Nieuws Actueel
Van boerenjongen naar de bekendste bedrijvenmakelaar van Nederland
Hoe lang moet je nog? Het is de ergste zin die bedrijvenmakelaar Cor van Zadelhoff kent. Het Parool sprak de 77-jarige ondernemer over opgroeien op het platteland, Amsterdam en lol hebben in je werk.
Op de kast van Cor van Zadelhoff (77) prijkt een foto. Er staan koeien op. Een bronstige stier neemt een enthousiast aanloopje. "Moet je kijken naar die ogen", zegt de bekendste bedrijvenmakelaar van Nederland. "Mooi hè!"
BoerenzoonHet bloed kruipt waar het niet kan gaan. Van Zadelhoff houdt van het landleven. Hij is in Ouderkerk aan de Amstel opgegroeid als de derde van vijf boerenzoons uit een gezin van acht. Zijn broer Arie woont nog altijd op de ouderlijke boerderij.
Op zijn eigen landgoed in Breukelen lopen veertig koeien en honderd schapen in de wei. Hij heeft 25 Friese paarden en een verzameling rijtuigen, waaronder boerenwagens en lijkkoetsen in de kleuren wit, grijs en zwart. "Als wij er niet zouden zijn", zegt hij tevreden, "dan vind je straks geen begrafenisondernemer meer die je erin weg kan brengen."
Iemand moet het doen.
SigaarVan Zadelhoff houdt sinds jaar en dag kantoor aan het Dijsselhofplantsoen in Amsterdam-Zuid. Een klassieke ontvangst: leunstoel, sigaar en kopje thee. Buiten is het rustgevende gekwaak van de eenden te horen.
Van Zadelhoff: "Toen ik in 1968 begon zag ik één ding heel scherp: de invloed van de werkomgeving op de productiviteit van mensen. Het is aantoonbaar dat mensen meer presteren als ze werken in een leuke omgeving."
Hij lacht uitbundig. "Dat is natuurlijk ook een goed verkoopverhaal om iemand in een nieuw pand te hijsen."
BaasCor van Zadelhoff. "Mijn naam is Core Business."
Zat hij daar op de Brouwersgracht in zijn auto te wachten achter een vrachtwagen. "Ik stond er toch, dus liep ik naar binnen en vroeg: wie is hier eigenlijk de baas? Bleek het een groothandel te zijn met vestigingen op vijf plaatsen in de buurt. Een paar maanden later heb ik ze naar industrieterrein Amstel verhuisd. Naar één pand."
WindeierenEind jaren zestig hadden veruit de meeste bedrijven hun onderkomen nog in eigen bezit. Van Zadelhoff zag het gat in de markt. Waarom je spaarzame geld stoppen in stenen als je het ook uit kunt geven aan bedrijfsactiviteiten? Sale and lease back: verkoop je pand en huur het terug.
"De vroegere baas van Blauwhoed, Hens Brouwer, maakte me er attent op", zegt hij. "Blauwhoed was de eerste belegger in bedrijfsgebouwen, samen met het pensioenfonds van Shell. Daarop haalden ze meer rendement dan op staatsobligaties of op woningen." Het heeft hem zelf ook geen windeieren gelegd.
AmbassadeurVan Zadelhoff heeft onlangs zijn laatste aandelen verkocht in de door hem opgerichte internationale makelaardij DTZ Zadelhoff, waarvan het niet-Nederlandse deel is gefuseerd met Cushman & Wakefield. Hij beschouwt zichzelf nu als ambassadeur van het bedrijf. Van Zadelhoff is nog eigenaar van beleggingsmaatschappij Goedland, die wordt beheerd door de holding Brouwershoff. De opbrengsten gaan naar zijn Stichting Drs Cor van Zadelhoff Fonds.
Met zijn beleggingsmaatschappij concentreert Van Zadelhoff zich nog op twee steden: Amsterdam en Londen. De rest van zijn vastgoed heeft hij verkocht. Op zijn zeventigste besloot hij: op mijn 75ste wil ik geen schulden meer.
VerwestersenMazzel, zegt hij nu. "Ik had veel geïnvesteerd in onroerend goed in Rusland en Oekraïne. In Sint-Petersburg en Kiev heb ik hele straten gerestaureerd. Er staan daar zulke mooie gebouwen. Ik geloofde erin dat die landen heel snel zouden verwestersen en heb er geen moment rekening mee gehouden dat daar zou gebeuren wat er nu gebeurt. Door het oog van de naald ben ik gegaan. Als het anders was gelopen, als ik die panden nog steeds had gehad, had ik hier niet zo rustig gezeten."
Hij zucht: "Gelukkig heb ik een redelijk gevoel voor mensen en weet ik wanneer ik ze zo snel mogelijk de deur uit moet werken."
TopniveauHij is nog altijd lyrisch over de stad waar hij zijn bedrijf begon, waar hij avond-hbs deed, economie studeerde aan de VU en jaren woonde op de Minervalaan. "Dat vier musea zich gelijktijdig in volle glorie presenteerden is een enorme impuls geweest. Een goede stad heeft topmusea, een topconcertgebouw en topsportaccommodaties. Zo trek je ook de mensen van topniveau. Het is onvoorstelbaar hoe gewild de stad is geworden voor dienstverlenende internationale bedrijven."
Valkuilen? Van Zadelhoff, aarzelend: "De stad moet niet eindeloos doorgaan met het bouwen van hotels. We moeten oppassen. Op enig moment gaat de wal het schip keren en wordt het toerisme eerder een last dan een lust."
LuxeEn, minder aarzelend: "Er moet ruimte zijn voor échte luxe. In Amsterdam is een behoorlijke vraag naar woningen van tweehonderd tot vierhonderd vierkante meter. Ik denk dat zelfs de linkse kant van de bevolking tegenwoordig inziet dat het belangrijk is dat er spenders in de stad wonen."
In april wordt hij 78, maar kom bij hem niet aan met verhalen over leeftijd. Stilzitten? "Als ik tien weken achter elkaar in de krant las dat Fluor in Haarlem mensen zocht, belde ik de baas en vroeg hem: waar laat je die? Die had dan kennelijk een kantoor nodig. En raad eens. Dat was ook zo! Ik geef zulke dingen dan nog steeds door aan de makelaardij. Initiatief nemen blijf ik leuk vinden. Ik lees elke dag vijf, zes kranten."
Vreugde"Weet je", zegt hij, "ik leef mijn vak, ook nu nog met mijn beleggingen. Hoe mooi is het om aan het Volkskrantgebouw, aan de Diamantbeurs, aan het Burgerweeshuis en aan het Renaultgebouw weer een nieuw leven te schenken? Daar haal ik vreugde uit."
Hevig verontwaardigd: "Hoe vaak hoor je mensen niet aan elkaar vragen: hoe lang moet je nog? Dat vind ik de ergste zin die iemand kan uitspreken. Daar blijkt zo'n armoe uit. Hoe lang moet je nog!? Hoe lang mág je nog!"
Hij weet het zeker: als je lol hebt in je werk komt het goed. "Ik weet wel dat ik makkelijk praten heb, maar ik heb in mijn leven weinig werklozen gezien die echt enthousiast zijn over hun beroep."
RuigVan Zadelhoff de boerenjongen. "Ik keek zó enorm op tegen Amsterdam. De stad was ruig. Toen ik vijftien was ging ik er op zaterdagavond wel even aan ruiken, hoor, maar het was toch een hele afstand."
Wat moest hij? Ook boer worden? "Op al die boerderijen in de buurt zag je zomerhuizen. Als er dan twee zoons boer wilden worden, ging er daar eentje in wonen. Ik dacht: als je moet delen, heb je de helft. Dat vond ik niet zo'n aantrekkelijke gedachte."
SappelenHij moet weer lachen. "Tot mijn zestiende heb ik de landbouwschool gevolgd. Ik was net zo lang als nu, maar op die leeftijd zijn je ruggenwervels nog niet helemaal volgroeid en heb je snel last van je rug. Dat heb ik gebruikt om mijn vader en moeder te overtuigen. Ik zei: ik kan dat zware boerenwerk niet doen."
Hij wil maar zeggen: "Als je elke keer aan de keukentafel hoort hoe het sappelen is, gaat de leuk er wel af. Daar hoef je geen materialist voor te zijn." Nu is geld wat Van Zadelhoff betreft geen onderwerp van gesprek meer.
Goede doelen"Het was," verzucht hij, "bijna niet bestaanbaar dat wij met het gezin naar een restaurant gingen. In Amsterdam zag ik elke dag mensen die dat wel deden. Dan dacht ik: waarom zij wel en ik niet? Maar het niet-hebben van geld is belangrijker dan het wel-hebben. Het is een rijkdom als je er niet over hoeft na te denken."
Hij zit met zijn stichting 'midden in de goede doelen'. "Het laatste hemd heeft toch geen zakken," zegt hij. Als hij doodgaat, heeft hij niets meer aan al zijn geld. En kinderen zijn er nooit gekomen, al heeft hij wel 'een grote familie'.
Speerpunten"Het is prachtig om terug te kunnen geven aan de gemeenschap." Maar je moet, zegt hij, wel een paar speerpunten hebben: beeldbepalende gebouwen en bejaardenzorg in zijn geval. Hij is betrokken bij Museum Het Schip, gewijd aan de Amsterdamse School. "En bij Artis staat al veertig jaar het Groote Museum te verrotten. Dat gaan we nu proberen op te knappen."
In het Stedelijk Museum heeft hij, bovenaan de iconische trap in het historische gebouw, zijn eigen Zadelhoff Café gekregen als dank voor de sleutelrol die hij in 2004 op verzoek van burgemeester Job Cohen speelde bij het binnenhalen van geld voor de verbouwing. Ook een vorm van onsterfelijkheid.
VriendenZijn er veel mensen die hem om geld vragen? Terughoudend: "Mwah."
Dan, onverwacht fel: "Er zijn er zelfs die, als ze hun zin niet krijgen, zeggen: 'Ik dacht dat we vrienden waren?' Dat vind ik helemaal verschrikkelijk."