Nieuws Actueel

'We hebben aparte kantoren. Overdag zien we elkaar helemaal niet'

Filmproducent Matthijs van Heijningen (71) en zijn vrouw Guurtje Buddenberg (68) boekten megasuccessen met boekverfilmingen zoals Ciske de Rat. Hun veertigste productie, Dehelleveeg, draait vanaf deze week in de bioscopen, schrijft Het Parool.

Gijs Groenteman | Foto's: Mark van der Zouw 22 maart 2016

Heijningen1065

Matthijs van Heijningen sr. staat voor het raam van zijn kantoor op het Singel als uw verslaggever komt aanfietsen. Hij heeft een sigaar in de mond, uiteraard - vraag om de oerversie van de Nederlandse filmproducent, en je komt uit bij Van Heijningen.

Zijn kantoor is stijlvol. Stapels boeken op tafel, klassiek behang, een oude meester aan de muur en naast de doorgezakte fauteuil een stapel kranten. Al meer dan veertig jaar maakt hij in gestaag tempo films, waaronder megasuccessen als Ciske de Rat en De lift, maar ook arthouseklassiekers als De stilte rond Christine M. en 1000 Rosen. Zijn partner in crime is zijn vrouw Guurtje Buddenberg, die al die tijd een tweemanszaak met hem vormt. Samen zijn ze van iconische waarde voor de Nederlandse film.

Deze week gaat De helleveeg draaien, hun veertigste productie: een geslaagde verfilming van de roman van A.F.Th. van der Heijden onder regie van André van Duren.

Hoe ontstaat een film bij jullie?

Van Heijningen: "Ik ben meer van het bedenken, Guur is van het uitvoeren. Destijds heb ik André van Duren gevraagd om Kees de jongen te regisseren, dat was een oud idee dat ik had, en nu kwam hij zelf met het plan voor De helleveeg. Hij had dat gelezen, als drukproef zelfs al. Het is heel erg, want er wordt een ernstig thema behandeld, maar ik moest er vreselijk om lachen. Dat hele Brabantse gedoe, zo geestig. Ik ben een typisch product van boven de grote rivieren, daaronder is het een andere wereld. We hebben eerder Een vlucht regenwulpen gemaakt, naar het boek van Maarten 't Hart; dit is een soort Brabantse spiegel van dat verhaal."

Buddenberg: "André was na Kees de jongen al eens gekomen met een boek, maar daar zagen we niets in."

VH: "Dat gaan we niet vertellen, hoor."

B: "Joe Speedboot was dat. Leek ons geen goed ding om te verfilmen."

Is het niet verfilmbaar?

B: "Er schijnt een heel goed scenario van geschreven te zijn."

VH: "Het boek stond mij niet aan. En de schrijver ook niet."

Maakt dat uit, of een schrijver je aanstaat?

VH: "Je bent twee, drie jaar met zo'n film bezig, dan werk ik graag met prettige mensen. En zo'n boek, je moet er toch wat aan toevoegen als je het verfilmt. Harry Mulisch vond dat onzin, trouwens. We waren ooit met De aanslag bezig en hij zei: 'Verfilm het precies zoals het er staat, dan wordt het goed.' Vind ik onzin."

Het is uiteindelijk vrij precies naar het boek verfilmd door Fons Rademakers. Die film was niet door jullie geproduceerd.

VH: "En hij won een Oscar! Stonden wij toe te kijken."

B: "Antonia's Line van Marleen Gorris, dat is die andere Oscar die aan onze neus voorbij is gegaan."

VH: "O ja!"

B: "Hebben we járen aan gewerkt, die film, en uiteindelijk niet gemaakt. Ook zo'n geval van incompatibilité d'humeur, in dit geval met Marleen Gorris."

VH: "Terwijl we toch al wat films met haar gemaakt hadden! Een soort huwelijk dat ineens over is."

B: "Hij kon niet meer tegen d'r stem."

VH: "Stil nou! Dit schrijf je toch niet op, hè?"

Waarom niet? Het toont aan dat de emmer zo vol kan zijn.

VH: "Ja, en dan gaan heel kleine, onbelangrijke dingen een rol spelen. Maar ze hebben uiteindelijk een mooie film gemaakt. Wat in ons nadeel was: we konden de juiste hoofdrolspeelster niet vinden. Maar op een gegeven moment is er zó lang aan gewerkt dat Willeke van Ammelrooy ineens oud genoeg was om de hoofdrol te spelen. Hadden we dus nooit aan gedacht. Het is haar finest hour geworden."

Jullie hebben nooit een Oscar gewonnen. Jammer?

B: "Dat is wel spijtig, ja."

VH: "We waren er dichtbij, met Van de koele meren des doods van Nouchka van Brakel. Maar de films die de Oscar voor beste buitenlandse film winnen, daar hoor je toch ook niet zó veel meer van."

Het is toch leuk om naar Los Angeles te gaan en dat beeldje in ontvangst te nemen?

B: "Hij vliegt niet. Al heeft hij ooit gezegd: voor een Oscar ga ik."

VH: "Kan ook met de boot. Als je hoort dat je genomineerd bent en je stapt meteen op, dan haal je het net, denk ik. Ik ben trouwens weleens naar New York gevaren, heen en terug."

Vind je het niet saai dat hij niet vliegt?

B: "Onze vakanties zijn beperkt tot cruisebestemmingen, een rondje Middellandse Zee, maar we hebben ook de Zwarte Zee gedaan en Spitsbergen. Vind ik leuk hoor, maar ik vind het wel jammer dat we niet samen naar de Amazone kunnen."

Nooit overwogen om gewoon een andere man te nemen?

B: "Nee. En niet alleen omdat ik Matthijs zo leuk vind, maar ook omdat dit hele leven van ons mij zo past. Het leven van filmproducent is beter voor mij dan dat van echtgenote en huisvrouw."

Hoe is het ooit begonnen tussen jullie?

B: "Ik werd 45 jaar geleden verliefd op Matthijs. Op een feestje bij regisseur Ko Koedijk - ik werkte als productie-assistente. Ik had een doorkijkblouse en een hotpants aan. Dat zal voor hem de doorslag wel hebben gegeven."

VH: "Het was op de Plantage Middenlaan, naast Desmet, daar was toen een tankstation. Ik stond te tanken. 'Kom boven!' werd er geroepen. Dolle pret."

Was het liefde op het eerste gezicht?

B: "Bij mij wel. En Matthijs? Ach, die weet nog steeds niet of ik de ware ben."

VH: "Ach, hou toch op. Het was een zomerliefde. We zijn zes jaar verloofd geweest."

B: "Matthijs had al een partner, en een zoon van vijf. Door omstandigheden heeft hij zes jaar lang twee vrouwen gehad, zullen we maar zeggen. Een lange blonde en mij, een kleine donkere."

Is films produceren nog net zo'n aangename bezigheid als 42 jaar geleden, toen jullie eerste productie uitkwam?

VH: "Zoals alles in de maatschappij is ook de filmwereld ontzaglijk gebureaucratiseerd. Vroeger vond je een paar privéfinanciers, en dan was je er wel. Nu moet je tientallen coproducties aangaan en belastingconstructies opzetten. Gedoe."

B: "Participatiemaatschappijen."

VH: "Het is eigenlijk wonderbaarlijk dat er nog zo veel films gemaakt worden."

B: "Films zijn ook veel duurder. De lift hebben we destijds voor negen ton gemaakt. In guldens. Dat heb je snel bij elkaar, dat verdien je snel terug."

Maar je kunt tegenwoordig voor drieduizend euro een professionele camera kopen en een film monteren op je laptop. Waarom is het zo veel duurder?

VH: "De mensen. Acteurs, crew - veel duurder."

B: "Ik heb crewfoto's van vroeger, daar staan vijftien man op. Nu heb je ten minste vijftig mensen nodig."

VH: "Dat heet professionalisering. Nederlandse films zijn technisch ook wel veel beter geworden, hè?"

Waarom blijven jullie films maken?

VH: "Toch weer leuk, elke keer."

B: "Ik hoop dat dit een van onze laatste films geweest is, hoor. Ik heb het wel zo'n beetje gezien."

VH: "Maar zij moet dan ook alle vervelende dingen doen. En ach, we hebben ál onze films erdoorheen moeten slepen. De enige keer dat het niet hoefde, was met Vals licht van Theo van Gogh; dat ging allemaal vanzelf. Het is ons duur komen te staan. De nasleep werd een drama, vol affaires, ruzie en narigheid."

Wanneer voel je dat een idee potentie heeft?

B: "Of iets wel kan aanslaan of niet, dat is echt Matthijs' functie. En we doen het allemaal met z'n tweeën hier hè? Altijd al. We hebben geen bedrijf met mensen die scripts beoordelen of ander werk opknappen. Zo maken we film na film na film. Zelden of nooit werken we aan twee films tegelijkertijd."

VH: "We hebben nooit personeel gehad. Ik zag al vrij vroeg in dat het een moeizaam gesleur is om alle mensen die je in dienst hebt aan het werk te houden en te betalen. Niet aan beginnen, dacht ik. Tegenwoordig hebben al die filmproducenten tien man rondlopen. Ze moeten alsmaar zien hoe ze die overhead kunnen betalen."

Worden jullie niet af en toe helemaal gek van elkaar?

VH: "We hebben aparte kantoren. Overdag zien we elkaar helemaal niet."

B: "En daarbuiten proberen we zo veel mogelijk leuke dingen te doen. We gaan heel vaak naar de film. En daarna eten bij De Kring. Bovendien ben ik van het harmoniemodel en hij van het conflictmodel. Doordat hij een Ram is en ik een Weegschaal."

VH: "Ach, ik maak ruzie, maar na twee minuten ben ik dat ook weer vergeten hoor."

B: "En hij vindt mij ook wel heel leuk hoor, geloof ik.

VH: "Nog steeds, ja."

B: "Dat helpt. En ik hem ook."

Wat bepaalt of een film succes heeft?

VH: "Tegenwoordig wordt dat hele marktgerichte doelgroepdenken je aangesmeerd. Maar ik ben geen advertentiekantoor! Ik maak films voor mensen die zo'n film leuk vinden, die kunnen overal zitten. Niet in één doelgroep. In Amerika doen ze niet aan dat manische doelgroepdenken, het is een typisch Europees fenomeen."

Wanneer is een boek ideaal om te verfilmen?

VH: "Het is gevaarlijk als een boek té goed is. Of te geliefd. Dat hebben we gemerkt bij Kees de jongen; mensen willen hun fantasie niet verstoord zien. Je kan beter een slecht boek goed verfilmen, dan heb je veel meer mogelijkheden om succes te hebben. Als mensen van een boek zeggen dat je het zó zou kunnen verfilmen, moet je er niet aan beginnen. Dan kom je er nooit bovenuit."

Wat is eigenlijk de noodzaak van een boekverfilming?

VH: "Het is fijn dat er voor een bestaande roman al heel veel denkwerk is verricht. Dat is tijd die de scenarioschrijver uit handen wordt genomen, en dat kan in het scenario gestoken worden. Daar wordt zo'n film dus alleen maar beter van. Maar ik praat sowieso niet over 'boekverfilming', ik noem het 'literatuurverfilming'. 'Boekverfilming' klinkt denigrerend, vind ik."

Is het niet veel interessanter een nieuw verhaal te bedenken dan een bestaand verhaal te verfilmen?

VH: "Nee hoor, je kan er nog zo veel aan toevoegen. Je moet zo'n boek heel abstract zien; het is een idee waar je vervolgens een film van gaat maken. De film beter maken dan het boek, dat is waar je naar streeft."

Kiezen jullie weleens voor het geld?

B: "Nee, wij maken artistieke keuzes, al zijn we ook ondernemers. We zijn culturele ondernemers."

VH: "En we moeten het naar onze zin hebben. Het moet geen werk worden."

De tijd voordat een nieuwe film gaat draaien, is dat er een van prettige spanning?

B: "En veel drukte. Hoe krijg ik al die mensen om twaalf uur bij de première in Eindhoven, bijvoorbeeld. Daar breek ik nu mijn hoofd over."

Wat brengt de toekomst?

VH: "Ik wil nog graag Het leven is vurrukkulluk maken, naar het boek van Remco Campert, door Frans Weisz. Dat is de ultieme feelgood movie. Lijkt me wel een goeie om de cirkel mee rond te maken."