Om half tien 's ochtends schuift Cato de Beer (18) met een cappuccino op een van de hoge krukken bij het raam van de Coffee Company aan het Eendrachtsplein. De stoompijpen van de espressomachines blazen erop los, af en toe overstemd door het ratelende geluid van de bonenmaler. Cato klapt haar laptop open, neemt haar aantekeningen erbij en de studente International Media & Communication aan de Erasmus Universiteit kan aan de slag. "Thuis heb ik geen internet én geen koffiezetapparaat." Cato is na haar werk (ook bij de Coffee Company) twee à drie middagen per week te vinden in de koffiebar. "Het is hier heel gezellig met mijn collega's. Toch kan ik er goed leren. De afwisseling van omgeving vind ik erg fijn."
GezelligEven verderop zwoegt Bika Pidada (21) op Duitse grammatica. Ze studeert International Business Administration en verruilt de bibliotheek van de universiteit geregeld voor een koffiebar. "In de bieb wordt het snel monotoon. Ook heerst daar soms een stressige sfeer omdat iedereen zo hard zit te leren. Ik ben nu op weg naar mijn Duitse les en stop hier even om me voor te bereiden. Thuis studeren bewaar ik voor het echte stampwerk."
Storemanager Nikki van Duuren zit er niet mee dat laptopwerkers in haar zaak uren doen met een kopje koffie. "Er komen ook genoeg mensen die alleen afhalen of korter blijven. Dus dat kan prima. Maar we zullen het laptopwerken niet stimuleren door bijvoorbeeld extra stopcontacten aan te leggen. Het moet wel gezellig blijven."
VriendschappenEn gezellig is het er. In de ochtenduren is het een komen en gaan van vaste klanten. "Van de meesten weten we al precies wat ze willen bestellen. Sommige mensen komen wel drie keer per dag", aldus Nikki. "Ook heb ik al vriendschappen zien ontstaan. Mensen die elkaar hier hebben leren kennen en nu 's ochtends samen even koffie drinken voor ze naar hun werk gaan."
Niet alleen buurtbewoners en studenten hebben de koffiebar ontdekt. Ook filemijders kiezen er geregeld voor de dag te beginnen in een koffiebar. "Dan werken ze eerst een uur bij ons en gaan pas na de spits naar kantoor."
Derde plekkenSociologen hebben een naam voor dit soort plekken. Het zijn zogenoemde third places, derde plekken. De term is afkomstig van de Amerikaanse socioloog Ray Oldenburg. Na thuis (de eerste) en kantoor (de tweede) komt er een derde plek, waar mensen elkaar ontmoeten of tijd doorbrengen voordat ze naar iets anders gaan.
Zo heel nieuw is dat overigens niet. Derde plekken kenden we ook vroeger al. Denk aan het koffiehuis, café of theehuis. Wel anders is het veel diverser gebruik van dit soort plekken. Door mobiele telefoons, laptops en bijna overal gratis wifi is er ineens veel meer mogelijk dan alleen maar drinken en praten. Een vakantie boeken, een festival organiseren, je scriptie schrijven; alles kan.
GroeiDe mogelijkheden zijn onbegrensd, en ook aan de groei van het aantal zaken lijkt nog geen einde te komen. Joris Prinssen, woordvoerder van Koninklijke Horeca Nederland: "Er zit de laatste jaren een enorme groei in de koffiebranche. Zelfs tijdens de crisis behield dit soort horeca omzet." Landelijke cijfers bevestigen dat. Het aantal koffiezaken (en lunchrooms, zoals ze vaak staan ingeschreven) is het afgelopen jaar met 10 procent gestegen, en die trend is al jaren gaande.
In 2009, toen de financiële crisis nog gaande was, steeg het aantal nieuwe lunch- en koffiezaken zelfs met 21 procent. In totaal zijn er sinds 2004 in ons land meer dan 1000 koffie- en lunchzaken bijgekomen. Ook in Rotterdam is dat te merken. Koffieketens à la Starbucks openen nieuwe vestigingen. Maar vooral veel kleine, vaak ambachtelijke, koffieondernemers strijken neer in het centrum en ver daarbuiten.
JunkBehalve in aantal is er de laatste 10 jaar ook een flinke kwaliteitsslag gemaakt in de koffie. Schrijver Ernest van der Kwast, ongetwijfeld Rotterdams bekendste espressodrinker: "Ik weet nog dat ik eind jaren '90 op strooptocht door de stad ging, op zoek naar goede espresso. De resultaten waren bedroevend. De Bagel Bakery aan de Schilderstraat was een van de eerste plekken waar je wel terecht kon. En Jo McCambridge van de Urban Espresso Bar, heeft in 2001 als eerste die echte coffeebarsfeer gecreëerd in haar zaak. Wat ik me ook nog herinner: ik woonde een poosje in een huis waar alleen een Senseo stond. Verschrikkelijk. Dan liep ik 's ochtends vroeg als een junk door de stad op zoek naar espresso, maar er was niets open. Je kon alleen in hotels terecht. Nu kun je kiezen. Picnic en Hopper zijn lekker vroeg open."
In een koffiebar zitten om rustig aan een nieuwe roman te werken, doet Van der Kwast niet. "Man, ik heb niet eens tijd om er koffie te drinken." De schrijver/columnist/presentator is druk en tikt zijn zwarte goud daarom meestal staand aan de bar weg. "Op zijn Italiaans: een slok espresso en weer door."
Alles tegelijkKoffiezaken zijn onmisbare schakels geworden in het stadse leven. Ontmoetingsplaats, werkplek, tussenplek - de koffiezaak is alles tegelijk. De broers Vinod en Winand Singh zijn in Urban Espresso Bar West (winnaar van de AD koffietest 2015) achter hun Macbook gekropen om er hun verhuizing te plannen. "We hebben samen een design- en communicatiebureau, maar sommige dingen wil je juist niet op kantoor doen. Deze plek is handig voor ons, en de thee is goed hier", licht Winand hun keus toe.
De twee werken geregeld in koffiebarren en cafés. Tweelingbroer Vinod: "Je hebt dan minder het gevoel dat je alleen maar aan het werk bent." Thuis zijn er te veel afleidingen, vindt Winand. "Dan ga je al snel een wasje draaien. Als je ergens anders werkt, deel je je tijd strenger in omdat je er nooit heel lang zit. Je kan er per slot van rekening niet de hele dag blijven. Daarom neem ik ook expres geen oplader mee."
LimietDaar zal Jacolien Stubbe, manager van de UEB, blij mee zijn. Want onlangs stelde ze een limiet aan het eindeloos laptoppen in haar zaak. Ze deed dat op een originele manier: het wachtwoord voor het wifi netwerk zelf bevat de boodschap dat internetten maximaal 2 uur kan duren. Jacolien: "Op een dag stonden we te kijken naar een zaak vol laptops. Er werd niet meer gepraat en we hadden niets te doen. Dat ging te ver. Niet alleen vanwege de omzet, maar vooral vanwege de sfeer. En vaste klanten die kwamen om wat te eten hadden geen plek meer. Vandaar de subtiele verwijzing naar de tijdslimiet."
BizarOm een vergelijkbare reden is lang niet iedereen dol op de koffiebar als werkplek. Principieel niet-koffiebar-werker Francien Verhulst, illustrator: "Ik werk nooit in koffietenten. Als ik ergens koffie ga drinken, doe ik dat voor de gezelligheid. Laatst stapte ik een koffiezaak binnen en zaten er alleen maar mensen te werken achter hun laptop. Echt ie-der-een! Okée, het was in Amsterdam, maar toch. Alsof je een kantoor binnenstapte, zo bizar! Daar kom ik niet voor."
Ondertussen trekken designjournalist Claudia Mainardi en architect Angela Rui zich niets aan van tijdslimieten of het lawaai om zich heen. De twee Italianen zijn in de UEB druk aan het werk. Hun tafel is bezaaid met laptops en aantekeningen. "We werken voor de architectuur- en designbiënnale van de Sloveense stad Ljubjana. Ja, dat kan tegenwoordig gewoon vanuit Rotterdam," zegt Claudia lachend.
ThuisTeckel Agata, met een warm roze truitje aan, ligt geduldig aan de voeten van haar baasje. "Thuis werken is niet echt een optie aangezien ik een kindje van twee maanden heb", vertelt Claudia in de inmiddels propvolle zaak. Er wordt druk gepraat, koffiekopjes klateren op schotels en de bonenmaler draait overuren. Het stoort haar niet. "Ik kan me in koffiebarren goed concentreren, het lawaai helpt daarbij zelfs een beetje. Thuis lijkt alles wel een excuus om niet te werken."
Hebben de Italiaanse connaisseurs UEB uitgekozen vanwege de koffie? "Nee, niet speciaal", vervolgt Claudia. "Eigenlijk vooral vanwege de mensen. Je ziet hier veel creatievelingen en die energie werkt positief. Het doet me denken aan Isola, mijn oude wijk in Milaan. Ik voel me daardoor echt thuis."