Juri Hoedemakers - Drs. Hofnar
Bewaker van de werkelijkheid & uitdager van de status quo
Juri Hoedemakers (35) is op de Erasmus Universiteit aan het promoveren op de (comeback van de) hofnar. Hij heeft er de scriptieprijs gewonnen over de waarde van de hofnar in moderne organisaties, wat resulteerde in het boek Gezocht: Hofnar. Dat bereikte plek 3 in de top 100 en werd in 2022 genomineerd als Managementboek van het Jaar. Juri geeft regelmatig lezingen bij bedrijven en andere organisaties, is veelgevraagd gastspreker op (digitale) evenementen. In de functie van hofnar is hij aangesteld bij AFAS Software, Monta, i4talent en Archipel Zorggroep. Vorig jaar startte hij het Het NarrenGilde, gericht op het opleiden en plaatsen van hofnarren/profnarren door heel Nederland. Zijn missie: de comeback van de aloude hofnar als instituut in de maatschappij.
In de bestuurskamers in Nederland ‘bibberen’ bestuurders omdat ze bang zijn aansprakelijk gesteld te worden voor hun handelen. Uit een recente rondgang van De Telegraaf blijkt dat de druk op de top van bedrijven is toegenomen. Dat zou komen omdat vervolging door het OM steeds vaker voorkomt – zo lopen er onderzoeken naar ABN AMRO en ING – en omdat de groene activist-aandeelhouders steeds brutaler worden. Waar zij zich vroeger netjes voorstelden, springen ze tegenwoordig al actievoerend het podium op. Maar dat huilie-huilie doen van de top, is dat wel zo terecht? Hebben ze deze situatie niet gewoon mede zelf gecreëerd?
Natuurlijk wisten sommige ING-medewerkers dat de deuren van hun bank wagenwijd open stonden voor witwaspraktijken van mensen die foute intenties hadden
Ten eerste weten veel eindbazen niet wat er op de werkvloer en in de maatschappij gebeurt. Ze zijn volledig losgezongen van de werkelijkheid en kijken naar de wereld vanuit hun eigen ivoren toren. Machtige mensen en machtige organisaties regelen hun broodnodige tegenspraak gewoon slecht en worden omringd door ja-knikkers.
Lees ook: Hoe ‘undercover’ gaan jouw onderneming verder kan helpen
Natuurlijk wisten sommige ING-medewerkers dat de deuren van hun bank wagenwijd open stonden voor witwaspraktijken van mensen die foute intenties hadden. Maar waarom kwam die kennis niet in de boardroom terecht? Omdat niemand dit slechte nieuws waarschijnlijk durfde te brengen. En niemand er ook naar vroeg.
Weinig transparantie
Ten tweede is er vanuit de top ook heel weinig transparantie. Bedrijfscijfers zijn altijd een goednieuwsshow, ook als het slecht gaat. Wat dat betreft lijkt het op social media: we willen alleen maar laten zien hoe goed het met ons gaat. Maar waarom ben je niet wat transparanter? Omdat zoiets moeilijk is? Of omdat je echt iets te verbergen hebt?
We zijn al snel geneigd het laatste te denken, maar ik denk toch echt als Rutger Bregman: de meest mensen deugen en dat is hier niet anders. Verder denk ik net zoals Nike: ‘just do it’! De transparantie loopt stuk op de communicatie omdat we geen tijd meer hebben – of beter: tijd maken – om stil te staan en goed na te denken over wat we willen communiceren.
Bestuurskamers bibberen niet voor hun personeel. Ze bibberen voor de mensen die geld in het bedrijf steken.
Ten derde hebben we onze organisaties zo ingericht dat we ook helemaal geen fouten meer kunnen maken. Bij beursgenoteerde bedrijven is dit ook het verdienmodel. Alles draait om cijfers, kpi’s en winst. Korte termijn voert de boventoon. Een beetje fout kan een beetje bedrijf al snel miljoenen aan beurswaarde kosten en dat is slecht nieuws voor aandeelhouders. Die wil je als ceo toch vooral blij maken met aandelen die iets waard zijn en met een lekker vet dividend.
Dat je ook mensen hebt werken, is dan best een lastig gegeven. Bestuurskamers bibberen niet voor hun personeel. Ze bibberen voor de mensen die geld in het bedrijf steken. Dus geld gaat boven mensen. Misschien moet je als bedrijf dan overwegen alleen robots in dienst te nemen?
Lees ook: Michelinsterren voor ondernemers: verdient jouw bedrijf een ster?
Ik denk overigens dat er ook gewoon een charmante tussenweg mogelijk is. Als bestuurskamer heb je ook een verbindende rol. Daarin moet je de werkvloer en de aandeelhouders de boodschap durven brengen dat kleine foutjes maken soms nodig is. Dat we daarvan leren. En dat ons werk nog altijd mensenwerk is.