Melk stinkt echt gruwelijk als het gaat rotten, en die melk was zo tussen de naden en spleten in die auto gelopen dat hij het echt niet meer schoon kreeg. De rottingslucht was zo dik en verstikkend dat zelfs de airco er moeite mee had. Toen heeft de man de auto dus verkocht. Met spijt in het hart, want het was een mooie auto en geen goedkope. Maar het was de enige oplossing.
Vertrouwen en eenvoud
Een relatie van mij kwam deze week bij mij langs op kantoor om een podcast op te nemen. We hadden een leuk gesprek over 'vertrouwen' en 'eenvoud'. Het is verrassend hoeveel die twee met elkaar te maken hebben. Doen wat je zegt is voor beide essentieel, en als je niet liegt of verdraait, hoef je ook niet te onthouden wat je de vorige keer ook alweer gezegd had. Simpel!
Tijdens de opname kwam het onderwerp 'familiebedrijf' natuurlijk ter sprake. Ik vertelde enthousiast dat ik mij daarop richt. En ik betoogde dat dit zulke leuke bedrijven zijn en waarom die zo belangrijk zijn voor onze economie. Daarna spraken we over schrappen van regels, beslisruimte voor professionals en 'terug naar de bedoeling'. Over hoe je organisaties eenvoudiger maakt dus.
Werken in familiebedrijf
Nadat de koptelefoon afgezet was, kwam hij terug op het onderwerp familiebedrijf. Hij had toevallig voor hetzelfde familiebedrijf als ik gewerkt en hij was een stuk minder enthousiast. Ja, er was daar een langetermijnfocus en medewerkers kregen veel vrijheid, maar meerdere keren had hij meegemaakt dat een van de meewerkende familieleden toch nét meer invloed had dan je op basis van zijn functie zou mogen verwachten.
Die relatie van mij was een prima kerel. Aardig, een teamspeler en echt goed in zijn vak. Maar een familiebedrijf is gewoon niets voor hem. Dat ligt niet aan dat familiebedrijf, dat ligt aan hém. Want ik herkende wat hij mij vertelde, maar ik had mij er nooit aan gestoord. Zo werkt dat nu eenmaal in een familiebedrijf met meewerkende familieleden. Maar twee dingen weet ik zeker: zo’n familiebedrijf krijg je niet veranderd en die relatie van mij ook niet. Dus heel goed dat hij nu elders werkt. En daar presteert hij vast ook beter.
Bedrijfscultuur
Of je als medewerker ergens past, dat hangt niet alleen af van hoe goed je bent in je vak, maar ook of je ‘fit’ hebt met de organisatie. Of je je kunt vinden in het doel van het bedrijf, in de producten en de manier van werken, en ja: dus ook of de cultuur bij jou past. En als één van die twee (de baan of het bedrijf) niet past, dan kun je maar beter vertrekken.
Als je vakinhoudelijk slecht bent, maar perfect in het bedrijf past, dan maakt dat je nog geen goede medewerker. Daar zijn de meeste mensen het over eens. Maar andersom geldt ook: als je vakinhoudelijk hartstikke sterk bent, maar niet goed in het bedrijf past, dan ben je ook geen goede medewerker.
Dan kun je beter bij een ander bedrijf gaan werken waar je wél helemaal past. Daar ben je én vakinhoudelijk sterk én een goeie match. Ga dus weg als er geen fit is. Dat is overigens helemaal geen schande; dat is een kans op veel werkgeluk. Zo toonde die relatie van mij ook maar weer eens aan.
‘Een mismatch krijg je niet weg’
Een werknemer kan nog zo goed zijn in diens vak, als zij of hij niet in het bedrijf past, dan kun je maar beter afscheid nemen. Daar worden jullie beiden gelukkiger van. Ook als het een hele goeie marketeer, productiedirecteur of designer is. Want wie de bedrijfsdoelen niet onderschrijft, die gaat haar/zijn eigen doelen nastreven. En bijvoorbeeld collega’s aannemen die daarbij passen (en dus ook niet bij het bedrijf). En voor je het weet, werkt een hele afdeling ‘de verkeerde kant’ op. Dat wordt steeds lastiger om te managen.
Kijk dus niet alleen naar iemands kunde, maar ook naar diens cultuurkompas. Want als je dat niet doet, dan gaat het etteren. Een mismatch krijg je niet weg. Het manifesteert zich in allerlei kleine dingen. En dat gaat stinken. Net als rotte melk. Heel erg.
Lees ook: De eeuwige schade van een keiharde ‘nee’ bij bedrijfsopvolging: ‘Hij loopt al 40 jaar met onverwerkte pijn’