Ik begrijp dat iedereen die naar de eerste aflevering van Dragons’ Den keek nu een slaaprobot wil. Ze zijn niet aan te slepen. Miljoenen Nederlanders willen met een zacht murmelend kussen tegen de bierbuik in slaap vallen.
Ik voel geen enkele behoefte om de pitch van slaaprobot-koning Julian Jagtenberg te gaan bekijken. Niet omdat het mij niet interesseert, maar juist omdat ik aan niets anders meer kan denken. Ik wil die stortvloed aan ideeën en associaties bij een nieuw product niet laten verpesten door een gelikt verkooppraatje. Zo lang het kan wil ik zelf fantaseren hoe zo’n slaaprobot er uit ziet en wat hij allemaal doet en kan.
Dat is niet helemaal gelukt. Door een foto op deze site weet ik dat het een boonvormig zacht ding is, dat je als een pasgeboren zeehondje tegen je aandrukt. Ik heb ook de korte uitleg gelezen. Die luidt als volgt: ‘De slaaprobot maakt subtiele geluiden en beweging waarmee een menselijke ademhaling wordt gesimuleerd. Hierdoor ontspant de gebruiker gemakkelijker. Men valt niet alleen rustiger in slaap, maar ook sneller en dieper. De robot vermindert stress en helpt het hoofd leeg te maken. Dat zorgt voor een uitgerust gevoel overdag.’
Alleen al over die eerste zin kan ik zestien columns tikken. Ergens in Nederland hebben geluidstechnici subtiele geluiden voor een slaaprobot op zitten nemen. Voorheen was dat het klassieke geluid van parende walvissen. Een zacht geloei, aanzwellend tot een alpenhoorn en dan een bassende kreun, diep onder het walvisspek. Toen ik dat geluid voor het eerst hoorde dacht ik: zo klonken mijn ouders achter een te dun muurtje.
Ik hoop dat er nu eens wat andere rustgevende geluiden zijn opgenomen. Ikzelf zou bijvoorbeeld het geluid van dertig garnalen-pelsters in mijn slaaprobot willen hebben. Dat gepluk aan schelpdieren en daarna het zachtjes sissen als ze levend in kokend water worden gegooid.
Wat ik ook wel tegen mijn buik aan zou willen hebben is het geluid van roerbakken achter een houten luik in een Chinees restaurant. Het fijnste geluid ooit. Ik, in het afhaalgedeelte, en dan achter dat luik het geschreeuw en gesis horen van een pan vol babi-pangang. Prachtig.
Ik vind het zo een fijn idee dat daar over is vergaderd door de slaaprobot-ontwikkelaars. 'Welke geluiden doen we er in? Is dat goed op te nemen, het wiegen van eierstokken? En jongens, wie gaat er dit weekend een zachtjes ploffend belletje bovenop de kaasfondue opnemen
Ik vind het zo een fijn idee dat daar over is vergaderd door de slaaprobot-ontwikkelaars. 'Welke geluiden doen we er in? Is dat goed op te nemen, het wiegen van eierstokken? En jongens, wie gaat er dit weekend een zachtjes ploffend belletje bovenop de kaasfondue opnemen. Geen vogels, geen zee-geluiden, geen parende dieren en ook geen geruis van bomen. We gaan het anders doen. Ik wil het geluid van een paard met haaruitval. Denk anders, jongens! Wat voor geluid zou je zelf in je robot willen?’ En dat er dan iemand zijn vinger opsteekt en zegt: ‘Pakje roomboter, glad papier, uit vingers laten glippen, plof, op de grond. Die plof wil ik tegen mijn buik horen babbelen.’
Dan ‘de menselijke ademhaling die wordt gesimuleerd.’ Die begrijp ik minder goed. Iedere ademhaling is weer anders. Ik had een oma die ademhaalde als een stationair draaiende betonmolen. Ik ben ooit op vakantie geweest met een vrouw die na iedere uitademing heel hard schreeuwde. Ik herinner mij een diepe slaap en dat ze mij wakker loeide met het woord ‘Schaamgeboorte.’
Lees ook: Nico Dijkshoorn had een 'hele gewone eigen winkel' kunnen hebben: het ging mis
Dat lijkt me dus iets te algemeen geformuleerd, ‘de menselijke ademhaling’. Het probleem is juist dat de meeste slapende mensen ademhalen als een dier. Let daar maar eens op. Je ligt naast een leuke vrouw, je hoort haar in slaap vallen en daarna lig je een nacht lang klaarwakker te luisteren naar een stervende buffel. ‘Hierdoor ontspant de gebruiker gemakkelijker’. Ik zet daar mijn vraagtekens bij.
En dan deze belofte: ‘De robot vermindert stress en helpt het hoofd leeg te maken. Dat zorgt voor een uitgerust gevoel overdag.’ Ik weet het niet. Ik twijfel. Ik vind veel hoofden overdag al zo leeg. Als ik achter iemand sta in een winkel en ik hoor ze vragen naar de versheid van tuinboontjes, dan denk ik: ‘Je hoofd is zo leeg als een grot. In jouw hoofd klinkt de echo voor eeuwig.’
Mijn vader was zijn eigen slaaprobot. Die was zo moe van het werken dat hij ’s avonds juist niets liever deed dan in slaap vallen.
En dan, dat uitgeruste gevoel overdag. Wil ik dat wel? Is dat fijn, wakker worden met een ademhalend boonvormig kussen tegen mijn kruis en dat ik me daarna uitgerust door alweer een vreselijke dag moet worstelen? Ik geniet juist erg van de uitputting. Doodmoe naar je bed wankelen, je broek in een hoek gooien en tijdens het voorover vallen al in slaap vallen. Dan heb je die hele robot niet nodig.
Mijn vader was zijn eigen slaaprobot. Die was zo moe van het werken dat hij ’s avonds juist niets liever deed dan in slaap vallen. Misschien is dat een idee voor alle bedfluisteraars: hard werken overdag, met een overvol hoofd, en dan ’s avonds in bed, huilend van geluk, eindelijk in slaap mogen vallen.