weinig, maar het leek ons handig om bij die bedrijven in de buurt te zitten. We wisten dat hier uiteindelijk alleen maar creatieve bedrijven zouden mogen komen, maar dat het vooral modebedrijven zijn geworden is te gek voor ons: het zit hier nu vol met potentiële klanten. Binnenkort opent schoenenmerk New Balance een kantoor, vlak boven ons."

Ook handig: als grote bestanden moeten worden verstuurd, kan iemand even met een usb-stick naar de overkant lopen.

"Treadmills, it's time. Go as fast as you can. Go, go, go," roept Annabelle nog een keer. Verderop doet Dan O'Kelly zijn oefeningen, de executive vice-president of creative services van PVH.

Sporten tijdens werktijd

In de kleedkamer had hij verteld dat hij als interieur­designer van het bedrijf onder andere verantwoordelijk is voor het ontwerp van de kantoren en de showrooms. Daarnaast is hij de initiatiefnemer en ontwerper van de sportschool, vernoemd naar de kleine winkel waar Tommy Hilfiger zijn imperium begon.

Na de les - als iedereen kapot is, en weer klaar om aan het werk te gaan - drinkt O' Kelly een proteïneshake en vertelt dat de voor ieder toegankelijke sportschool is gefinancierd door de verschillende partijen in het gebied, om te zorgen voor wat levendigheid.

De bedrijven moedigen het sporten tijdens werktijd aan, en dragen bij aan de kosten voor hun werknemers. "Je kunt beter je tijd hieraan besteden dan aan je telefoonscherm. Het is goed tegen stress, het zet je aan het denken. Ik doe het soms zes keer per week. En tijdens het sporten ben ik eigenlijk gewoon aan het werk."

Dat bedoelt hij letterlijk: hij neemt zijn telefoon mee, zodat hij tussendoor aan­tekeningen van zijn gedachten kan maken. Hij laat zijn gebarsten telefoonscherm zien. "Ik zette er laatst per ongeluk een gewicht op."

O'Kelly zegt dat hij het niet gelijk zag zitten, toen PVH besloot om de Stadhouderskade in te ruilen voor een locatie buiten het centrum. Op een plek zelfs waar helemaal niets is.

Hot desk policy

Hij haalt een bouwhelm uit zijn locker om te laten zien waarom hij snel overtuigd was. PVH trok in 2016 in het witte gebouw op de kop, maar daarnaast is het begonnen aan de bouw van twee nieuwe gebouwen.

In totaal groeit het aantal PVH-werknemers hier de komende tijd van 850 naar 2000 man, waardoor het bedrijf een groot deel van de Minerva­haven inneemt. "In de stad werd het te krap en hier hebben we ruimte. Voor mij als ontwerper was dat geweldig: het was als een leeg canvas."

O'Kelly loopt door een labyrint van nieuwbouw langs toekomstige koffiepunten die vroeg open zijn en laat sluiten, langs dakterrassen met een fantastisch uitzicht over de havens en heeft het over de hot desk policy: in de gebouwen, waarbij alles is afgewerkt met hout, zijn maar weinig mensen met een eigen bureau.

De twee nieuwe panden zijn door een overlappende etage op elkaar aangesloten, via een luchtbrug loopt O'Kelly naar het gebouw op de kop van de Minerva­haven dat al volledig in gebruik is. Hij laat de showrooms zien, met collecties die pas over een jaar in de winkel liggen, en de verdiepingen waar de designers werken aan de nieuwe collecties.

"Maar het is echt niet zo dat hier alleen maar mega-fashion-fashion-mensen werken," zegt Floor van der Hoek later, in een van de zithoeken rond een koffiebar, met een capuchontrui aan (hoewel dat alleen is omdat de verwarming op haar verdieping het niet doet, zegt ze). "Ze zijn er uiteraard wel, maar er werkt hier echt van alles. Ook de financiële en juridische afdelingen zitten hier."

Wellbeing-cultuur

Door de drie aangesloten panden, de sportclub en nog wat andere plekken in dit gebied - zoals het Denim Centre, waar in het naaiatelier met grote industriële wasmachines het recept voor nieuwe spijkerbroeken wordt gemaakt, dat de fabrieken wereldwijd moeten namaken - spreekt het bedrijf van de PVH Campus.

"We kunnen de werkdruk niet verlagen, maar wel alles eromheen. Ik wil dat onze mensen zich beter voelen als ze hier op het einde van de dag de deur uitlopen, dan dat ze zich voelden toen ze binnenkwamen."

Vandaar dat meedoen aan de lessen in de People's Place Gym wordt aanbevolen. Via een app kunnen medewerkers zich inschrijven, zoals ze ook een stoelmassage kunnen reserveren, een e-bike kunnen lenen, een plek boeken in de zwarte taxibusjes die tussen de Minervahaven en CS en Sloterdijk pendelen of zich kunnen inschrijven voor het kerstfeest.

De kantoren met balkons kunnen later woningen worden

"Vroeger stonden we vooral bekend om de feesten, met vrijdag- én donderdagmiddagborrels, " zegt Van der Hoek. "Maar er verandert wel iets. Van een partycultuur maken we langzaam de overstap naar een wellbeing-cultuur."

Pas-op-de-plaats-contour

O'Kelly vertelt ook over de plannen voor een meditatiebus die langs de kantoren rijdt. Ook zou hij graag een health center beginnen, waar werknemers met de nieuwste technieken - zoals virtual reality en 3D-scanners - voor een controle terecht kunnen: leven ze gezond genoeg? "Ik deed laatst in New York zo'n test en kwam erachter dat ik vanwege de smoothies te veel banaan binnenkreeg, waardoor mijn calciumspiegel aan de hoge kant was."

Met het neerstrijken van de mode-industrie lijkt rond de Minervahaven het industrieterrein van de toekomst te ontstaan. En tegelijkertijd: het blijft een industrieterrein. "Uiteindelijk is hier na zes uur en in het weekend weinig te doen," zegt O'Kelly. "En op vrijdag eigenlijk ook: dan werken veel mensen thuis of niet."

Dat gaat in de toekomst veranderen. Nu is De Minervahaven nog een bufferzone tussen haven en stad, maar als de 'pas-op-de-plaats-contour' na 2029 komt te vervallen, komen hier mogelijk ook woningen. De kantoorpanden, met de overdreven balkons, zijn zo gemaakt dat ze makkelijk kunnen worden omgebouwd tot appartementen.

Na het centrum voor de houthandel, een vervallen havengebied, het epicentrum van de mode-industrie, moet het gebied uiteindelijk onderdeel van de stad worden, waar wonen en werken wordt gemixt.

Ruimtegebrek

Als de metro wordt doorgetrokken van Isolatorweg naar CS, kan hier een nieuw metrostation komen, waarmee een nieuwe, bereikbare stadswijk ontstaat. Die zal zich niet beperken tot de Minervahaven: onder de noemer Haven-Stad moet het hele bestaande havengebied binnen de Ring op den duur plaatsmaken voor woningen en kantoren.

Dat zal de Amsterdamsche Fijnhouthandel op deze plek niet meemaken. Er is nu al ruimtegebrek en Ivar Brugman hoopt snel te kunnen verhuizen naar een ruimere plek. Na de Jordaan en de Minervahaven wordt het tijd verder naar het westen te trekken, waarbij Brugman een belangrijke wens heeft: binnen de stadsgrenzen blijven. Het is tenslotte de Amsterdamsche Fijnhouthandel.

Tot het zover is, houdt hij het hier nog wel even uit. "Er gebeurt nu opeens van alles. Tegenwoordig verkoop ik niet alleen hout, maar verhuur ik het ook. Het tropische hout dat we hebben, is populair bij de fotoshoots."