Nieuws Actueel
Theehuis Rhijnauwen: goudmijn aan de Kromme Rijn
Tweehonderdduizend mensen bezoeken jaarlijks Theehuis Rhijnauwen. Daar is het personeel goed getraind en een pannenkoek snel gebakken, schrijft het AD.

Tweehonderdduizend, benadrukt eigenaar Martin Raimond. Laat het even inwerken: 200.000 mensen. Raimond (48) nam het restaurant in 2004 over van zijn zus. Hard werken, maar een goudmijn, zou je zeggen. Met 160 zitplaatsen binnen en 300 buiten. Op een mooie dag in het weekeinde, vooral in het voorjaar, loopt Rhijnauwen vol, en puilt het theehuis uit. Zo’n 170 medewerkers zijn klaargestoomd om in het drukke seizoen de gasten naar behoren te bedienen, aldus Raimond. "Het opleiden begint al in februari. Door het grote verschil tussen zomer en winter zijn we eigenlijk constant mensen aan het trainen."
TrekpleisterHet theehuis is de grote trekpleister van de landgoederen. In 1921 ontworpen in de stijl van de Amsterdamse School, net als het paviljoen in het Wilhelminapark. Dat het gebouwd kon worden, is te danken aan de Hollandse Waterlinie, zegt hij. "Anders stond hier vast al een nieuwbouwwijk." Rhijnauwen en Amelisweerd zijn een groene postzegel in stedelijke omgeving, waar het op gezette tijden druk is, maar toch de nodige rust te vinden is. Raimond wijst op de in 1998 aangebouwde theetuin. Vorm van een Japanse pagode, ramen die ’s zomers open kunnen, speciaal uitgegraven watertje met Japans eiland erin,ruime veranda, balkende ezels, meanderende Kromme Rijn. "Als mensen binnenkomen staan ze vaak in de rij, is er drukte en herrie. Maar als ze eenmaal in de theetuin zitten, ervaren ze de rust die die uitstraalt."
PannenkoekenVan daaruit is er zicht op de keuken, waar soepje, salade, high tea of wrap worden bereid. Toch zijn het de pannenkoeken die het moeten doen. Althans, meestal. Raimond. "Op een mooie, maar frisse voorjaarsdag wil iedereen een pannenkoek, als het snikheet is eerder een salade." Er zijn horecagelegenheden waar pannenkoeken machinaal bereid worden, soms zelfs met voorgebakken exemplaren wordt gewerkt. Hier niet. Drie medewerkers hanteren elk vier pannen, indien nodig kan er ook outdoor worden gebakken.(tekst loopt door onder foto)
Meesterbakker is Daan van der Vegt. Het is inmiddels alweer twaalf jaar geleden dat hij zich als 17-jarige knul meldde bij het theehuis voor een vakantiebaantje. De spoelkeuken was zijn domein. "Maar ik schoof steeds verder de keuken in." Nog hetzelfde seizoen mocht hij al pannenkoeken in de lucht gooien om ze te keren. "Bakken leek me wel een uitdagend klusje." De rest is geschiedenis. Want ettelijke duizenden pannenkoeken later, staat hij nog steeds Boonapartes en Reuzen van Rhijnauwen te bereiden. "Ik ben nu een ouwe rot die het de jonge collega’s moet leren."
Hij zet z’n witte muts recht, spuit olie in een van de vier pannen die hij bestiert, pollepelt er beslag in en legt geroutineerd ingrediënten op een ander baksel. "Wat het geheim is van een goede pannenkoek? Met plezier en liefde klaarmaken. Verder goede spullen om mee te werken en de beste ingrediënten. Dat is het." Lijkt heel makkelijk, want iedereen kan immers pannenkoeken bakken. Toch moet er getraind worden, voordat je het goed kunt, zegt hij. "Het is warm en druk, de pannen zijn veel zwaarder, je moet opschieten. En vooral: thuis mag het mislukken, hier niet. Kwestie van oefenen, maar het is niet in een dagje geleerd."
Vijfhonderd stuksEven rekenen. Hij werkt soms tien uur, vier pannen, 5 minuten per koek. Dat zijn vijfhonderd pannenkoeken per dag. "Zou kunnen. Ik tel ze niet." Een naturelle gooit wat lastiger om, en eentje met ananas valt sneller uit elkaar, maar voor zo’n ervaren bakker is niets nog moeilijk. Vindt hij ze zelf lekker? "Laat ik het zo zeggen: ik eet ze niet zo vaak meer."
De toekomst, ach. Hij moet er nog achter komen wat hij later wil worden. Pannenkoeken bakken is voorlopig oké. "Het blijft leuk werk, al ga ik dit niet tot mijn pensioen doen." Als er zoveel mensen in de zaak komen, gebeurt er vast weleens wat bijzonders. "Nee, eigenlijk is het best saai. Er valt weleens een dooie kraai uit de boom, of er ontsnapt een ezel. Dat is het wel. Maar wacht even, deze pannenkoek is klaar." En daar gaat weer een Bourgondische Belg met runderstoofvlees, taugé en preisnippers. Op weg naar een hongerige bezoeker.