In de ochtend van 7 februari 2024 brandde het radiateurenbedrijf van Teunis van Nes in het Zeeuwse Kloetinge tot de grond toe af. Zelf raakte hij gewond. Ondanks alle ellende zijn het een jaar later vooral de mooie dingen waaraan hij terugdenkt, hoe gek dat ook mag klinken. Zo kreeg hij veel steun van mensen uit de straat. ,,Ik word nog steeds emotioneel als ik denk aan twee overbuurvrouwen”, vertelt hij aan de PZC.
,,De ruiten van hun huis waren gesneuveld door de brand, hun kinderen waren thuis, dus voor hen was het ook een panieksituatie. Toch maakten ze zich zorgen om mij. Ze zijn naar buiten gekomen. ‘Waar is Teunis? Waar is Teunis?’, riepen ze. Dat vind ik hartverwarmend.” De brandweer en het ziekenhuispersoneel hebben volgens Teunis ook zeer professioneel gehandeld. Dat de toen kersverse burgemeester diezelfde dag nog van zich liet horen, deed hem ook goed.
‘De stenen vielen al naar beneden’
Teunis was op de bewuste ochtend al vroeg aan het werk gegaan. Met zijn bedrijf dat radiateuren (warmtewisselaars) levert en repareert, zit hij al jaren aan het Westeinde. Plots was er brand. Beneden in de werkplaats wist hij het vuur nog te doven, maar het was al doorgeslagen naar boven. Toen hij de vlammen over zich heen voelde gaan, wist hij dat het een verloren zaak was. De ondernemer kon z’n administratie nog veiligstellen. Een paar mappen en een computer. ,,Toen ik met die computer naar buiten liep, moest ik over de stenen heen stappen die al naar beneden waren gevallen”, vertelt de 72-jarige ondernemer.
De stenen hadden hem niet geraakt, maar Teunis kwam niet ongeschonden uit de strijd. Hij had een brandwond op z’n hoofd. Zijn brandende pand achterlatend, werd hij met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Toen hij later die ochtend terugkeerde, werd bevestigd wat hij eigenlijk al wist. Van zijn bedrijf was niets overgebleven. Asbest van het dak was op huizen en in tuinen aan de Patijnweg in Kloetinge en in de Schildersbuurt in Goes-Zuid terechtgekomen. Teunis voelde zich daar rottig over. ,,Dat was toen mijn eerste prioriteit”, blikt hij terug. ,,Dat moest worden opgeruimd. Die linten moesten weg.” Twee maanden na de brand was heel de buurt schoon.
Het opruimen van de asbest was mijn eerste prioriteit, die linten moesten weg
Teunis van Nes Getroffen ondernemer
Asbestverwijdering kostte ondernemer twee ton
Het verwijderen van het asbest heeft de ondernemer twee ton gekost. Geld dat hij niet terugkrijgt van de verzekering. Teunis steekt de hand in eigen boezem. ,,Ik liep al jaren rond met het idee het dak te laten vervangen, maar ik heb het niet gedaan. Het was dus mijn eigen schuld.” Hij heeft bij de getroffen bewoners een briefje in de bus gegooid, met excuses voor alle overlast.
Mensen vroegen in die tijd weleens of de brand, hoe triest ook, niet het moment was om te stoppen. Geen onlogische vraag, gezien de leeftijd van Teunis. Toch piekerde hij er niet over. Hij wilde niet dat bijna vijftig jaar ondernemerschap op zo’n manier zou eindigen. Teunis is geboren en getogen in Rijsoord, een dorp vlak bij Rotterdam. Daar werkte hij in een radiateurenhandel, toen de vestiging in Kloetinge in 1978 te koop kwam. ‘Is dat niks voor jou, Teunis?’, vroeg zijn toenmalige baas. Hij hapte toe. Als twintiger begon hij in Kloetinge.
Dat in zijn radiateurenhandel iemand van 60 werkt, die nog zeven jaar te gaan heeft tot zijn pensioen, was één van de redenen om door te gaan na de brand. Eigenlijk kan Teunis ook niet gemist worden. Er zijn nog maar weinig radiateurbedrijven in Nederland. Het is veelzeggend dat de Oldtimerclub Midden-Zeeland kort na de brand een inzameling begon voor de getroffen ondernemer. Als leden een probleem hebben met de koeling van hun oldtimer weten ze waar ze moeten zijn: bij Teunis van Nes. Waar anders?
De ondernemer vertelt dat hij een keer een agrariër uit Walcheren over de vloer had. De radiateur van zijn combine werkte niet meer. De man zat met de handen in het haar. Hij had de importeur in Duitsland al gebeld, maar een nieuwe radiateur was niet te leveren. ,,Het bleek om een kleine beschadiging te gaan”, vertelt Teunis. ,,Ik had het snel hersteld. ‘Hier, neem maar mee, het kost niks’, zei ik. Ik geniet als ik zo iemand kan helpen.”
Teunis heeft er het ‘zwaar mee gehad’
Het bedrijf is een jaar na de grote brand weer goeddeels operationeel. Nog altijd aan het Westeinde. De werkplaats zit nu in een loods die pal naast het afgebrande bedrijfspand staat. Die loods was al eigendom van Teunis. Het was een geluk bij een ongeluk dat de huurder de huur net had opgezegd. Veel gereedschap heeft de ondernemer zelf opnieuw moeten maken. Het is simpelweg niet te koop. Op de plek waar zijn afgebrande pand stond, staan nu containers, voor opslag.
Teunis heeft van de gemeente een vergunning gekregen om ze maximaal vijf jaar te laten staan. ,,Het duurde wel lang voor ik die toestemming had”, vertelt hij. ,,Dat is in het afgelopen jaar misschien wel het moeilijkste moment geweest. Ik heb het daar zwaar mee gehad. Ik wilde door, de narigheid vergeten, maar dat kon lange tijd niet. Ik verwijt de gemeente helemaal niks, hoor. Ze wilden echt helpen. Zo’n vergunningprocedure kost gewoon veel tijd.”
Van zijn verzekeraar moet Teunis binnen twee jaar besluiten of hij op de oude locatie wil terugbouwen. De gemeente ziet hem naar eigen zeggen liever naar het bedrijventerrein vertrekken. De ondernemer vertelt dat hij een kavel in optie heeft genomen vlak bij de McDonald’s, maar hij weet nog niet wat hij gaat doen. Stoppen in elk geval niet. Al beseft hij dat die dag een keer gaat komen. Hij hoopt het bedrijf ooit te kunnen overdragen. ,,Mijn zes kinderen hebben geen interesse”, zegt hij. ,,Maar misschien dient zich nog iemand anders aan.”
Lees ook: 28 horecazaken, 68 jaar en één laatste kunstje: ondernemen is nog veel te leuk voor Bart