Op het grasveld van het Catshuis was eind vorige maand al snel duidelijk welke boodschap het kabinet vandaag op Prinsjesdag wil uitstralen: 'Het is tijd dat we nu allemaal gaan voelen dat het ook echt beter gaat met Nederland.' Als een mantra herhaalden de aanwezige ministers die zin. In de weken die volgden, werden de begrotingsplannen voor volgend jaar zó bijgesteld, dat de koopkrachtplaatjes voor iedereen er nog net iets positiever uitzien dan vooraf gedacht.
Dat was leuk bedacht natuurlijk, maar van die plaatjes blijft weinig over als straks Mark Ruttes nachtmerrie bewaarheid wordt; als het Verenigd Koninkrijk (VK) en de Europese Unie (EU) over zo'n tweehonderd dagen met een knal uit elkaar gaan. Op 29 maart volgend jaar is de brexit een feit. Alleen is er geen zicht op hoe die scheiding eruit komt te zien. En één ding weten Rutte en zijn ministersploeg als geen ander: als de brexit niet netjes geregeld wordt, kan dat Nederland heel, heel veel geld kosten.
Lees ook: Wat we nu al weten van Prinsjesdag 2018
Eén klap
Geen land in de EU heeft zo veel baat bij goede relaties met Engeland als Nederland. De handel met het VK leverde Nederland vorig jaar nog 22,7 miljard euro op, wat neerkomt op 3,1 procent van het Nederlandse bruto binnenlands product (bbp). Met de export naar de overkant van de Noordzee zijn volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek zo'n 218.000 Nederlandse banen gemoeid.
Al die banen en al die winst worden straks niet in één klap weggevaagd. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) - de rekenmeesters van het kabinet - zal Nederland zaken met het VK blijven doen, alleen wordt dat, zoals het er nu naar uitziet, én moeilijker én minder. De kosten van de brexit schat het CPB tot 2030 op 10 tot 16 miljard euro. In het meest negatieve scenario verliezen 20.000 mensen hun baan in de sectoren die het meest afhankelijk zijn van de export naar Engeland, zoals de voedingsindustrie.
Lees ook: Kabinet wil 'designated survivor' op Prinsjesdag
,,De brexit is een spel met alleen maar nieten. Je kunt slechts proberen de schade te beperken'', zei Rutte vorige maand nog. Want hoe erg het wordt, hangt af van de onderhandelingen die de EU en het VK momenteel voeren. In die onderhandelingen zit tot nu toe weinig schot. En 29 maart komt ras dichterbij.
Traditie
Het is niet voor niets dat deze week, die in Den Haag doorgaans gezien wordt als de belangrijkste week van het jaar, wordt gebroken met een traditie. Nadat het kabinet vandaag op Prinsjesdag zijn goednieuwsshow heeft mogen houden, staan daarna de Algemene Politieke Beschouwingen op het programma. In die twee dagen grijpen partijen de kans zich goed naar hun achterban toe te profileren. Dit jaar moet dat debat op donderdag wijken voor een informeel EU-overleg in het Oostenrijkse Salzburg, waar gesproken wordt over onder meer de brexit. Daar mag Rutte niet ontbreken, vindt de Tweede Kamer. Daarom wordt de tweede dag van het debat dit jaar pas vrijdag gehouden.
Lees ook: Nieuwe regeling maakt leasefiets aantrekkelijker
Dat de Kamer Rutte in Salzburg wil hebben, is niet gek. Nederland heeft, op Ierland na, van alle EU-leden het meeste belang bij een fatsoenlijke handelsovereenkomst met de Britten na 29 maart. Maar in Europa staat Rutte daarmee vooralsnog tamelijk alleen. De meeste EU-leiders willen de Britten helemaal niet tegemoetkomen en stellen harde eisen aan de Britse premier May als die op gunstige voorwaarden handel wil kunnen blijven drijven met het Europese vasteland. Zo moet May dan het vrije verkeer van personen blijven toestaan. Dat vrije verkeer van personen was nu juist een van de redenen waarom de Britten voor een vertrek uit Europa stemden.
Het is aan premier Rutte om de rest van Europa (én zijn Britse collega May) te masseren en het Nederlandse belang te verdedigen; door te zorgen dat het tot een handelsovereenkomst met de Britten komt, zodat de economische schade voor Nederland meevalt. Lukt dat niet, dan kan de vandaag met veel trots gepresenteerde Miljoenennota zo weer de prullenbak in.