Blog Esther Reinders
Tijdelijk bijspringen in het familiebedrijf? Zo voorkom je dat het ongemerkt voor altijd wordt
Tijdelijk meehelpen om vervolgens nooit meer weg te gaan: in familiebedrijven lijkt het vaak voor te komen. In haar expertblog legt familiebedrijfopvolgingscoach Esther Reinders uit dat onbewust een bedrijf inrollen niet altijd zo verstandig is, wat de uitdagingen zijn en de gevolgen.

Foto: Shutterstock.
Esther Reinders
Opvolgerscoach voor familiebedrijven
Esther Reinders helpt familiebedrijven bij een succesvolle én harmonieuze bedrijfsopvolging. Ze zet als coach de opvolger(s) centraal en ze begeleidt de familie om open met elkaar te communiceren. Esther is auteur van het boek Familiezaken zonder ruzie.
'Eigenlijk ben ik er ingerold', zegt menig opvolger in het familiebedrijf als hij terugkijkt op de carrière. Ooit stapten zij in het bedrijf om pa en/of ma te helpen, om vervolgens nooit meer weg te gaan. Of ze nu gelukkig of ongelukkig zijn in het familiebedrijf, er is vaak geen bewuste keuze gemaakt om te blijven of niet. Ze bleven gewoon. Dat kan leiden tot spijt. Daarom is het goed dat ondernemers zich afvragen wat er gebeurt in tijden van crisis. Hoe groot is de kans dat bij ziekte of een financiële tegenslag de volgende generatie - onder het mom van tijdelijk bijspringen - wordt geactiveerd?
Lees ook: Drie redenen waarom ruzies in het familiebedrijf nooit echt over geld gaan
Nooit bewust nagedacht over hun carrière
De voorbeelden van ondernemers die er onbewust zijn ingerold zijn er meer dan genoeg. Zo ken ik een horecaondernemer die ooit op jonge leeftijd zijn studentenleven achter zich liet om thuis in het restaurant in het gat te springen dat was ontstaan na gedwongen ontslagen. Hij ging nooit meer terug en hij mag inmiddels zelf met pensioen. Met milde spijt kijkt hij terug op de kansen die hij ooit liet liggen.
Of de bloemist die plotsklaps de bedrijfsleider werd toen zijn vader ziek werd. Ook hij is inmiddels een zestigplusser en toe aan bedrijfsoverdracht. Of het nu een bloemist is, een bedrijf in de beveiliging, transport of de bouw; overal kom ik ondernemers tegen die nooit bewust nadachten over hun carrière.
'Het ging gewoon zo', is dan vaak een antwoord waarin berusting doorklinkt. Sommigen weten precies welke passie ze hebben laten liggen. Anderen hebben hun passie weten vorm te geven binnen het bedrijf. Zoals een dochter die maatschappelijk werkster had willen worden, maar na haar studie - in de jaren 80 - in het transportbedrijf van haar vader moest komen werken. Zij richtte later de personeelsafdeling op om zo toch gebruik te kunnen maken van haar talenten. Zo staan er meerdere voorbeelden in mijn boek Familiezaken zonder ruzie van opvolgers die erin zijn gerold. Overigens ook van ondernemers die het prima vinden dat het zo gegaan is.
Lees ook: Bedrijfsopvolging? Waarom zou je het je kinderen (niet) aan willen doen?
Loyaliteit aan het familiebedrijf kan blind maken
Het erin rollen vind ik ergens mooi, maar ik vind het ook onverstandig als dat onbewust gebeurt. Het is mooi omdat het getuigt van een groot gevoel van loyaliteit en ik geloof dat hechte gezinnen zorgen voor gelukkige mensen. Echter, net zoals liefde blind kan maken, kan loyaliteit dat volgens mij ook. Waar kies je voor om klakkeloos het bedrijf in te stappen, om een probleem op te lossen dat in eerste instantie niet van jou is als opvolger? Wat laat je liggen voor jezelf?
Het is niet erg iets uit loyaliteit te doen als opvolger, als je dat maar weet van jezelf. Het kan heel prettig zijn je familie te kunnen helpen en het voelt vaak vertrouwd om met ze samen te werken. Je kan echter slachtoffer worden van je eigen loyaliteitsgevoel. 'Volg je je eigen hart, of het familiehart?', vraag ik elke opvolger die ik in mijn praktijk spreek. Het dragen van verantwoordelijkheden die niet bij jou horen, of het overnemen van taken die niet bij je drijfveren passen, maakt niemand gelukkig. Het kan leiden tot een burn-out of spijt op latere leeftijd.
Lees ook: 3 tips voor opvolgers die niet het typische ‘zoontje van de baas’ willen zijn
Kinderen staan vaak (onbewust) klaar om bij te springen
Als ondernemende ouder is het goed te weten dat kinderen over het algemeen ontzettend veel over hebben voor de ouders. Ook al komen de kinderen niet voor in je toekomstplan van het bedrijf, vaak staan ze (onbewust) klaar in te springen als de nood aan de man is. Het is een fijn en prachtig principe van het familiebedrijf dat deze buffer er is. Het is nog beter als alle partijen zich realiseren dat tijdelijk bijspringen, zomaar voor altijd kan zijn.
Bedenk daarom welke keuzes je als ondernemer, maar ook als kind van een ondernemer, wil maken in tijden van crisis. Bespreek het met elkaar. Zo weet je wat de onderlinge verwachtingen zijn. Spreek bijvoorbeeld af dat de kinderen best mogen bijspringen, maar dan voor een bepaalde periode. Na die periode, bijvoorbeeld een half jaar, kun je samen bekijken of er verlenging nodig is of niet. Zo blijft er ruimte om ook te kunnen stoppen. Zo krijgt de volgende generatie een kans weloverwogen te kiezen om al dan niet het familiebedrijf in te rollen.