Nieuws Actueel

Van vleesproductiebedrijf naar biologische boerderij

De weg naar het weiland ligt open, want bioboer Bas Antonissen heeft het hek bij de stallen opzijgeschoven. Toch kijken de varkens eerst de kat uit de boom. Pas wanneer een van de zeugen aarzelend de weg naar de modderpoel in het weiland heeft gevonden, volgt de rest van de dieren.

Hans Heijt 26 juli 2016

Bas antonissen

"Varkens maken geen pigment aan en daarom vinden ze het heerlijk bij warm weer een poel op te zoeken", zegt Bas, terwijl hij toekijkt hoe zijn zeugen in de modder rollen. "Het precieze aantal weet ik niet, maar ik schat dat er in Nederland hooguit veertig varkensboerderijen met een modderpoel zijn."

De varkens hebben een hectare biologische weiland tot hun beschikking. Dat is in twee stukken verdeeld. Op de strook links achter het huis staan het gras en de struiken hoog. Op het rechterweiland hebben de varkens het gras tot kort boven de grond opgegeten. "De zeugen moeten dan een tijdje in de andere wei gaan staan, omdat ze anders aan de wortels gaan zitten en het gras kapotmaken."

De boerderij van de familie Antonissen ligt verscholen tussen de bomen aan de rand van Rucphen. In de jaren vijftig exploiteerde een oom van de vader van Bas daar een gemengd bedrijf met akkerbouw en veeteelt. De vader van Bas is op de boerderij ernaast opgegroeid. "Met die oom is mijn vader in de jaren tachtig een maatschap begonnen. Die oom had geen opvolger. Daarom hebben mijn ouders de boerderij begin jaren negentig overgenomen.'' In tegenstelling tot zijn broer en zussen had Bas van jongs af aan interesse voor het boerenbedrijf. Vooral voor de varkenshouderij kreeg ik veel belangstelling. Varkens zitten nooit stil. Ze zijn heel nieuwsgierig. En juist dat maakt het werken met de dieren zo leuk."

Echt goede vooruitzichten had Bas niet toen hij in 2009 afstudeerde. Het ging slecht met de varkenssector. "Je had bijvoorbeeld te maken met emissiebeperkende maatregelen en allerlei andere blabla. Om te kunnen overleven, zou een schaalvergroting van het bedrijf nodig zijn. Maar ik dacht bij mezelf: 'Dat is niet wat ik wil'. Op een groot bedrijf ben je meer bezig met productiewerk dan met bedrijfsvoering. Op school had ik een project biologische veehouderij gedaan. Ik dacht dat dit misschien wel iets voor ons zou zijn."

Bas en zijn ouders Guus en Anja hebben uitvoerig overlegd, voordat ze in 2013 de overstap naar de biologische varkenshouderij maakten. "Biologische bedrijven moeten aan een flink aantal wettelijke eisen voldoen. Zo zijn onnodige ingrepen verboden, behouden varkens hun krulstaart en mag je geen bestrijdingsmiddelen en kunstmest gebruiken. De varkens moeten altijd naar buiten kunnen als ze dat willen en een binnenhok van stro hebben."

De familie Antonissen heeft op het bedrijf 75 fokvarkens en circa 480 vleesvarkens.

De vleesvarkens worden geslacht als ze 6 tot 8 maanden oud zijn en ongeveer 120 kilo wegen.

De Rucphense landbouwfamilie levert de varkens aan de Groene Weg, de grootste biologische slagerij van Nederland. In de winkels is het vlees van de Groene Weg herkenbaar aan het Europees biologisch keurmerk. Die winkels zitten vooral in de grote steden. Bas verkoopt daarom sinds kort een kleine voorraad vanaf huis, zodat mensen in Rucphen en omgeving biologisch vlees kunnen kopen. "De Groene Weg geeft een stabiele prijs voor ons vlees en zekerheid voor het leveren voor een langere periode", zegt Bas. "In de reguliere varkenssector gaat het slecht en is er veel interesse voor de biologische bedrijfsvoering. Daarom is het zo belangrijk dat meer mensen biologisch gaan consumeren, want dan kunnen meer varkenshouders omschakelen."

Naam: Bas Antonissen

Leeftijd: 28 jaar

Woonplaats: Rucphen

Sector: biologische varkenshouderij

Officieel zelfstandig Agrarisch Ondernemer oftewel boer sinds september 2009

Opleiding: MAS middelbare agrarische school, richting veehouderij aan het Prinsentuin College in Breda