Nieuws Actueel
Zwiggelaar, een echte steenhouwer
Beroep van steenhouwer sterft uit in Nederland. Jan Zwiggelaar is nog één van de laatste echte steenhouwers.

Zijn fiets staat voor de werkplaats aan de Reulver. Niet op slot. Aan de stang van de zwarte Sparta zit een driehoekig metalen bord met de tekst: Jan Zwiggelaar Meester Steenhouwer. Binnen wordt gewerkt. Zwiggelaar (68) is met hamer en beitel aan de slag met een grafsteen uit 1912. Restauratie van grafstenen en beelden, dat is zijn werk. "Met de hand. Vroeger deed ik nog wel wat machinaal, maar de laatste tien jaar niet meer. Ik hak de letters met de hand uit, ik hak de modellen met de hand. Ik heb er veel plezier aan."
Dat hij steenhouwer zou worden, dat zat min of meer in de genen. Zijn opa, ook Jan Zwiggelaar, begon de steenhouwerij in 1930, achter het huis aan de St. Janstraat. Zijn vader Johan nam de steenhouwerij over, toen gevestigd aan de Burgemeester Jacobstraat. De Jan Zwiggelaar van de middelbare school had zo zijn twijfels. "Ik wilde eigenlijk niet zo, want je werd er smerig van." Na de hbs wist hij niet wat hij wilde en meldde zich toch maar als leerling bij zijn opa. "Die leerde me dat ik dat smerig worden maar gewoon moest accepteren."
De doodThuis was de dood een normaal gespreksthema aan tafel. "Als klein jongetje ging ik vaak met mijn vader mee naar begraafplaatsen." Na drie jaar in de leer bij opa ging Zwiggelaar naar Duitsland. In Destag bij Hamburg haalde hij zijn gezellen- en meesterdiploma. "Steinmetzmeister. In Duitsland was dat heel wat. Zoals hier een professor in de ik-weet-niet-wat."
Veel hakwerk doet Zwiggelaar thuis in zijn eigen atelier. Het pand aan de Reulver deelt hij met Jan Lammertsma. "We werken allebei voor onszelf. Hij is meer de aanrechtbladen- en interieurspecialist, maar dat vind ik niks. Ik doe graven, beelden en alles wat daaraan verwant is. We zijn nog echte steenhouwers en van een uitstervend ras. In Brabant en Limburg zijn er nog een paar, maar verder? Ja, in Duitsland zijn er nog genoeg. Vroeger was het hier een beschermd beroep. De opleiding in Utrecht is al wel tien jaar weg. Jammer."
Vierde generatieOf de vierde generatie Zwiggelaar zich al heeft aangediend voor de steenhouwerij? "Mijn oudste zoon John heeft een steengroeve in Rustenburg, Zuid-Afrika. Hij is commercieel geweldig, heeft veel kennis van stenen, maar is geen Metzmeister. Mijn jongste zoon Joffrey werkt wel eens met me mee, hij heeft een andere baan. Hij heeft het in de vingers, gouden handjes. Ik hoop dat hij het later overneemt. Maar voorlopig vind ik het zelf nog te leuk om te doen. Ik hoef niet veel te verdienen. Wie bij mij komt wil iets aparts. Samen komen we dan tot een ontwerp. Zelf eraan meewerken kan ook. Zo hebben zich al leuke vriendschappen ontwikkeld."
OpknappenZwiggelaar is lid van de Historische Sociëteit Enschede Lonneker en daardoor ook betrokken bij het opknappen van het Boerenkerkhof aan de Deurningerstraat. De voorste grafsteen, waar vaak een zwerver onder lag te slapen, heeft hij al gerenoveerd. "Ik heb er meer dan een half jaar elke dag aan gewerkt." Nu is hij bezig met de steen van Benjamin Willem Blijdenstein, de oprichter van de ABN. "Eind mei is die klaar. Daar willen we nog een feestelijk tintje aan geven."
Met zijn gezondheid gaat het goed, ondanks twee hartinfarcten en twee keer een longembolie. "Die hartinfarcten... 'Rookt u veel?', vroeg de dokter. 'Nou, zestig sigaretten', antwoordde ik. 'Per week?', vroeg de dokter. 'Nee, per dag'. Ik ben direct gestopt. Steenhouwer zijn is geen gezond beroep. Ik heb veel stof gehapt."
Eigen steenZijn opa en oma liggen begraven in Johannesburg, zijn vader en moeder op de Oosterbegraafplaats in Enschede. "Mijn vader heeft een ruwe kei en mijn moeder een liggende, zwarte granieten zerk. Ik wil dezelfde soort steen als mijn moeder. Die is al besteld. Ik zet de tekst er op: 'Jan Zwiggelaar, in leven steenhouwer'. En dan de jaartallen. Dat moet mijn zoon doen. Mijn vader is er niet zelf aan toe gekomen, maar ik wil dat gedaan hebben. Je kunt het beter bij leven zelf doen, dan dat anderen er straks een lelijke steen opzetten."