Nieuws Actueel

Slepen met zandzakken is geen oplossing

Nico Schapendonk 11 januari 2016

Slepenmetzandzakkenisgeenoplossing1065

Het klinkt cru, maar het bestaansrecht van waterschappen als Brabantse Delta wordt op dit moment nergens beter bewezen dan aan de andere kant van de Noordzee, waar Britse dorpen en steden de afgelopen weken na zware hoosbuien onder water zijn gelopen. "Er wordt in Engeland nu al rekening gehouden met een schadepost van 2,5 miljard euro. Dan investeer ik de komende acht jaar liever 85 miljoen euro in het opknappen van dijken en andere waterkeringen", zegt Huub Hieltjes, bestuurder van waterschap Brabantse Delta tegen BN De Stem.Regelmatig moet de Bredase waterschapper uitleggen wat het nut van zijn organisatie is. Hieltjes is dan ook bekend met het traditionele gebed van de Nederlandse dijkgraaf: 'Heer, geef ons heden ons dagelijks brood en af en toe een watersnood'.EvacuatieTja, de dijken zijn in Nederland zo stevig en de bevolking waant zich daarachter zo veilig, dat de vanzelfsprekendheid toeslaat. Alsof er nooit meer iets fout kan gaan. Maar dat is een net iets te onbezorgde gedachte, zeker in West-Brabant, een gebied waarvan meer dan de helft op of onder de zeespiegel ligt.Het diepste punt bevindt zich in een polder achter de dijk van het Hollandsch Diep bij Lage Zwaluwe: 2,38 meter onder NAP. In 1953 stond dit gebied voor het laatst onder water, net als andere delen van de Westhoek. En hoe graag Hieltjes het ook zou willen, hij kan niet voor de volle 100 procent garanderen dat zoiets nooit meer gebeurt. Dus wil hij aan de slag: "Want slepen met zandzakken en het evacueren van de West-Brabantse bevolking naar de Brabantse Wal of BaarleNassau zijn geen duurzame oplossingen."Vorig jaar is er een nieuw bestuur gekozen voor Brabantse Delta en dat heeft volgens Hieltjes geleid tot een nieuw beleid waarbij veiligheid met stip op nummer 1 staat. Die keiharde prioriteit betekent dat zo'n tachtig sluizen, gemalen, duikers en in- en uitlaten moeten worden aangepakt en dat 65 van de ongeveer 200 kilometer aan dijken langs de Mark, Dintel en Vliet in West-Brabant moet worden 'verbeterd'.Bij het waterschap spreken ze over 'verbeteren' en niet over verhoging, omdat dijkverhoging niet overal vanzelfsprekend is. Er zijn ook andere manieren om rivieren, beken en vaarten in toom te houden. Zo kan Hieltjes zich goed voorstellen dat er 'keermiddelen' als sluizen en stuwen worden aangelegd. Ook het gecontroleerd onder water laten lopen van polders is een mogelijkheid. Dat gebeurt nu al met behulp van de Vierde Bergboezem, bij de Mark ten noorden van Breda.Zaligmakend is deze methode overigens niet, zegt Leon van Rijthoven, projectmanager bij Brabantse Delta. "Het klinkt eenvoudig: een klepje openzetten en de polder laten volstromen. Toch is het niet zo simpel. Je hebt namelijk heel wat hectares nodig om het water te verwerken. Bovendien verleg je het probleem, want uiteindelijk moet je toch weer ergens bouwwerken aanleggen om het water uit die overstromingspolders tegen te houden."VeranderingIn 2025 moet Brabantse Delta zijn zaakjes op orde hebben. Als het aan Hieltjes ligt is het waterschap voor die datum al klaar. Hij moet dus snel aan de praat met de ongeveer 450 eigenaren van grond langs de West-Brabantse wateren. Slechts 10 procent is in handen van Brabantse Delta.Dat wordt nog interessant, want er zijn volgens de bestuurder mensen die op een waterkering wonen zonder dat ze dat weten. Maar Hieltjes wil hoe dan ook het gesprek met de direct betrokkenen aangaan. "Dan zijn er altijd mensen die zeggen: 'Moet dat nou? En wat kost dat allemaal?' Dat zijn allemaal terechte vragen", zegt Hieltjes. "Ik wil dan ook geen panklaar plan voorleggen, maar er moet wel wat gebeuren. Er verandert namelijk nogal wat en daar moeten we op voorbereid zijn. Maar gelukkig merk ik dat de mensen in West-Brabant zich daar steeds meer van bewust worden."2. Verder heeft de provincie de veiligheidsnormen naar boven bijgesteld. Tot voor kort werd ervan uitgegaan dat een overstroming eens in de vijftig jaar zou kunnen gebeuren, nu is die norm verscherpt: eens in de honderd jaar. Dat is omdat alles wat achter de dijken staat duurder is geworden. Anders gezegd: waar vroeger hooguit koeien stonden te grazen in een verder leeg grasland, staat nu een woonwijk of een bedrijventerrein. De waarde van het gebied dat kan overstromen is toegenomen. Het loont dus steeds vaker de moeite om te zorgen dat de dijk het houdt.3. In West-Brabant is er een streekeigen reden om de waterkeringen op te plussen: het Volkerak-Zoommeer.Die voormalige zeearm dient voortaan als waterberging, voor het geval de grote rivieren buiten hun oevers dreigen te treden.Brabantse Delta-bestuurder Huub Hieltjes: "Daar kunnen we in het worstcase scenario de inhoud van 80.000 olympische zwembaden parkeren. Maar dat heeft óók tot gevolg dat Mark, Dintel en Vliet hun water niet kwijt kunnen. Daarom moeten de rivierdijken worden verbeterd, van Dintelsas tot aan Stampersgat."