In het eerste jaar van de telling gingen 78 starters het avontuur aan. Van hen zijn er nu nog altijd 30. In de jaren die volgden zijn steeds meer ondernemers gestart die het nu nog weten te rooien. Ook is er een stijging van het aantal startende ondernemers. Zo schreven in 2005 78 ondernemers zich in bij de Kamer van Koophandel, tegenover 151 in 2015. Topjaar was 2013, toen 180 bedrijven het levenslicht zagen. Van die groep zijn er nog 128 over, zo'n 71 procent.
BlijversNiet geheel onlogisch is overigens dat 2014 en 2015 met respectievelijk 91 en 93 procent de hoogste percentages blijvertjes leveren. Een ander jaar dat er uitspringt, al dan niet negatief, is 2009. In dat jaar gingen 'slechts' 93 het ondernemerschap aan, maar heeft inmiddels bijna de helft er de brui aan gegeven.
FaciliterendOm het percentage starters dat zich na de eerste jaren succesvol ontwikkelt tot degelijke, blijvende ondernemers op te krikken, ziet Dalfsen voor zichzelf vooral een faciliterende rol weggelegd. "De rol van de gemeente is primair informant en doorverwijzer voor vragen van startende ondernemers", stelt Dalfsen als het om stimuleringsmogelijkheden gaat.
"Hierin ondersteunt het ondernemers met deskundigheid over bestemmingsplannen en bedrijfshuisvesting. En bij het gemeentelijk digitaal subsidieloket kunnen startende ondernemers terecht voor informatie."
Geen financiële hulpOndanks de goede bedoelingen voelt Dalfsen niet de verplichting startende bedrijven een financieel steuntje in de rug te geven. Niettemin beslist de gemeenteraad en niet het college van burgemeester en wethouders over eventuele hulp.
"Voor het instellen van een gemeentelijke lening voor startende ondernemers, zal een regeling moeten worden opgesteld", meldt het college, dat daarvan geen voorstander is.
Expertise"Dit zorgt voor meer gemeentelijke regulering en de gemeente heeft geen expertise over het formuleren van selectie-, toetsings- en toewijzingscriteria. Dit betekent inhuur. Daarnaast loopt de gemeente financieel risico door het niet terugbetalen van leningen."