Nieuws Actueel
'Waarom wodka bestellen als je een mooi product uit eigen land hebt?'
Vergeet gin, jenever is terug. Niet alleen in de bruine kroeg, maar ook in de hipste bars. Gewoon puur, naast een biertje of in een cocktail, schrijft het AD.

Vrijdagavond, de Kopstootbar aan de Zeedijk in Amsterdam is afgeladen. Wie dacht dat jenever een borrel van oude mannen was, zal hier verbaasd worden: twintigers zijn in de meerderheid, de transparante drank vloeit rijkelijk. Net als de goudgele drank. Bier en jenever gaan goed samen. Mede-eigenaar Maarten de Vries (26) was het ingewikkelde gebeuren op drankgebied beu en stortte zich met vrienden Jamie van der Will (27) en Sunny Bakhtiar (30) op jenever. Samen met distillateur Pieter Verhoeven stookten ze hun eigen frisse jenever en lanceerdenhet merk Jajem (Amsterdams voor jenever) en de tijdelijke Kopstootbar. Die laatste is inmidels alweer van de Zeedijk verdwenen. "Ik werkte in een oud café op het Rokin. Als Amsterdamse boys onder elkaar dronken we regelmatig een jenevertje. Als je een lange nacht werkt, ben je op een gegeven moment wel klaar met de jägermeister, tequila, enzovoorts. Dan dronken we een ouderwets kopstootje en konden we weer door. Gas erop en doorpompen." Vorig jaar werd al Kever Genever gelanceerd, ook een bedrijf van een groep twintigers. En er gebeurt meer op jenevergebied. In hippe bars verschijnt de drank op de menukaarten en het personeel krijgt proeverijen en lessen in het mixen van jenevercocktails.Tess Posthumus (27), Dutch world class bartender of the year, vindt het een logische ontwikkeling. "De gintrend is nu echt af aan het lopen. En wat doen hipsters? Die duiken steeds weer verder terug de geschiedenis in: ‘wat kwam ervoor?’ Voor de gin kwam de jenever." Niet lang geleden had Maarten de Vries van Jajem nog een popup-ginbar, daar moet-ie nu niks meer van weten. "Wat een moeilijk gedoe met die gin-tonics: je kon kiezen uit tachtig gins, 45 toppings, er werden hele wortels en struiken in gehangen, het werd steeds gekker. Ik wil gewoon m’n drankje. Ik ging me verdiepen in jenever en nu drink ik geen andere sterke drank meer." ‘Die hele struiken’ in de gintonic, daar stoort Tess Posthumus zich ook aan: "Het slaat vaak nergens op. Het komt doordat we niet goed weten wat we aan het doen zijn. De Nederlandse drankcultuur staat nog in de kinderschoenen. In Nederland hebben we dan ook nooit echt een cocktailcultuur gehad. ‘Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ is ons motto. En als we echt losgaan, dan drinken we een mixdrankje."Toch ziet Posthumus dat langzamerhand veranderen: Nederlanders gaan bewuster eten en drinken en ze vragen zich af ‘waarom drink ik deze gin bij deze tonic? En welke garnering past daarbij?’ Zo stappen Nederlanders volgens de bartender langzaam in de wereld van cocktails. Posthumus werd gegrepen door jenever. Ze studeerde af met een onderzoek naar de drank en werkt nu aan een boek. "Het is een oerHollands product, dat vind ik er leuk aan." Jenever heeft zich sinds 1650 over de wereld verspreid. Hollandse handelaren namen het mee voor de ruilhandel of als geschenk. "Waarom zou je superdure drankjes bestellen van wodkamerken waarvan je de naam niet kunt uitspreken, terwijl we een mooi Nederlands product hebben?", vindt ook Maarten de Vries. "Dat is het toffe eraan, het hoeft niet zo ingewikkeld. We gaan terug naar de basis, het ambacht komt terug." De Vries en zijn vrienden vonden in Pieter Verhoeven (71) de distillateur die ze nodig hadden. Hij stookt de drank in zijn Golden Arch-distilleerderij in Amsterdam-Noord. "Heb je weer zo’n stelletje gekken", zegt Verhoeven over de samenwerking met de drie. "Maar al snel bleek dat ze het echt wilden doen en niet zomaar wat riepen. We hebben heel veel gelachen, ik heb echt lol met de jongens." En Verhoeven is blij met de nieuwe garde jeneverdrinkers. "Jonge mensen met nieuwe ideeën, daar moet je het van hebben. Met Jajem willen we van het oudemannenimago af en maken we drank voor de toekomstige jeneverdrinkers. We trekken het helemaal uit het oubollige, met een zachte en frisse smaak." ‘Alsof je soep maakt’, zo beschrijft Maarten de Vries het proces. Je voegt steeds smaken toe, tot je tevreden bent. Citroengras, hibiscus, vlierbloesem zijn de smaaktonen in de jenever van Jajem. Waar De Vries en Verhoeven liever puur drinken (“Mixen? doodzonde”) gaat Posthumus, als bartender, uiteraard voor de cocktails. "De allereerste cocktailrecepten, uit de periode rond 1800, zijn op basis van jenever. Jenever werd toen zes keer meer verhandeld dan gin." Nu zien we jenever nauwelijks nog terug in cocktails. Om dat te verklaren moeten we weer de geschiedenis in duiken. "Jenever werd Dutch gin genoemd. Toen mensen oude recepten gingen overschrijven en vertalen, is de toevoeging Dutch eraf gevallen en stond er alleen nog gin in de recepten. Bartenders gingen daardoor Engelse gin gebruiken", vertelt Posthumus. Aan de oorsprong van die Engelse gin hangt een mooie anekdote – jenever is namelijk de grootvader van gin. Toen de Nederlanders en de Engelsen zij aan zij vochten in de Tachtigjarige Oorlog deelden de Nederlanders hun drankrantsoen met de Engelsen. "De Nederlanders waren niet bang in de strijd en de Engelsen vroegen zich af hoe de Nederlanders zo cool bleven. Dat bleek dus aan de jenever te liggen. Dutch courage werkt de drank toen genoemd. Je durft een beetje meer als je aan de jenever nipt." Thuisgekomen probeerden de Engelsen het drankje te kopiëren. Ze kwamen een heel eind: ze maakten een distillaat van jeneverbessen, maar wisten niet dat het product op basis van moutwijn wordt gemaakt. De moutwijn is het grootste verschil tussen gin en Dutch gin (jenever). Aan de bar van de Amsterdamse cocktailbar Door 74 treft Posthumus regelmatig toeristen die nieuwsgierig zijn naar het Hollandse drankje. "Ze vinden het heel interessant omdat de drank onderdeel is van de Nederlandse geschiedenis, maar weten niet goed wat het is. Ze verwachten dat we het met tonic schenken, dat moet je dus niet doen. Het heeft echt een andere smaak dan gin. Ik beschrijf het altijd als de ontbrekende schakel tussen gin en whisky. Die moutwijn zorgt voor het moutige dat whisky single malts ook hebben. Lekker om puur te drinken als een whisky, maar ook goed in cocktails."