Het kabinet en veel Tweede Kamerleden hebben zich welwillend uitgesproken om de zogenaamde schrijnende gevallen te willen helpen. Daar zijn we als branche erg dankbaar voor. Echter valt het met de uitvoering tot nu toe tegen. Er liggen weinig concrete plannen op tafel om schrijnende gevallen tegemoet te komen. Eén van de concrete oplossingen zou gezocht kunnen worden in de transitievergoeding: een wettelijk vastgestelde vergoeding die medewerkers krijgen bij ontslag, betaald door de werkgever. Deze vergoeding wordt berekend op basis van het aantal dienstjaren.
Failliet bij stoppen bedrijf
Veel (horeca)ondernemers met een eenmanszaak of vof zitten sinds corona ‘gevangen’ in hun bedrijf. Het liefst zouden ze willen stoppen, maar dan moeten ze een transitievergoeding betalen aan de medewerkers die als gevolg daarvan ontslagen worden. Het gaat dan vaak om medewerkers met langdurige dienstverbanden, waardoor de transitievergoeding hoog uitvalt. En dát is voor veel ondernemers nu net het bedrag dat ze niet kunnen missen, waardoor ze alsnog failliet zouden gaan. Voor ondernemers met een eenmanszaak of vof betekent dit ook dat men privé failliet gaat, met alle gevolgen van dien. Denk hierbij aan het kwijtraken van de eigen woning of andere bezittingen. Veel ondernemers gaan dan ook noodgedwongen door, maar niet op een economisch duurzame manier.
Lees ook: Dirk Beljaarts (KHN): Zo focussen wij op herstel voor horeca
Tijdens het kennismakingsgesprek met Karien van Gennip - minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – hebben we specifiek aandacht gevraagd voor de problematiek rondom het betalen van een transitievergoeding. Deze kwestie is ook de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, Henk Naves, niet ontgaan. In het jaarverslag van de rechtspraak zei hij daarover dat de transitievergoeding in sommige gevallen meer dan knellend is.
,,Door de coronacrisis getroffen ondernemers staakten regelmatig hun onderneming om een faillissement te voorkomen. Vaak zijn dan het spaargeld en de pensioenvoorziening van die ondernemer al verdampt. Toch moet ook dan een transitievergoeding worden betaald, terwijl dat mogelijk leidt tot het faillissement dat de ondernemer juist probeerde te voorkomen.”
Lees ook: Dirk Beljaarts: 'Besteed EU-coronageld aan herstel horeca'
Koninklijke Horeca Nederland (KHN) heeft minister van Gennip voorgesteld dat het UWV de transitievergoeding voor haar rekening neemt, zodat medewerkers niet de dupe worden. Op deze wijze kan de minister concrete invulling geven aan het helpen van ondernemers die onder de schrijnende gevallen vallen.
KHN is ter voorbereiding op dit dossier met meerdere partijen het gesprek aangegaan. Inmiddels is duidelijk dat verschillende partijen die inzicht hebben in de situaties van deze betreffende bedrijven (banken, leveranciers en brouwerijen) de problematiek ook erkennen. Ze zijn bereid om als een soort ‘commissie’ duiding en advies te geven aan het ministerie of een aangemelde (horeca)ondernemer zich inderdaad in een beknelde positie bevindt. Inmiddels doen wij onderzoek naar de grootte én impact van het probleem om aan te geven dat het cruciaal is dat er een oplossing komt voor schrijnende gevallen. Zoals met alles begint het altijd met de eerste stap. Laten we die dan ook samen met de minister, ondernemersorganisaties en stakeholders zetten.